Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Vitamine A vermindert risico op astma later in de kindertijd
Extra inname van vitamine A, maar niet van β-caroteen, halverwege de kindertijd gaat gepaard met een toegenomen longfunctie op latere leeftijd en een afgenomen risico op een manifeste luchtwegobstructie en astma. Dit is gevonden in de Avon Longitudinal Study of Parents and Children uit het Verenigd Koninkrijk.
De toegenomen prevalentie van astma in de tweede helft van de vorige eeuw kan gedeeltelijk veroorzaakt zijn door een verminderde consumptie van voedingsmiddelen die rijk zijn aan antioxidanten. Hier zijn meerdere aanwijzingen voor. Zo hebben astmapatiënten in hun bloedsomloop en luchtwegen meer oxidatieve stress dan mensen zonder astma. Dit is naar verluidt een gevolg van de activiteiten van vrije zuurstofradicalen.
Micronutriënten
Om de schade door deze vrije zuurstofradicalen te remmen, moet de voeding antioxidanten bevatten, zoals vitaminen A en E. Carotenoïden zijn de voorlopers van vitamine A; α-tocoferol is de actieve vorm van vitamine E, dat door de lever wordt getransporteerd en gebruikt. Deze micronutriënten zouden een gunstige invloed kunnen hebben op het risico op astma en andere allergische aandoeningen.
Inname door de moeder
Er zijn aanwijzingen dat de inname van vitamine A en E door de moeder tijdens de zwangerschap het risico op astma en allergie bij het kind kan verminderen. Terwijl de voedingsoverdracht van de moeder tijdens de zwangerschap op de foetus plaatsvindt via de placenta, vindt de voedingsoverdracht tijdens de zuigelingen- en kindertijd plaats via respectievelijk de moedermelk en de darmen van het kind.
Gezien deze verschillende routes van voedingsoverdracht kunnen de immunologische effecten van foetale blootstelling via de voeding verschillen van de blootstelling via de voeding tijdens het vroege leven.
Er is weinig onderzoek gedaan naar het verband tussen de blootstelling aan vitamine A en E tijdens het vroege leven en het risico op astma bij kinderen. De resultaten zijn tegenstrijdig. Bovendien hebben de meeste studies een retrospectieve case-control of cross-sectionele opzet. Om de vermeende rol van vitamine A en E tijdens het vroege leven op het risico van astma bij kinderen op te helderen, is er dan ook behoefte aan prospectieve studies.
Wel verband met vitamine A, maar niet met β-caroteen
Onderzoekers uit het Verenigd Koninkrijk analyseerden of een hogere inname van vitamine A of provitamine β-caroteen halverwege de kindertijd gepaard ging met een toegenomen longfunctie en een afgenomen astma-risico tijdens de adolescentie.
Een hogere inname van vitamine A ging gepaard met een toegenomen longfunctie en een afgenomen risico op het ontstaan van astma. Bij vergelijking van de hoogste en laagste kwartielen voor de inname van deze micronutriënten waren de regressiecoëfficiënten voor de FEV1 0,21 (p-waarde voor trend: 0,008) en voor de FEF25-75 0,18 (p-waarde voor trend: 0,02). De odds ratio voor de FEV1/FVC-ratio onder de ondergrens van normaal was 0,49 (p-waarde voor trend: 0,04) en voor het ontstaan van astma 0,68 (p-waarde voor trend: 0,07).
Daarentegen was er geen bewijs voor een verband met β-caroteen. Verder waren er aanwijzingen dat het verband tussen de inname van vitamine A en de longfunctie beïnvloed werd door polymorfismen in enkele genen (BCMO1, NCOR2 en CC16).
Referentie: Talaei M, Hughes DA, Mahmoud O, Emmett PM, Granell R, Guerra S, Shaheen SO. Dietary intake of vitamin A, lung function, and incident asthma in childhood. Eur Respir J. 2021 Apr 1:2004407. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33795317/, https://erj.ersjournals.com/content/early/2021/03/18/13993003.04407-2020