DOQ

Vitamine A vermindert risico op astma later in de kindertijd

Extra inname van vitamine A, maar niet van β-caroteen, halverwege de kindertijd gaat gepaard met een toegenomen longfunctie op latere leeftijd en een afgenomen risico op een manifeste luchtwegobstructie en astma. Dit is gevonden in de Avon Longitudinal Study of Parents and Children uit het Verenigd Koninkrijk.

De toegenomen prevalentie van astma in de tweede helft van de vorige eeuw kan gedeeltelijk veroorzaakt zijn door een verminderde consumptie van voedingsmiddelen die rijk zijn aan antioxidanten. Hier zijn meerdere aanwijzingen voor. Zo hebben astmapatiënten in hun bloedsomloop en luchtwegen meer oxidatieve stress dan mensen zonder astma. Dit is naar verluidt een gevolg van de activiteiten van vrije zuurstofradicalen.

Micronutriënten

Om de schade door deze vrije zuurstofradicalen te remmen, moet de voeding antioxidanten bevatten, zoals vitaminen A en E. Carotenoïden zijn de voorlopers van vitamine A; α-tocoferol is de actieve vorm van vitamine E, dat door de lever wordt getransporteerd en gebruikt. Deze micronutriënten zouden een gunstige invloed kunnen hebben op het risico op astma en andere allergische aandoeningen.

(Foto: Pixabay)

Inname door de moeder

Er zijn aanwijzingen dat de inname van vitamine A en E door de moeder tijdens de zwangerschap het risico op astma en allergie bij het kind kan verminderen. Terwijl de voedingsoverdracht van de moeder tijdens de zwangerschap op de foetus plaatsvindt via de placenta, vindt de voedingsoverdracht tijdens de zuigelingen- en kindertijd plaats via respectievelijk de moedermelk en de darmen van het kind.

Gezien deze verschillende routes van voedingsoverdracht kunnen de immunologische effecten van foetale blootstelling via de voeding verschillen van de blootstelling via de voeding tijdens het vroege leven.
Er is weinig onderzoek gedaan naar het verband tussen de blootstelling aan vitamine A en E tijdens het vroege leven en het risico op astma bij kinderen. De resultaten zijn tegenstrijdig. Bovendien hebben de meeste studies een retrospectieve case-control of cross-sectionele opzet. Om de vermeende rol van vitamine A en E tijdens het vroege leven op het risico van astma bij kinderen op te helderen, is er dan ook behoefte aan prospectieve studies.

Wel verband met vitamine A, maar niet met β-caroteen

Onderzoekers uit het Verenigd Koninkrijk analyseerden of een hogere inname van vitamine A of provitamine β-caroteen halverwege de kindertijd gepaard ging met een toegenomen longfunctie en een afgenomen astma-risico tijdens de adolescentie.

Een hogere inname van vitamine A ging gepaard met een toegenomen longfunctie en een afgenomen risico op het ontstaan van astma. Bij vergelijking van de hoogste en laagste kwartielen voor de inname van deze micronutriënten waren de regressiecoëfficiënten voor de FEV1 0,21 (p-waarde voor trend: 0,008) en voor de FEF25-75 0,18 (p-waarde voor trend: 0,02). De odds ratio voor de FEV1/FVC-ratio onder de ondergrens van normaal was 0,49 (p-waarde voor trend: 0,04) en voor het ontstaan van astma 0,68 (p-waarde voor trend: 0,07).

Daarentegen was er geen bewijs voor een verband met β-caroteen. Verder waren er aanwijzingen dat het verband tussen de inname van vitamine A en de longfunctie beïnvloed werd door polymorfismen in enkele genen (BCMO1, NCOR2 en CC16).


Referentie: Talaei M, Hughes DA, Mahmoud O, Emmett PM, Granell R, Guerra S, Shaheen SO. Dietary intake of vitamin A, lung function, and incident asthma in childhood. Eur Respir J. 2021 Apr 1:2004407. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33795317/, https://erj.ersjournals.com/content/early/2021/03/18/13993003.04407-2020

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Hoe dramaseries artsen kunnen helpen bij morele keuzes

Drie afleveringen van House M.D. of Dexter op een avond kijken, puur voor de ontspanning? Voor zorgprofessionals kan het ook leerzaam zijn. Mediawetenschapper Merel van Ommen onderzocht hoe dramaseries artsen kunnen helpen om beter om te gaan met moreel ingewikkelde situaties.

Onderliggend denkpatroon stuurt voorschrijver bij keuze voor geneesmiddel

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een afweging tussen richtlijnen, ervaring en patiëntkenmerken. Indeling in vier voorschrijversprofielen geeft inzicht in de eigen afwegingen. “En het helpt te begrijpen waarom een collega een andere beslissing neemt.”

‘Medicatiebeleid in de laatste levensfase kan beter’

6 op de 10 patiënten in de palliatieve fase krijgt door de huisarts medicatie voorgeschreven die niet langer passend is. Dat blijkt uit een onlangs verschenen factsheet van Nivel en PZNL. “We moeten voorschrijfgewoonten kritisch onder de loep nemen”, zegt Yvonne de Man, senior onderzoeker bij Nivel.

Casus: vrouw met pijnlijke oorschelp

Een 55-jarige vrouw heeft een hoed in haar hand als ze uw spreekkamer binnenkomt. Sinds een maand heeft zij ’s nachts last van pijn aan het linkeroor. Op de oorrand ziet u een nodulus die bij druk zeer pijnlijk is. Wat is uw diagnose?

‘Live well, die well’: rol van vrijwilligers in de laatste levensfase

Vrijwilligers aan het sterfbed in het ziekenhuis maken een groot verschil, stelt Anne Goossensen. Ze luisteren, troosten en verlichten de werkdruk van zorgverleners. “Ze bieden een luisterend oor en zijn aanwezig, zonder haast of medische agenda.”

Waarom melden vrouwen vaker bijwerkingen van medicijnen?

Vrouwen blijken vaker bijwerkingen van medicijnen te melden dan mannen. Onderzoeker Sieta de Vries van het UMC Groningen probeert te achterhalen hoe dit komt. En dat blijkt complexer dan het lijkt.

Gezondheid van mens, dier en natuur horen bij elkaar

Voorheen circuleerden het westnijl- en het usutuvirus alleen in Zuid-Europa. Maar inmiddels komen ze ook voor in Nederlandse vogels en muggen. Viroloog Marion Koopmans ziet daarin een duidelijke les: “De gezondheid van mensen kun je niet los zien van die van dieren en ecosystemen.”

Casus: hoestende man met koorts en dyspneu

Een 31-jarige Poolse man die vanwege de ziekte van Crohn wordt behandeld met infliximab bezoekt de SEH, omdat hij al twee weken hoest en benauwd is. Ook heeft hij koorts. Een antibioticumkuur van de huisarts heeft geen effect gehad. Wat is uw diagnose?

Casus: man met huidafwijking op de rug

Een 69-jarige man komt op uw spreekuur om een verruca seborrhoica in het gelaat te laten controleren. Bij algehele inspectie ziet u ook een huidafwijking op de rug. Wat is uw diagnose?

´Voorkom medicijn­resten, begin bij je eigen voorschrijven´

Minder diclofenac, lagere hormoondoses, terughoudend met azitromycine - zo kunnen zorgverleners volgens een recent rapport van het IVM bijdragen aan schoner water. “Aan de overwegingen die artsen maken bij voorschrijven zou ook duurzaamheid moeten worden toegevoegd.”