Voorbehandelen van rode bloedcellen met NO reduceert complicaties bij bloedtransfusie
Een nieuwe behandeling met NO vermindert mogelijk de gevaarlijke bijwerkingen die verband houden met de transfusie van rode bloedcellen, aldus een studie van dr. Warren Zapol, et al. van het General Hospital in Boston. De resultaten van het onderzoek staan gepubliceerd in het vakblad Anesthesiology van november.
De belangrijkste bijwerking van een bloedtransfusie met rode cellen is pulmonaire hypertensie waarbij de verhoogde bloeddruk kan leiden tot hartfalen. De behandeling impliceert dat rode bloedcellen die worden verzameld worden blootgesteld aan NO-gas.
Transfusies kunnen levensreddend zijn na een trauma of operatie. Waarbij het veelal gaat om de transfusie van rode bloedcellen. In Anesthesiology geeft Zapol aan dat vers opgeslagen bloed vaak langer dan 42 dagen wordt opgeslagen en dan nog gebruikt mag worden. Recent onderzoek laat echter zien dat bloed dat langer dan 30 dagen is opgeslagen kan leiden tot pulmonaire hypertensie en een verminderde overleving van de rode cellen, waardoor de lichaamscellen van de bloedontvanger niet genoeg zuurstof krijgen. In Nederland krijgen jaarlijks 250.000 mensen een bloedtransfusie. Het betreft onder andere slachtoffers van ongevallen, patiënten die een operatie ondergaan en patiënten die voor kanker of bloedziekten worden behandeld. Een deel daarvan krijgt dus mogelijk bloed dat langer dan 30 dagen is bewaard (red. cijfers vooralsnog onbekend). In Amerika gaat het dan om zo’n 300.000 patiënten per jaar.
Binnen het onderzoek met lammetjes werd bloed langer dan 40 dagen bewaard en vervolgens blootgesteld aan NO, een gas dat vaak wordt gebruikt om kinderen met pulmonaire hypertensie te behandelen. De wetenschappers zagen daarbij dat de het bloed dat niet werd voorbehandeld met NO een verdubbeling gaf van de vasoconstrictie in de bloedvaten van de longen. Het NO gaf als het ware een verjongingskuur aan de rode bloedcellen, waardoor ze meer flexibel werden en eenvoudiger door de bloedvaten konden reizen.
Bron: Anesthesiology Journal
Auteur: Lennard Bonapart
anesthesiology, wetenschappelijk