DOQ

Prof. dr Reekers: ‘Verwijs iedere diabeet eenmalig naar vaatlaboratorium bij voet- of beenwond’

Jaarlijks ondergaan twee- tot drieduizend diabetespatiënten een onderbeenamputatie die voorkomen had kunnen worden. Dit hangt samen met huisartsen die soms te lang wachten voordat zij diabetici met een niet-genezende voet- of beenwond doorsturen naar een vaatlaboratorium. “Het viel de vaatchirurgen en interventieradiologen in AMC op dat we veel patiënten in een te laat stadium zagen. Zij waren ‘beyond repair’.”

Het is mogelijk om bij twee- tot drieduizend diabetici jaarlijks amputatie van een onderbeen te voorkomen. Een van de voorwaarden is dat huisartsen iedere diabetespatiënt met een niet-genezende wond op een voet of been voor eenmalige controle doorsturen naar een vaatlaboratorium.

Dat zeggen prof. dr. Jim Reekers (interventiecardioloog en hoogleraar Interventiecardiologie AMC), prof. dr. Nicolaas Schaper (hoogleraar interne geneeskunde Maastricht UMC+) en dr. Hans van Overhagen (interventieradioloog HagaZiekenhuis). Diabetesvereniging Nederland hielp hen de problematiek te inventariseren.

Duizenden risicopatiënten

“Ons land telt een miljoen diabetespatiënten”, vertelt Reekers. “Een klein deel daarvan – zo’n 20 duizend mensen – heeft als gevolg van deze ziekte ook dichtgeslibde bloedvaten van het been. Zij lopen een sterk verhoogd risico op amputatie van een onderbeen, want bij hen is de kans groter dat een wond niet kan genezen, dat een ontsteking ontstaat en dat uiteindelijk het onderbeen niet is te redden.”

Geen soelaas

Het grote struikelblok is dat bloedvatvernauwingen onzichtbaar zijn van buitenaf. Het gevolg: vaak wordt het euvel niet tijdig herkend en komt de patiënt te laat in beeld voor een onderbeen-besparende bypass of dotterbehandeling.

Reekers roept huisartsen op alert te zijn. “In Nederland is diabeteszorg in eerste instantie een taak voor de huisarts. Hij verzorgt bijvoorbeeld beenwonden en werkt bij deze problematiek vaak ook samen met een podotherapeut. Op zich werkt dat goed, zowel qua behandeling als betaalbaarheid van de zorg. Maar het nadeel van deze benadering is dat ze geen soelaas biedt bij een onderliggend vaatprobleem. De patiënt blijft dan te lang in zorg bij de huisarts en de vernauwing van de bloedvaten blijft te lang onbelicht.”

Volop expertise en ervaring

De hoogleraar en zijn mede-pleitbezorgers doen een appèl op huisartsen: verwijs iedere diabeet met een wond op voet of been eenmalig naar een vaatlaboratorium. Elk ziekenhuis heeft zo’n lab. Reekers: “Met een relatief eenvoudig onderzoek wordt hier vastgesteld of de patiënt een vaatprobleem heeft. Zo nee, en die kans is heel groot, dan komt hij weer in behandeling bij de huisarts en eventueel de podotherapeut. Zo ja, dan wordt de patiënt geholpen in het ziekenhuis. Sommige huisartsen laten een praktijkondersteuner een vaatonderzoek verrichten, maar het is zaak dat dit gebeurt in het ziekenhuis, waar volop expertise en ervaring is op dit vlak.”

Beyond repair

Reekers’ betoog is ingegeven door eigen ervaringen. “Het viel de vaatchirurgen en interventieradiologen in AMC op dat we veel patiënten in een te laat stadium zagen. Zij waren beyond repair, waren soms te lang in de eerste lijn gebleven. Mijn collega’s Schaper en Van Overhagen bleken elders in het land op dezelfde problematiek te stuiten.”

De drie stellen dat jaarlijks bij twee- tot drieduizend diabetici een onderbeenamputatie vermijdbaar is. “Daarvoor zijn twee veranderingen nodig”, zegt Reekers. “Eén: huisartsen verwijzen patiënten met een wond eenmalig naar een vaatlaboratorium. En twee: in Nederland komen ongeveer vijftien gespecialiseerde en geaccrediteerde centra waar diabetespatiënten een bypass of dotterbehandeling krijgen.”

