Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Volgorde afbouwen DMARDs en TNF-inhibitors niet van invloed op ziekteactiviteit
De volgorde van afbouwen van DMARDs en TNF-inhibitors heeft geen invloed op het ziekteproces bij reumapatiënten. Dat stellen onderzoekers van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Zij publiceerden de resultaten van hun onderzoek in ‘Annals of Rheumatic Disease’.
DMARDs (disease-modifying antirheumatic drugs, antireumatische geneesmiddelen) zijn de afgelopen jaren steeds effectiever geworden. Daardoor gaan reumapatiënten steeds vaker in remissie. Het ligt dan voor de hand om geneesmiddelen af te bouwen (tapering). Dat is niet alleen kosteneffectief, maar het is ook gunstig voor de patiënt omdat die minder te maken krijgt met schadelijke bijeffecten van de medicatie. Bij onzorgvuldig afbouwen kan tapering echter ook leiden tot een opflakkering van de ziekte. Eerder onderzoek wees uit dat zorgvuldig afbouwen van DMARDs en TNF-inhibitors mogelijk is, al werd nog niet duidelijk welke volgorde het meest effect heeft. Wetenschappers van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam onderzochten daarom de effectiviteit van twee afbouwmethodes.

Afbouwen in drie stappen
De auteurs, onder leiding van Elise van Mulligen, promovendus bij de afdeling Reumatologie van het Erasmus Medisch Centrum, includeerden 189 reumapatiënten uit 12 verschillende Nederlandse behandelcentra. Deze verdeelden ze willekeurig over twee groepen die ze twee jaar lang volgden. Bij de ene groep werd eerst de DMARD-therapie afgebouwd, gevolgd door de TNF-inhibitor-therapie, bij de andere gebeurde dat andersom. De onderzoekers bouwden de DMARD-therapie af in drie stappen: de helft van de dosis, een kwart van de dosis, en tenslotte kregen de patiënten geen geneesmiddel meer. De TNF-inhibitor-therapie werd eerst gehalveerd, maar het dosisinterval werd verdubbeld. Daarna stopten de onderzoekers ook deze therapie. Voor elk van de geneesmiddelen duurde het afbouwen 6 maanden, met elke drie maanden aanpassingen aan de dosis in het geval van gecontroleerde ziekte. Het gebruik van glucocorticoïden was niet toegestaan, wel NSAID’s of intra-articulaire glucocorticoïd-injecties.
Ziektevrije remissie
Na een follow-up van twee jaar ervoer 61 een opflakkering van de ziekte na tapering van eerst de DMARD, gevolgd door de TNF-inhibitor. Bij een andere volgorde van tapering was het percentage patiënten met een opflakkering na twee jaar 62 procent. De onderzoekers zagen geen verschillen in ziekteactiviteit, functioneren of progressie op grond van radiografisch onderzoek. Respectievelijk 31 en 21 procent van de patiënten konden het taperingprotocol succesvol afronden, met als gevolg dat na twee jaar respectievelijk 20 en 11 procent van de patiënten in ziektevrije remissie was. In beide groepen zagen de onderzoekers dat alle patiënten die in ziektevrije remissie kwamen, deze status bereikten rond 18 maanden na de start van de follow-up.
Volgorde niet van invloed
De onderzoekers stellen dat de volgorde van tapering, te beginnen met DMARD- of TNF-inhibitor-therapie of andersom, niet van invloed is op de mate van opflakkering, ziekteactiviteit of fysiek functioneren. De status van ziektevrije remissie werd net iets eerder bereikt bij patiënten bij wie de DMARD als eerste werd afgebouwd. De onderzoekers stellen dat de volgorde van afbouwen daarom niet van invloed is. Ze voegen toe dat het vanuit een financieel standpunt aantrekkelijk kan zijn om eerst de TNF-inhibitor af te bouwen.
Tapering Towards DMARD-free Remission in Established Rheumatoid Arthritis: 2-year Results of the TARA Trial. Van Mulligen E, Weel AE, Hazes JM et al. Ann Rheum Dis. 2020 Jun 1;annrheumdis-2020-217485. doi: 10.1136/annrheumdis-2020-217485.