DOQ

Verhoogd risico op MACE na een EVAR

Veertig procent van de mensen die een endovasculaire aneurysma operatie (EVAR) hebben ondergaan, krijgt binnen vijf jaar na operatie een ernstige cardiovasculaire complicatie (MACE). Denk aan een hartinfarct, beroerte, angina pectoris of atriumfibrilleren. Dat is de uitkomst van retrospectief onderzoek van Rijnstate in Arnhem bij 320 patiënten met een abdominaal aneurysma die sinds 2011 een EVAR hebben gehad.

Het was al langer bekend dat er een verhoogd risico bestaat op MACE na EVAR. Specifieke informatie over langetermijnrisico’s op MACE en mogelijk voorspellende factoren die daarbij een rol spelen ontbraken echter. Vandaar dit onderzoek, vertelt Jenske Vermeulen, technisch geneeskundige bij Rijnstate en Radboudumc en een van de onderzoekers van de retrospectieve studie. Deze is gebaseerd op de verzamelde data van 320 patiënten die sinds 2011 in het Vasculair Centrum van Rijnstate een EVAR hebben ondergaan.

“Vooral patiënten met een cardiale voorgeschiedenis lopen een verhoogd risico op MACE na een EVAR”

Technisch geneeskundige Jenske Vermeulen

Langere periode

Er is weliswaar al eerder onderzoek gedaan naar het risico op MACE na EVAR, maar dat betrof veelal onderzoek naar kortetermijnuitkomsten bij kleine onderzoekspopulaties. En dan vooral gericht op specifieke cardiale events zoals een hartinfarct of beroerte. “Wij hebben naar een langere periode gekeken, tot vijf jaar na operatie, met meetpunten op één en vijf jaar na EVAR. En we hebben een breder spectrum van MACE-events betrokken in onze analyse.”

Als een EVAR bij een patiënt onvermijdelijk is, dan is het belangrijk dat hen na de operatie goed te blijven begeleiden en monitoren”

Voorspellende patiëntkenmerken

De onderzoekers keken ook naar welke patiëntkenmerken mogelijk voorspellend kunnen zijn voor MACE na een EVAR. “We hebben daarbij verschillende kenmerken bekeken. Dan valt op dat vooral patiënten met een cardiale voorgeschiedenis een verhoogd risico lopen op MACE na een EVAR.”
Dat is belangrijke informatie om patiënten goed voor te bereiden op een EVAR-operatie, benadrukt Vermeulen. “Het betekent dat de behandelaar bij patiënten met een cardiale voorgeschiedenis allereerst kritisch met hen dient te bespreken of een EVAR noodzakelijk is, gezien hun verhoogde risico op MACE. En als een EVAR bij hen inderdaad onvermijdelijk is, is het vervolgens belangrijk dat we hen na operatie goed blijven begeleiden en monitoren. Dit om het risico op MACE bij hen te voorkomen of althans zoveel mogelijk terug te dringen.”

“Goede afstemming tussen cardioloog en vaatchirurg helpt om de patiënt in een optimale conditie te brengen voor een EVAR”

Multidisciplinaire samenwerking

Goede multidisciplinaire samenwerking, tussen cardiologen, vaatchirurgen, maar bijvoorbeeld ook neurologen, internisten en dermatologen, is daarbij onmisbaar. “Goede afstemming tussen cardioloog en vaatchirurg helpt bijvoorbeeld om deze patiënten in een optimale conditie te brengen voor EVAR. Denk aan zo goed mogelijke instelling op medicatie. En hen ook na afloop van EVAR nauwgezet te blijven volgen.” Vermeulen vervolgt ondertussen haar onderzoek naar het risico op MACE na EVAR. Zo kijkt ze ook naar fysiologische kenmerken van de bloedvaten en de aorta, zoals stijfheid en endotheelfunctie, als mogelijke voorspellers van MACE bij patiënten met abdominaal aneurysma. Volgend jaar hoopt ze te promoveren op haar onderzoek.   


Meer informatie: neem contact op met Research Vaatchirurgie van Rijnstate, e-mail: vascularsurgery@rijnstate.nl 

Referentie: Eline Diender, Jenske J M Vermeulen, Ron Pisters, et al. Major adverse cardiac events after elective infrarenal endovascular aortic aneurysm repair. J Vasc Surg 2022 Dec;76(6):1527-1536. 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Protocol brengt veelbelovende ‘orphan drugs’ sneller bij patiënt

Behandelaren en zorgverzekeraars slaan de handen ineen om geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten sneller beschikbaar te krijgen, vertelt Niels Reijnhout. “Met het ODAP krijgen patiënten zo snel mogelijk na goedkeuring door het EMA al toegang tot het middel.”

Reanimatie bespreken? Alleen als het past

Artsen vragen op de spoedeisende hulp vaak routinematig naar reanimatievoorkeuren, maar volgens Yvo Smulders is het tijd om deze standaardpraktijk eens kritisch te bekijken. “Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat je die vraag zomaar stelt bij een routine-opname.”

Casus: man met klachten na penisvergroting

Een 38-jarige patiënt is net een week terug uit Turkije, waar hij in een kliniek een penisvergroting heeft ondergaan. Hij kan u niet precies vertellen wat er gebeurd is en klaagt vooral over pijn, roodheid en zwelling van de penis. Wat is uw diagnose?

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.