Verschillen in opvolgen richtlijnen bij kankerbehandeling

mm
Lennard Bonapart
Redactioneel,
31 januari 2017

Tijdens het European Cancer Congres 2017 presenteerde Dr. Marianne Heins (Nivel, Utrecht) de resultaten van een recent onderzoek waarbij ze keek naar 15 behandeladviezen uit de richtlijnen bij 5 vormen van kanker. Zij stelt daarbij vast dat specialisten het ene behandeladvies bij kanker vaker opvolgen dan het andere. Prof. dr. ir. Koos van der Hoeven (Internist-oncoloog, Radboud UMC), reageerde tijdens het congres in Amsterdam op het onderzoek.

Het gaat om onderzoek in de periode 2007 tot 2012. Heins onderzocht in samenwerking met IKNL in hoeverre vijftien verschillende adviezen uit de richtlijnen voor behandelingen van vijf veelvoorkomende soorten kanker werden opgevolgd. Zij verzamelde daarvoor de gegevens van 102.272 patiënten met borstkanker, darmkanker, prostaatkanker, longkanker, of melanoom. De patiënten staan geregistreerd door de IKNL in de Nederlandse kankerregistratie (NKR), een registratie waar alle ziekenhuizen in Nederland aan deelnemen.

Opvolgen
“De leeftijd van een richtlijn is niet bepalend voor het opvolgen ervan”, aldus dr. Heins. “Ook het bewijs voor de juistheid van het voorschrift heeft geen invloed op de mate waarin internisten en oncologen de richtlijnen opvolgen”, meent de onderzoeker. Dr. Heins: “Bij sommige adviezen werden grote verschillen tussen ziekenhuizen gevonden. Dit zou mogelijk verbeterd kunnen worden door internisten inzicht te geven in hoe goed zij verschillende adviezen opvolgen. Andere adviezen werden door bijna alle ziekenhuizen in beperkte mate opgevolgd. Dit zou kunnen betekenen dat de adviezen misschien niet goed bij de dagelijkse praktijk aansluiten.” Het blijkt dat adviezen om iets niet te doen vaker worden opgevolgd (bij 98% van de patiënten) dan adviezen om iets wel te doen (bij 75% van de patiënten). De onderzoekers denken dat sommige behandeladviezen moeilijker zijn op te volgen dan andere.

Voorzichtigheid
Prof. dr. ir. Koos van der Hoeven (Internist-oncoloog, hoofd Medische Oncologie, Radboud universitair medisch centrum en actief geweest bij het maken van richtlijnen als voorzitter van de NVMO): “Het onderzoek heeft betrekking op behandelingen die zijn uitgevoerd tussen 2007 en 2012. Uit het onderzoek blijkt dat er in Nederland voor een aantal behandelingen een aanzienlijke praktijkvariatie bestaat. Dat hoeft niet altijd te betekenen dat oncologen bestaande richtlijnen niet in overweging nemen. Prof. dr. Van der Hoeven benadrukt het belang van de verschillen tussen patiënten en hun fitheid om behandeling te ondergaan. “In het ene ziekenhuis kunnen minder fitte patiënten veel vaker voorkomen dan in het andere.”

Prof. dr. Van der Hoeven: “Tevens zijn richtlijnen vaak sterk verouderd. Er zijn ziekenhuizen die vooruitlopen op ontwikkelingen die pas later in richtlijnen terugkomen. Het is dus zeker niet zo dat ziekenhuizen die van de richtlijnen afwijken, deze niet in overweging hebben genomen.”

Bron:
ECC 2017: Abstract no: 969. Proffered papers bij de Health Economics of Cancer session.

AUTEUR: LENNARD BONAPART

 

,
Deel dit artikel