DOQ

Verwantschap artritis psoriatica en psoriasis vereist betere samenwerking reuma- en dermatoloog

Artritis psoriatica is weliswaar een reumatische aandoening, maar immunologisch en pathofysiologisch sterk verwant aan psoriasis. Een eenvoudige screeningsvragenlijst kan psoriasispatiënten met artritis psoriatica identificeren die de dermatoloog bezoeken. “Het gebruik van deze vragenlijst kan patiëntgerichte samenwerking tussen dermatologen en reumatologen vergemakkelijken”, stelt reumatoloog dr. Emmerik Leijten in zijn promotieonderzoek.

Tot ongeveer een halve eeuw geleden was het lekker overzichtelijk. Er waren mensen die leden aan psoriasis en er waren mensen die leden aan (reumatoïde) artritis. De eerstgenoemden kwamen onder behandeling van de dermatoloog, de laatstgenoemden onder behandeling van de reumatoloog. O ja, en er waren enkele pechvogels die boven op hun psoriasis enige tijd later ook artritis ontwikkelden. Zij bleven doorgaans onder de hoede van de dermatoloog.

(Foto: iStock)

Spondyloartritis

Dit beeld veranderde met de publicatie, in 1973, van het artikel ‘Psoriatic Arthritis’ door de Britse reumatologen Moll en Wright. Hierin onderbouwden zij op basis van klinische, epidemiologische, radiologische en pathofysiologische data, het bestaan van een aparte aandoening: artritis psoriatica. Een aandoening die zich klinisch en pathofysiologisch onderscheidt van reumatoïde artritis en sterk verwant is aan spondyloartritis, tot voor kort de ziekte van Bechterew genoemd.

“Waarom ontwikkelen sommige mensen met psoriasis wel en andere geen artritis psoriatica?”

Vroege opsporing artritis psoriatica

Zoals gezegd, artritis psoriatica ontstaat doorgaans bij (een deel van de) mensen die al enige tijd psoriasis hebben. Daarbij is de klinische presentatie van de aandoening divers. De mate van psoriasis varieert van zeer licht tot zeer ernstig en is niet voorspellend voor de kans artritis psoriatica te ontwikkelen. Daarnaast omvat de ‘artritis-component’ een breed pallet aan mogelijke aandoeningen: artritis, enthesitis, spondylitis, sacro-iliitis, dactylitis, uveitis, IBD. In zijn recent met het proefschrift Letting go of the dichotomy between psoriasis and psoriatic arthritis’ afgesloten promotieonderzoek richtte reumatoloog Emmerik Leijten zich op de vraag waarom sommige mensen met psoriasis wel en andere geen artritis psoriatica ontwikkelen. En of er een relatief eenvoudige manier is om de mensen die wel artritis psoriatica (gaan) ontwikkelen in een vroeg stadium op te sporen zodat de behandeling zich bij hen ook kan (gaan) richten op de reumatologische component van hun ziekte.

Lokale factoren bepalen uitingsvorm

Om hier een antwoord op te vinden, verdiepte Leijten zich in de pathofysiologie van zowel psoriasis als artritis psoriatica. Aangezien beide ziektes aandoeningen zijn van het immuunsysteem vergeleek hij de immunologische profielen van beide aandoeningen. Dit leverde echter slechts subtiele verschillen op tussen beide aandoeningen wat betreft de aan- of afwezigheid in het bloed van subsets aan immuuncellen en/of ontstekingsparameters. Dit gebrek aan verschillen illustreert volgens Leijten dat de twee aandoeningen veel sterker aan elkaar verwant zijn dan tot dusver gedacht. Mogelijk bepalen (toevallige) lokale factoren in het weefsel of de ziekte zich zal uiten als psoriasis of artritis psoriatica.

“Diverse studies wijzen uit dat er momenteel sprake is van onderdiagnostiek van artritis psoriatica onder psoriasispatiënten”

Kaf van het koren

Een tweede conclusie op basis van de immunologische profielen van beide aandoeningen is dat het niet mogelijk is op grond van een bloedtest onderscheid te maken tussen mensen met psoriasis en mensen met (een grote kans op het ontwikkelen van) artritis psoriatica. Terwijl diverse studies uitwijzen dat er momenteel sprake is van onderdiagnostiek van artritis psoriatica onder patiënten met psoriasis. Natuurlijk is het mogelijk alle psoriasispatiënten met enige regelmaat te verwijzen naar de reumatoloog (die meer ervaren zijn in het herkennen van artritis psoriatica dan dermatologen), maar dat legt met bijna een half miljoen psoriasispatiënten in Nederland een forse druk op het zorgsysteem.

Leijten onderzocht daarom of een simpele vragenlijst – met de ietwat sinistere naam PEST (psoriasis epidemiology screening tool) – het eerste kaf van het koren kan scheiden. Dat blijkt mogelijk. De test omvat vijf vragen die de patiënt met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoordt.