Amputatiepreventie-centra

“Voor deze zorg heb je vaatchirurgen en interventiecardiologen nodig”, legt hij uit. “Niet elk ziekenhuis in ons land blijkt voldoende deskundigheid te hebben. Daarom is het wenselijk kennis en ervaring te bundelen in regionale centra. In de ons omringende landen zijn geaccrediteerde diabetescentra voor vaatproblemen al heel normaal. In Amerika heten deze centra heel toepasselijk: ‘Amputation prevention center’.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Hoe dramaseries artsen kunnen helpen bij morele keuzes

Drie afleveringen van House M.D. of Dexter op een avond kijken, puur voor de ontspanning? Voor zorgprofessionals kan het ook leerzaam zijn. Mediawetenschapper Merel van Ommen onderzocht hoe dramaseries artsen kunnen helpen om beter om te gaan met moreel ingewikkelde situaties.

Onderliggend denkpatroon stuurt voorschrijver bij keuze voor geneesmiddel

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een afweging tussen richtlijnen, ervaring en patiëntkenmerken. Indeling in vier voorschrijversprofielen geeft inzicht in de eigen afwegingen. “En het helpt te begrijpen waarom een collega een andere beslissing neemt.”

‘Medicatiebeleid in de laatste levensfase kan beter’

6 op de 10 patiënten in de palliatieve fase krijgt door de huisarts medicatie voorgeschreven die niet langer passend is. Dat blijkt uit een onlangs verschenen factsheet van Nivel en PZNL. “We moeten voorschrijfgewoonten kritisch onder de loep nemen”, zegt Yvonne de Man, senior onderzoeker bij Nivel.

Casus: vrouw met pijnlijke oorschelp

Een 55-jarige vrouw heeft een hoed in haar hand als ze uw spreekkamer binnenkomt. Sinds een maand heeft zij ’s nachts last van pijn aan het linkeroor. Op de oorrand ziet u een nodulus die bij druk zeer pijnlijk is. Wat is uw diagnose?

‘Live well, die well’: rol van vrijwilligers in de laatste levensfase

Vrijwilligers aan het sterfbed in het ziekenhuis maken een groot verschil, stelt Anne Goossensen. Ze luisteren, troosten en verlichten de werkdruk van zorgverleners. “Ze bieden een luisterend oor en zijn aanwezig, zonder haast of medische agenda.”

Waarom melden vrouwen vaker bijwerkingen van medicijnen?

Vrouwen blijken vaker bijwerkingen van medicijnen te melden dan mannen. Onderzoeker Sieta de Vries van het UMC Groningen probeert te achterhalen hoe dit komt. En dat blijkt complexer dan het lijkt.

Gezondheid van mens, dier en natuur horen bij elkaar

Voorheen circuleerden het westnijl- en het usutuvirus alleen in Zuid-Europa. Maar inmiddels komen ze ook voor in Nederlandse vogels en muggen. Viroloog Marion Koopmans ziet daarin een duidelijke les: “De gezondheid van mensen kun je niet los zien van die van dieren en ecosystemen.”

Casus: hoestende man met koorts en dyspneu

Een 31-jarige Poolse man die vanwege de ziekte van Crohn wordt behandeld met infliximab bezoekt de SEH, omdat hij al twee weken hoest en benauwd is. Ook heeft hij koorts. Een antibioticumkuur van de huisarts heeft geen effect gehad. Wat is uw diagnose?

Casus: man met huidafwijking op de rug

Een 69-jarige man komt op uw spreekuur om een verruca seborrhoica in het gelaat te laten controleren. Bij algehele inspectie ziet u ook een huidafwijking op de rug. Wat is uw diagnose?

´Voorkom medicijn­resten, begin bij je eigen voorschrijven´

Minder diclofenac, lagere hormoondoses, terughoudend met azitromycine - zo kunnen zorgverleners volgens een recent rapport van het IVM bijdragen aan schoner water. “Aan de overwegingen die artsen maken bij voorschrijven zou ook duurzaamheid moeten worden toegevoegd.”