DOQ

Verschil in inzet neoadjuvante chemotherapie bij blaaskanker

Bij de toepassing van neoadjuvante chemotherapie bij patiënten met niet-gemetastaseerde spierinvasieve blaaskanker blijken er in Nederland tussen de centra onderling nogal wat verschillen te zijn. Daarnaast worden de richtlijnen over het gebruik van neoadjuvante chemotherapie nauwelijks gevolgd. Dit blijkt uit een studie van Lisa van Hoogstraten van het Integraal Kankercentrum Nederland/Radboudumc in Nijmegen.

De Europese richtlijnen bevelen op cisplatine gebaseerde neoadjuvante chemotherapie aan bij patiënten met niet-gemetastaseerde spierinvasieve blaaskanker voorafgaand aan radicale cystectomie. De rationale van deze aanbeveling is de significante absolute 5-jaarsoverleving van 5-9% die neoadjuvante chemotherapie met zich meebrengt ten opzichte van eerst radicale cystectomie.

“Mogelijk spelen tegenstrijdige uitkomsten van neoadjuvante chemotherapie in recente studies een rol bij de variatie in toepassing”

Toepassing neoadjuvante chemotherapie varieert

Ondanks deze aanbevelingen van de richtlijnen varieert de toepassing van neoadjuvante chemotherapie bij dit ziektebeeld nogal. Tegenstrijdige uitkomsten van neoadjuvante chemotherapie in recente studies spelen hierbij mogelijk een rol.
In Nederland steeg het gebruik van neoadjuvante chemotherapie bij patiënten met niet-gemetastaseerde spierinvasieve blaaskanker na radicale cystectomie van 0,6% in 2015 tot 21% in 2013. Dit percentage neemt nog verder toe. Naar alle waarschijnlijkheid varieert de toepassing van neoadjuvante chemotherapie in de klinische praktijk in ons land eveneens.

Studie-opzet

Met deze studie wilden de onderzoekers evalueren of en in welke mate de richtlijnen worden gevolgd en welke variatie er in de toepassing van neoadjuvante chemotherapie bestaat. Daarnaast wilde men inzichten verkrijgen in factoren die geassocieerd zijn met het gebruik van deze behandeling en het effect van verschillen tussen ziekenhuizen op de overleving in beeld brengen.

In totaal zijn 1025 patiënten die tussen november 217 en november 219 met niet-gemetastaseerde spierinvasieve blaaskanker gediagnosticeerd waren en radicale cystectomie ondergingen, geïdentificeerd. Om in aanmerking te komen voor neoadjuvante chemotherapie moesten de deelnemers een Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) Performance status (PS) 0-1 en een creatinineklaring van ≥ 50 ml/min/1,73m2 hebben.

“Het vergroten van het bewustzijn bij artsen over de gunstige effecten leveren mogelijk een betere toepassing op”

Resultaten

Van de 809 patiënten die in aanmerking kwamen voor behandeling met neoadjuvante chemotherapie kreeg 34% deze behandeling. Er bleek een duidelijk verschil in het volgen van de richtlijnen bij patiënten met ziektestadium cT2 en cT3-4a. Bij patiënten met cT2 werd bij 26% de richtlijnen gevolgd en bij 55% van de patiënten met cT3-4a.
Het lijkt erop dat patiënten die in ziekenhuizen worden behandeld waar men eerder geneigd is neoadjuvante chemotherapie te geven, een betere overleving hebben. De uitkomsten waren echter niet statistisch significant: HRcT2 0,59 (96%-BI 0,33-1,05) en HRcT3-4a 0,71 (95%-BI 0,25-2,04).

Verder onderzoek

De onderzoekers stelden dat verder onderzoek aan het licht zal moeten brengen waarom de overleving hoger is als patiënten gediagnosticeerd worden in een ziekenhuis waar eerder neoadjuvante chemotherapie wordt gegeven. Daarnaast zal het vergroten van het bewustzijn bij artsen over de gunstige effecten van neoadjuvante chemotherapie mogelijk een betere toepassing en dito uitkomsten voor patiënten opleveren.

