DOQ

Vergelijkbare incidentie van HCC met tenofovir en entecavir bij chronische hepatitis B

Een systematische review en meta-analyse die in The Lancet Gastroenterology & Hepatology verscheen, toonde geen significant verschil tussen tenofovir-disoproxilfumaraat en entecavir wat betreft het risico op hepatocellulair carcinoom (HCC). De auteurs adviseren dan ook om de behandeling van patiënten met een chronische infectie met het hepatitis B-virus (HBV) kiezen op basis van de verdraag en betaalbaarheid in plaats van op de vraag of het ene medicijn effectiever is dan het andere. 

Meer dan 250 miljoen mensen wereldwijd hebben een chronische HBV-infectie. Onder andere door het optreden van complicaties, zoals cirrose, leverdecompensatie, HCC en levergerelateerde mortaliteit, vormen chronische HBV-infecties een belangrijk mondiaal volksgezondheidsprobleem.  

(bron foto iStock)

Eerstelijnsbehandeling 

Verschillende studies hebben aangetoond dat eradicatie van HBV een zeldzaamheid is. Daarom moeten de meeste patiënten met een chronische HBV-infectie langdurig behandeling met nucleoside- of nucleotide-analogen behandeld worden, om het risico op langetermijncomplicaties te verlagen.  

Nucleotide-analogen, onder andere entecavir en tenofovir, worden veel gebruikt voor de behandeling van chronische HBV-infecties. Deze twee medicijnen zijn in de internationale richtlijnen de eerstelijnsbehandeling voor deze patiëntencategorie. Ze resulteren namelijk in krachtige virale onderdrukking en hebben een kleine kans op resistentie.  

HCC-risico 

Hoewel deze medicijnen gepaard gaan met een adequate virologische, biochemische, serologische en histologische respons, zijn er geen gerandomiseerde gecontroleerde studies uitgevoerd waarin de werkzaamheid van entecavir en tenofovir in het verminderen van het HCC-risico is vergeleken.  

Sommige studies toonden geen significant verschil in HCC-risico bij gebruik van entecavir of tenofovir. Andere studies vonden echter een lagere incidentie van HCC bij behandeling met tenofovir dan bij behandeling met entecavir.  

In de studies waarin deze twee medicijnen zijn vergeleken, verschilden de patiënten in de twee groepen echter wat betreft hun kenmerken op baseline, zoals leeftijd, HBV-DNA, hepatitis B e-antigeen (HBeAg), cirrosestatus en follow-upperiode. Eerdere meta-analyses toonden tegenstrijdige uitkomsten en een aanzienlijke heterogeniteit. In de huidige systematische review en meta-analyse zijn de meest recente gegevens geanalyseerd en is gezocht naar de bron van deze heterogeniteit. 

Systematische review en meta-analyse  

Er werden 31 onderzoeken met opgeteld zo’n 119.000 patiënten geanalyseerd. De cumulatieve incidentie van HCC na vijf jaar was 5,97% (28 studies) voor entecavir en 3,06% (13 studies) voor tenofovir in studies met niet-gematchte studiepopulaties (p < 0,0001).  

In alle acht studies waarin gematcht kon worden op basis van de propensityscore, was de cumulatieve incidentie van HCC na vijf jaar 3,44% voor entecavir en 3,39% voor tenofovir (p = 0,87).  

Bij analyse van 14 vergelijkende studies waarin werd aangepast voor covariabelen, bleek dat risico op HCC vergelijkbaar was bij behandeling met tenofovir en entecavir (aangepaste HR 0,88; p = 0,20), hoewel sprake was van een aanzienlijke heterogeniteit (I2 = 56,4%; p = 0,0038).  

In een subgroepanalyse van opgenomen patiënten werd geen verschil in de incidentie van HCC tussen de twee behandelingen gevonden (gecorrigeerde HR 1,03; I2 = 0%). Wel bleek tenofovir bij analyse van medische dossiers gerelateerd aan een lager risico op HCC in vergelijking met entecavir (gecorrigeerde HR 0,67; I2 = 0%). 