PEST vragenlijst (Psoriasis Epidemiology Screening Tool)

1. Heeft u ooit een gezwollen gewricht(en) gehad? ja / nee
2. Heeft een arts u ooit verteld dat u een gewrichtsontsteking heeft? ja / nee
3. Heeft u gaatjes of putjes in de nagels van vingers of tenen? ja / nee
4. Heeft u pijn gehad in uw hiel? ja / nee
5. Heeft u een volledig gezwollen en pijnlijke vinger of teen gehad
zonder duidelijke oorzaak? ja / nee    

Twee keer ja is doorverwijzen

Leijten concludeerde dat patiënten die twee of meer vragen met ‘ja’ beantwoorden mogelijk artritis psoriasis hebben en voor nader onderzoek naar de reumatoloog doorverwezen zou moeten worden. “De test is voor de dermatoloog vooral een handig hulpmiddel om artritis psoriatica op een snelle en eenvoudige uit te sluiten”, stelt Leijten in zijn proefschrift. Overigens is (nog) niet aangetoond dat eerdere diagnostiek en een eerdere start met behandeling van artritis psoriatica ook leidt tot een betere klinische uitkomt.

“Arts, inventariseer welke klinische aspecten het meest op de voorgrond staan en richt daar medicamenteuze behandeling op”

Inzet op kwaliteit van leven

En nu we het toch over de behandeling hebben: de sterke overlap van psoriasis en artritis psoriatica pleit volgens Leijten ook voor een (meer) soepele samenwerking tussen dermatoloog en reumatoloog als het gaat om de behandeling van de patiënt. Daarbij is het belangrijk per patiënt te inventariseren welke klinische aspecten van de aandoening het meest op de voorgrond staan en dus de kwaliteit van leven het meest op een negatieve wijze beïnvloeden. Vervolgens moet de medicamenteuze behandeling zich vooral op die aspecten richten, gebruikmakend van de middelen waarvan – hetzij binnen de dermatologie, hetzij binnen de reumatologie – is aangetoond dat zij het meest effectief zijn (en de minste bijwerkingen hebben).

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Boek over veilige sedatie toepassen op de SEH moet angst wegnemen

Vier SEH- artsen schreven een boek over veilige sedatie op de SEH. Het is bedoeld als naslagwerk en cursusmateriaal, vertellen Mischa Veen en Daniëlle van Winden. “Uniek is dat de informatie ook gericht is op het voorkomen van traumatische ervaringen voor patiënten.”

‘Wij willen over twintig jaar ook nog huisarts zijn’

Ties Janssen vertelt over het manifest ‘De huisarts van morgen’, waarmee de Lovah de continuïteit van de huisartsenzorg wil veiligstellen. “Al jaren wordt er nagedacht over vergrijzing en personeelstekorten in de zorg, en nog steeds kabbelt het maar voort.”

Casus: 13-jarig meisje met een bloedende moedervlek

Een 13-jarig meisje komt op het spreekuur omdat ze sinds enkele dagen een bloedende moedervlek heeft. De moedervlek zit er al sinds enkele maanden en is snel gegroeid en ook wat boller geworden. Verder geen klachten zoals pijn of jeuk. Wat is uw diagnose?

‘Ik heb medewerkers meegenomen naar waar ze het best op hun plek zijn’

Op de afdeling waar Jacqueline Loonen leiding geeft staat ‘persoonsgericht’ centraal, zowel in de patiëntenzorg als in de organisatie. “De patiënt en zorgverlener zijn samen verantwoordelijk. Iedereen komt vanuit zijn of haar expertise met voorstellen tot verbetering.”

Casus: vrouw met verkoudheid en oorpijn

Patiënte zit verkouden tegenover u met oorpijn links. De verkoudheid bestaat sinds gisteren maar de oorpijn is vannacht begonnen. De otalgie is pijnlijker dan de pijn die zij heeft ervaren bij de bevalling van haar kinderen. Het gehoor is links mogelijk iets minder dan rechts. Zij heeft geen koorts. Wat is uw diagnose?

Mededingings­toezicht biedt veel ruimte voor samen­werking

In ons zorgstelsel is veel ruimte voor samenwerking en netwerkvorming, vertelt Marco Varkevisser. “Veel zorgaanbieders denken dat heel veel niet mag van de ACM, terwijl die de afgelopen jaren heeft laten zien dat er juist veel ruimte is voor samenwerking.”

‘Vergroot herken­baarheid anti­biotica’

Een betere herkenbaarheid van antibiotica kan leiden tot verstandiger gebruik en zo helpen in de strijd tegen de wereldwijd groeiende antibioticaresistentie. Annelie Monnier en Heiman Wertheim vertellen over het ABACUS-project. “Resistentie kent geen grenzen.”

Medische hypnose: meer controle over je lijf en emoties

Kinderarts en hypnotherapeut Arine Vlieger vertelt over het gebruik van medische hypnose: “Als je de verwachtingen van de patiënt positief kan beïnvloeden dan heeft dat tevens effect op de behandeling. Taal is dan ook de basis van hypnose.”

Casus: vrouw met melaena, een steeds dikker wordende buik en een uitpuilende navel

Een vrouw wordt gepresenteerd op de Spoedeisende Hulp in verband met sinds 1 dag bestaande melaena. Daarnaast klaagt patiënte over een steeds dikker wordende buik, pijn in de rechter bovenbuik en een uitpuilende navel sinds 6 weken. Tevens zijn haar benen iets dikker geworden. Wat is uw diagnose?

In zes stappen afval op de OK reduceren

Roos Bleckman, Lukas Radema en hun collega’s van het OK Green Team bedachten een stappenplan om het afval op de OK de komende jaren met de helft te reduceren. “Het afdekmateriaal op de OK kon met maar liefst 20% gereduceerd kon worden.”


0
Laat een reactie achterx