Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Zoektocht naar goed meetinstrument ziekteactiviteit bij perifere SpA
Spondyloartritis (SpA) wordt onderverdeeld in axiale en perifere SpA. Anders dan bij axiale SpA bestaat er nog geen specifiek meetinstrument voor het meten van ziekteactiviteit bij perifere SpA. Biomedisch wetenschapper Esther Beckers onderzocht de bruikbaarheid hiervoor van drie bestaande meetinstrumenten voor andere aandoeningen: DAPSA, PASDAS en ASDAS. Haar conclusie: “Geen van de drie instrumenten is zonder meer bruikbaar in de kliniek.”
De behandeling van perifere SpA is erop gericht de ziekteactiviteit zo laag mogelijk te krijgen, stelt het consensusdocument van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie. Maar daarbij doet zich een praktisch probleem voor, vertelt biomedisch wetenschapper Esther Beckers, die promotieonderzoek doet aan de Universiteit Maastricht.

Afzonderlijke parameters
“Anders dan bijvoorbeeld voor het meten van de ziekteactiviteit bij mensen met reumatoïde artritis, artritis psoriatica of axiale SpA, is er voor het meten van de ziekteactiviteit van perifere SpA geen goed gevalideerd, samengesteld meetinstrument beschikbaar. Zoals de DAS28 als meetinstrument bij RA of de DAPSA bij artritis psoriatica. Wat we momenteel in de kliniek doen bij patiënten met perifere SpA, is diverse afzonderlijke parameters voor ziekteactiviteit meten, zoals de CRP-waarde, het aantal pijnlijke en gezwollen gewrichten, de aanwezigheid van enthesitis en/of dactylitis, en de globale ziektescore.”
Bestaande meetinstrumenten
In een poging dit hiaat te vullen, ging Beckers na in hoeverre enkele bestaande meetinstrumenten bruikbaar zijn voor het beoordelen van de ziekteactiviteit in perifere SpA. “We hebben drie meetinstrumenten bekeken die al in klinische trials gebruikt zijn voor perifere SpA en subpopulaties daarvan, maar waarvan het nog onbekend is hoe goed ze het doen in de dagelijkse praktijk: de DAPSA, PASDAS en ASDAS. De eerste twee zijn ontwikkeld voor artritis psoriatica, de ASDAS voor axiale SpA. Ze bevatten alle drie ook vragen over perifere ziekte; de ASDAS kent één algemene vraag naar de toestand van de perifere gewrichten, terwijl de DAPSA en PASDAS alle gewrichten afzonderlijk beoordelen.”
“We hebben van de meetinstrumenten de concurrente validiteit en de discriminatie over afkappunten voor ziekteactiviteit bestudeerd”
Indeling
Beckers: “In onze studie hebben we data gebruikt van patiënten uit SpA-Net, een kwaliteitsregister voor mensen met SpA in de dagelijkse praktijk. We hebben van de drie meetinstrumenten de concurrente validiteit en de discriminatie over afkappunten voor ziekteactiviteit bestudeerd. Dat laatste wil zeggen dat gekeken is, of een verslechtering van de ziekteactiviteit volgens de drie meetinstrumenten overeenkomt met een verslechtering in andere gezondheidsuitkomsten. Daarnaast hebben we gekeken in hoeverre er overlap was in de indeling van patiënten in remissie/inactieve ziekte, matige of hoge ziekteactiviteit door de drie meetinstrumenten.”
“De patiënt met perifere SpA zou, afhankelijk van het gebruikte meetinstrument, het risico lopen op over- of juist onderbehandeling”
Fors verschil
Ten aanzien van de validiteit en discriminatie presteren de drie meetinstrumenten acceptabel, meldt Beckers in haar recente publicatie . “Als bij een patiënt de score van de samengestelde meetinstrumenten wijst op meer ernstige ziekteactiviteit, wijzen ook de individuele parameters voor ziekteactiviteit op meer ernstige ziekteactiviteit. Bij de indeling van de patiënten in de ziekteactiviteit-categorieën is er voor sommige patiënten wel een fors verschil tussen de drie instrumenten. Sommige patiënten die bijvoorbeeld in de categorie ‘hoge ziekteactiviteit’ vallen bij gebruik van de ASDAS, krijgen bij gebruik van de DAPSA juist het predicaat ‘lage ziekteactiviteit’. Onze conclusie is dan ook dat geen van de drie instrumenten zonder meer bruikbaar is in de kliniek. De patiënt met perifere SpA zou, afhankelijk van het gebruikte meetinstrument, het risico lopen op overbehandeling of juist onderbehandeling.”
“De afkapwaarden voor ziekteactiviteit-categorieën in de dagelijkse praktijk moeten uitgebreider bestudeerd worden”
Afkapwaarden
Beckers concludeert: “DAPSA, PASDAS en ASDAS zouden weliswaar ook gebruikt kunnen worden bij perifere SpA, maar dan moeten de afkapwaarden voor ziekteactiviteit-categorieën in de dagelijkse praktijk uitgebreider bestudeerd worden. Je kunt je bovendien afvragen of een meetinstrument dat ontwikkeld is voor klinisch onderzoek wel praktisch is in de dagelijkse praktijk. Voor de DAPSA is bijvoorbeeld uitgebreid gewrichtsonderzoek nodig, terwijl je dit bij de ASDAS met één vraag door de patiënt zelf kunt laten scoren.”