Geen verschil 

Deze studie toonde geen significant verschil tussen tenofovir en entecavir wat betreft het risico op HCC bij patiënten met een chronische HBV-infectie.  


Referentie: Tseng C-H, Hsu Y-C, Chen T-H, et al. Hepatocellular carcinoma incidence with tenofovir versus entecavir in chronic hepatitis B: a systematic review and meta-analysis. Lancet Gastroenterol Hepatol. September 29, 2020. DOI:https://doi.org/10.1016/S2468-1253(20)30249-1

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Wil je het komende jaar zwanger worden?’

De vraag ‘Wil je het komend jaar zwanger worden?’ zou veel vaker gesteld moeten worden door álle hulpverleners, stelt Annemarie Mulders. “Gezond zwanger worden begint bij bewustwording en kennis over het belang van de periode vóór de zwangerschap.”

Casus: vrouw met kleine rode puntjes in de huid

Een vrouw komt met kleine rode puntjes in de huid van vooral de benen. De klachten zijn ontstaan na een keelinfectie, circa 2 weken geleden. Een week geleden heeft zij zich minimaal gestoten en had zij daarna een groot hematoom op het bovenbeen. Wat is uw diagnose?

‘Arbeids­gerichte zorg hoort in de spreekkamer van medisch specia­listen’

Gezonde arbeidsparticipatie is óók een zaak van de medisch specialist, betoogt Annelies Boonen, initiatiefnemer van de poli Werk en Gezondheid. Hier kunnen patiënten terecht met vragen over werk en inkomen. “Vraag je patiënt naar zijn of haar werk!”

Geheugen­problemen herkennen blijkt niet zo eenvoudig

Van maar liefst 42% van hun oudere patiënten hebben artsen en verpleegkundigen niet door dat ze geheugenproblemen hebben, ontdekte Fleur Visser. Ze wil hier een advies over meegeven aan zorgverleners. “Eerste indrukken kunnen je op het verkeerde been zetten.”

Voorkom voorschrijf­cascades: ‘aandoening’ kan bijwerking medicatie zijn

Een niet-herkende bijwerking van medicatie kan als vermeende nieuwe aandoening leiden tot inzet van nieuwe medicatie: een zogeheten voorschrijfcascade. Fatma Karapinar: “Voorschrijfcascades drukken ons met de neus op de feiten: we weten nog weinig over bijwerkingen.”

Casus: 77-jarige vrouw met korstjes op de oorrand

Een 77-jarige vrouw met voorgeschiedenis van plaveiselcelcarcinoom komt op het spreekuur van de doktersassistente omdat ze korstjes op haar oorrand wil laten aanstippen. Ze heeft geen klachten van de afwijking. Wat is uw diagnose?

‘Minder onnodige diagnostiek is goed voor patiënt en maatschappij’

In ziekenhuizen vindt veel onnodige diagnostiek plaats. Eerst goed luisteren en nadenken en dan pas diagnostiek aanvragen, loont voor zowel patiënt als de maatschappij, betoogt Fabienne Ropers. “Enige risicoacceptatie is noodzakelijk voor proportionele diagnostiek.”

Zorgsysteem staat vaak initiatieven voor multimorbiditeit in de weg

Multimorbiditeit leidt tot versplintering van zorg. Toine Remers onderzocht enkele veelbelovende initiatieven voor het stroomlijnen van de zorg bij multimorbiditeit. “Een initiatief begint vaak vanuit overtuiging van een arts, maar ‘het systeem’ werkt vaak tegen.”

De lessen van de langst­vliegende MMT-arts van Nederland

MMT-arts Nico Hoogerwerf vertelt over zijn ervaringen als medisch specialistische zorgverlener per helikopter. “Wij dóen vooral, we voeren handelingen uit. Wij voelen niet de machteloosheid die politiemensen wel kunnen voelen.”

Casus: patiënt met zwelling in de mond

Een patiënte komt op het spreekuur met sinds 2 maanden een zwelling in de mond aan de linkerzijde. Het was destijds 1-2cm, welke spontaan ontlastte met dik taai slijm. Sindsdien komt het in wisselende grootte regelmatig terug. Wat is uw diagnose?


0
Laat een reactie achterx