DOQ

Volgorde afbouwen DMARDs en TNF-inhibitors niet van invloed op ziekteactiviteit

De volgorde van afbouwen van DMARDs en TNF-inhibitors heeft geen invloed op het ziekteproces bij reumapatiënten. Dat stellen onderzoekers van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Zij publiceerden de resultaten van hun onderzoek in ‘Annals of Rheumatic Disease’.

DMARDs (disease-modifying antirheumatic drugs, antireumatische geneesmiddelen) zijn de afgelopen jaren steeds effectiever geworden. Daardoor gaan reumapatiënten steeds vaker in remissie. Het ligt dan voor de hand om geneesmiddelen af te bouwen (tapering). Dat is niet alleen kosteneffectief, maar het is ook gunstig voor de patiënt omdat die minder te maken krijgt met schadelijke bijeffecten van de medicatie. Bij onzorgvuldig afbouwen kan tapering echter ook leiden tot een opflakkering van de ziekte. Eerder onderzoek wees uit dat zorgvuldig afbouwen van DMARDs en TNF-inhibitors mogelijk is, al werd nog niet duidelijk welke volgorde het meest effect heeft. Wetenschappers van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam onderzochten daarom de effectiviteit van twee afbouwmethodes.

(bron foto pixabay)

Afbouwen in drie stappen

De auteurs, onder leiding van Elise van Mulligen, promovendus bij de afdeling Reumatologie van het Erasmus Medisch Centrum, includeerden 189 reumapatiënten uit 12 verschillende Nederlandse behandelcentra. Deze verdeelden ze willekeurig over twee groepen die ze twee jaar lang volgden. Bij de ene groep werd eerst de DMARD-therapie afgebouwd, gevolgd door de TNF-inhibitor-therapie, bij de andere gebeurde dat andersom. De onderzoekers bouwden de DMARD-therapie af in drie stappen: de helft van de dosis, een kwart van de dosis, en tenslotte kregen de patiënten geen geneesmiddel meer. De TNF-inhibitor-therapie werd eerst gehalveerd, maar het dosisinterval werd verdubbeld. Daarna stopten de onderzoekers ook deze therapie. Voor elk van de geneesmiddelen duurde het afbouwen 6 maanden, met elke drie maanden aanpassingen aan de dosis in het geval van gecontroleerde ziekte. Het gebruik van glucocorticoïden was niet toegestaan, wel NSAID’s of intra-articulaire glucocorticoïd-injecties.

Ziektevrije remissie

Na een follow-up van twee jaar ervoer 61 een opflakkering van de ziekte na tapering van eerst de DMARD, gevolgd door de TNF-inhibitor. Bij een andere volgorde van tapering was het percentage patiënten met een opflakkering na twee jaar 62 procent. De onderzoekers zagen geen verschillen in ziekteactiviteit, functioneren of progressie op grond van radiografisch onderzoek. Respectievelijk 31 en 21 procent van de patiënten konden het taperingprotocol succesvol afronden, met als gevolg dat na twee jaar respectievelijk 20 en 11 procent van de patiënten in ziektevrije remissie was. In beide groepen zagen de onderzoekers dat alle patiënten die in ziektevrije remissie kwamen, deze status bereikten rond 18 maanden na de start van de follow-up. 

Volgorde niet van invloed

De onderzoekers stellen dat de volgorde van tapering, te beginnen met DMARD- of TNF-inhibitor-therapie of andersom, niet van invloed is op de mate van opflakkering, ziekteactiviteit of fysiek functioneren. De status van ziektevrije remissie werd net iets eerder bereikt bij patiënten bij wie de DMARD als eerste werd afgebouwd. De onderzoekers stellen dat de volgorde van afbouwen daarom niet van invloed is. Ze voegen toe dat het vanuit een financieel standpunt aantrekkelijk kan zijn om eerst de TNF-inhibitor af te bouwen. 


Tapering Towards DMARD-free Remission in Established Rheumatoid Arthritis: 2-year Results of the TARA Trial. Van Mulligen E, Weel AE, Hazes JM et al. Ann Rheum Dis. 2020 Jun 1;annrheumdis-2020-217485. doi: 10.1136/annrheumdis-2020-217485.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”

‘Impliciete sturing kan samen beslissen verstoren’

Het proces van samen beslissen kan worden verstoord door onbewuste aansturing op een bepaalde behandeling, aldus Anneleen Timmer en Suzanne Festen. “Misschien gaan veel behandelaars er onbewust vanuit dat de patiënt alles op alles wil zetten om de ziekte te bestrijden.”