Referentie: Van Hoogstraten LMC, Man CCO, Witjes JA, et al. Low adherence to recommended use of neoadjuvant chemotherapy for muscle‑invasive bladder cancer. World Journal of Urology. 2023;41:1837-1845.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Achter een gezondheidsklacht kan een negatieve ervaring uit het verleden schuilgaan’

Seksueel misbruik kan via chronische stress leiden tot gezondheidsklachten, vertelt Janneke van ’t Hooft. Ze pleit voor meer bewustzijn bij zorgverleners om deze klachten beter te herkennen en behandelen. “Een ‘tweesporenbeleid’ kan helpend zijn.”

‘Ik ben een beetje klaar met de vraag hoe veilig AI is’

Daan Geijs onderzoekt hoe AI kan helpen bij het beoordelen van huidkanker en zo veel routinematig werk uit handen kan nemen. Hij ziet AI als cruciaal om de zorg efficiënter te maken. “Nederland heeft het in zich om koploper te zijn bij AI-toepassingen in de zorg.”

Van overleven naar regie: werkplezier terugvinden als arts

Angelique van Dam, voormalig huisarts, begeleidt zorgprofessionals naar meer werkplezier en regie in hun leven. “Iedere arts kan bewust kiezen om in leiderschap te stappen, los van functie of positie.”

Casus: man met laesie ter hoogte van de borst

Een 47-jarige man komt met een laesie ter hoogte van de linkerborst die al aanwezig is sinds de geboorte. Hij heeft geen voorgeschiedenis van huidkanker en heeft een huidtype 3. Wat is uw diagnose?

‘We leven in een oceaan van chemicaliën’

Chemische vervuiling heeft een grote impact op onze gezondheid, waarschuwt Saer Samanipour. Correlaties met gezondheidsproblemen nemen toe, maar wet- en regelgeving blijven achter. “Artsen kunnen een sleutelrol spelen in bewustwording en actie.”

Casus: dame met bultje op de neus

Op het spreekuur presenteert zich een dame van 71 jaar met sinds enkele maanden een bultje op de neus. Het bultje is progressief in omvang en heeft de laatste tijd ook een wondje erop. Het is meestal niet pijnlijk. Wat is uw diagnose?

Bezuinigen op onderzoek maakt de zorg juist duurder

Het kabinet wil bezuinigen op onderzoek. Bas Groot Koerkamp vertelt waarom dit een slecht idee is. “Deze bezuinigingen gaan niet alleen ten koste van de kwaliteit van de zorg, maar zullen de maatschappij op de lange termijn juist op meer kosten jagen.”

Vliegerarts ziet kameraadschap als grote bonus

Marco van Leeuwen combineert zijn passie voor geneeskunde en de luchtmacht als vliegerarts. Tussen medische evacuaties, zorg voor militairen en ziekenhuiswerk vindt hij daar kameraadschap en avontuur. “De kans dat je ingezet wordt, speelt natuurlijk wel in deze tijd.”

Minder allergieën: ‘beetje modder, minder zeep en wat gezonde chaos’

Het aantal mensen met een allergie neemt toe. Hoe komt dit en is dit tij te keren? Allergoloog Hanneke Oude Elberink geeft uitleg en praktische adviezen. “We zien een wereldwijde trend die we niet louter op een verhoogde perceptie kunnen afschuiven.”

Casus: vrouw met mogelijke pneumonie

Een 64-jarige vrouw presenteert zich op de spoedeisende hulp vanwege verdenking op een pneumonie. Ze heeft een voorgeschiedenis van COPD en twee maanden eerder had zij een symptomatische COVID-19-infectie. Wat is uw diagnose?


0
Laat een reactie achterx
Lees ook: Even plassen volstaat om blaaskanker uit te sluiten

Naar dit artikel »