Verpleegkundigen aan het roer in het Radboudumc

In het Radboudumc zijn tien verpleegkundig directeuren benoemd om mee leiding te geven aan evenzoveel centra voor patiëntenzorg. Verpleegkundige kennis en kunde in de bestuurslaag is essentieel voor duurzame zorg, onderwijs en onderzoek, stelt het Radboudumc. Angelien Sieben, één van de verpleegkundig directeuren, onderschrijft dat. “Nu we die kans krijgen, moeten we het waarmaken.”
Tot voor kort werden verpleegafdelingen geleid door een teamleider en zorgmanager, die vervolgens weer onder een bedrijfskundig leider en medisch afdelingshoofd vielen. In de nieuwe zorgorganisatie zijn de 35 verpleegafdelingen ondergebracht in tien centra voor patiëntenzorg. Voorbeelden zijn Hart en Vaat, Oncologie en Hersenen & Zintuigen. Alle centra staan onder leiding van een bedrijfskundig, medisch en verpleegkundig directeur.

“De zorg werd niet altijd gestuurd op inhoud, zoals verpleegkundige uitkomsten, maar op aantallen patiënten en polibezoeken”
Verpleegkundig directeur Angelien Sieben
Sturen op aantallen
Angelien Sieben is verpleegkundig directeur van het centrum voor Integrale Zorg, waar onder meer de afdelingen Geriatrie, Medische psychologie en Geestelijke verzorging onder vallen. Het is een beetje terug naar het verleden, vertelt ze. “Vroeger hadden we een verpleegkundig directeur. Deze is vervangen door een bedrijfsleider toen het bedrijfskundig concept opmars maakte. Dat heeft de verpleegkundige zorg geen goed gedaan”, vindt Sieben. “Verpleegkundigen zaten niet op een gelijkwaardig niveau als artsen. De zorg werd niet altijd gestuurd op inhoud, zoals verpleegkundige uitkomsten, maar op aantallen patiënten die we zagen en de hoeveelheid polibezoeken. De mogelijkheden voor verpleegkundigen om zich te scholen, carrière te maken of onderzoek te doen, waren onvoldoende.”
Verpleegkundig directeur
“Wij vonden altijd al dat de inhoud van de zorg leidend moest zijn. Wij wilden minder uitvoeren wat de dokter opdraagt, maar meer zelfstandig ons beroep beoefenen”, vervolgt Sieben. “Gelijkwaardig aan de arts, zodat we samen integrale zorg kunnen verlenen. Voor patiënten bestaat er geen verpleegkundige en medische zorg, voor hen is de zorg één geheel. ” Die lang geuite wens gaat nu in vervulling. Dat moest ook wel, geeft Sieben aan, om het personeel te behouden. “Het verloop van verpleegkundigen was zo groot!” Maar dat we nu deze kans krijgen, voelt wel als een hele grote verantwoordelijkheid. “We hebben zo lang aangegeven: zet ons in die positie. Nu moeten we het ook waarmaken.”
“Verpleegkundigen regelen heel pragmatisch wat nodig is, kunnen heel goed samenwerken en hebben weinig ego”
Duaal leiderschap
Een eerste succes is al geboekt. “De centra voor patiëntenzorg hebben meerdere zorgpaden. Aanvankelijk was er alleen een medisch zorgpadleider. Maar onlangs is besloten ook een verpleegkundige zorgpadleider aan te stellen. Een zorgpad bestaat niet alleen uit medische maar ook uit verpleegkundige zorg. Wij hebben kennis van het verpleegkundig domein. In plaats van dat een medicus bepaalt wat verpleegkundige zorg is, moeten we de zorg samen vormgeven.”
Dit voorbeeld maakt wel duidelijk dat de verpleegkundige verantwoordelijkheid nog niet in het DNA van de organisatie zit. “We zijn nog zoekende en moeten alert blijven”, zegt Sieben. Want juist verpleegkundigen kunnen volgens haar behulpzaam zijn bij een organisatie in transitie. “Verpleegkundigen hebben andere competenties. Ze kunnen goed samenwerken en hebben weinig ego. Wij regelen heel pragmatisch wat nodig is, zonder gedoe.” Sieben vindt het dan ook prettig dat de verpleegkundig adviesraden blijven voortbestaan om de verpleegkundig directeuren vanuit de werkvloer te adviseren en zo de gewenste verpleegkundige inbreng te borgen.
”We hebben hier heel bevlogen verplegingswetenschappers, die wil je niet van het bed af”
Carrièrepad
Het streven van Sieben en haar collega-directeuren is om het carrièrepad voor academische verpleegkundigen analoog te organiseren aan dat van de academische medici die zowel in de zorg, het onderwijs als in het onderzoek werken. “Nu is het zo dat als een academisch verpleegkundige onderzoek gaat doen of docent wordt, hij of zij niet meer aan het bed staat. Een gecombineerde functie maakt de zorg beter. We hebben hier een heel bevlogen club van verplegingswetenschappers, die wil je niet bij het bed weg.” Zelf staat ze, sinds ze drie jaar geleden leidinggevende van een stafafdeling werd, al een tijdje niet meer ‘met de voeten in de klei’, maar als de nieuwe organisatie op poten staat, staat Sieben zeker weer open voor een combinatie met klinisch werk.
Angelien Sieben, RadboudUMC, verpleegkundig directeuren