DOQ

Vroege behandeling van artralgie met metho­trexaat beïnvloedt ziekte­modi­ficatie

Methotrexaat starten in het pre-artritisstadium van gewrichtssymptomen en subklinische ontsteking verandert het ziekteverloop. Het ontstaan van klinische artritis wordt niet voorkomen, wel kan het de ziektelast blijvend verminderen. Dit blijkt uit Nederlands onderzoek waarvan de resultaten door arts-onderzoeker reumatologie Doortje Krijbolder op de EULAR 2022 werden gepresenteerd.

Momenteel wordt methotrexaat gestart als eerstelijnsbehandeling wanneer artritis klinisch duidelijk wordt met gewrichtszwelling. Ziekteprocessen beginnen echter lang eerder en worden klinisch herkenbaar wanneer patiënten symptomen ontwikkelen. De onderzoekers veronderstellen dat de ‘at risk-fase’ van symptomen en subklinische gewrichtsontsteking een therapeutisch venster is om het ziekteverloop te kunnen beïnvloeden. Zij wilden weten of interventie in de pre-artritisfase van artralgie en subklinische gewrichtsontsteking het ontstaan ​​van klinische artritis kan voorkomen en/of de ziektelast kan verminderen.

Tweejarige proof-of-concept studie

In een gerandomiseerde, dubbelblinde, twee jaar durende proof-of-concept studie, werden volwassenen met artralgie waarvan klinisch werd vermoed dat dit zich zou kunnen ontwikkelen tot reumatoïde artritis (RA) en MRI-gedetecteerde subklinische gewrichtsontsteking, gerekruteerd uit alle poliklinieken voor reumatologie in het zuidwesten van Nederland. Zij werden willekeurig toegewezen aan een enkele intramusculaire injectie met glucocorticoïden (120 mg) en een eenjarige kuur met oraal methotrexaat (tot 25 mg/week), of een placebo-injectie en placebotabletten. Vervolgens werden de deelnemers nog een jaar gevolgd zonder studiemedicatie.

Klinisch detecteerbare artritis

Het primaire eindpunt was de ontwikkeling van klinisch detecteerbare artritis (RA-criteria van 2010 of ≥2 gewrichten) die ten minste twee weken aanhield. Door de patiënt gerapporteerd fysiek functioneren, samen met symptomen en arbeidsgeschiktheid, waren belangrijke secundaire eindpunten en werden viermaandelijks gemeten. Daarnaast werd het verloop van MRI-gedetecteerde ontsteking bestudeerd (de som van tenosynovitis, synovitis, osteitis, gescoord met de RA-MRI Scoring (RAMRIS) methode).
Alle deelnemers deden mee aan de intention-to-treat-analyse. Daarnaast zijn twee vooraf gespecificeerde subgroepanalyses uitgevoerd. De eerste betrof een analyse bij deelnemers met een hoog risico op de ontwikkeling van klinische artritis (PPV ≥70%). Bij de tweede analyse werd gestratificeerd voor ACPA-status.

Significante verbetering

In totaal werden 236 deelnemers ad random toegewezen aan behandeling (n=119) of placebo (n=117). Na 24 maanden was de artritisvrije overleving vergelijkbaar in beide groepen (80% versus 82%, HR 0,81 (95%CI 0,45-1,48)). Lichamelijk functioneren verbeterde meer in de behandelingsgroep gedurende de eerste maanden en bleef ook significant beter over een periode van twee jaar. Ook pijn, ochtendstijfheid en aanwezigheid op werk toonden alle een aanhoudende significante verbetering in vergelijking met placebo. MRI-gedetecteerde gewrichtsontsteking was ook aanhoudend verbeterd.

“Interventie in de pre-artritisfase kan de ziektemodificatie aanhoudend beïnvloeden”

Vertraging ontwikkeling klinische artritis

Deelnemers in de behandelingsgroep met een hoog risico op de ontwikkeling van klinische artritis vertoonden een vertraging in die ontwikkeling: ze ontwikkelden het eindpunt minder vaak tijdens de behandeling, maar de frequenties werden vergelijkbaar na 24 maanden (67% in beide groepen). Een vergelijkbaar vertragend effect werd waargenomen bij ACPA-positieve deelnemers, waarbij 48% en 52% aanhoudende klinische artritis ontwikkelden na 24 maanden. Het aantal ernstige bijwerkingen was gelijk tussen de groepen; bijwerkingen werden zoals verwacht veroorzaakt door gebruik van methotrexaat.
Dit is de eerste studie die laat zien dat interventie in de pre-artritisfase van reumatoïde artritis de ziektemodificatie aanhoudend kan beïnvloeden.

Referentie: D. Krijbolder D, Verstappen M, van Dijk B, et al. Intervention with methotrexate in arthralgia at risk for rheumatoid arthritis to reduce the development of persistent arthritis and its disease burden (treat earlier): a double-blind, randomized, placebo-controlled trial. EULAR 2022. Oral presentation OP0070

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Een medifoor gebruiken in medische gesprekken: zeven tips

Een medifoor is een getekende metafoor die helpt bij het eenvoudig uitleggen van medische begrippen. Charlie Obihara is initiatiefnemer van het Medifoor platform en legt uit hoe ze te gebruiken. “Ook voor volwassenen is het goed om de informatie juist te verpakken.”

Casus: man met koorts, malaise en huiduitslag

Een 36-jarige man heeft klachten van koorts, malaise en huiduitslag. Hij is 3 weken geleden teruggekeerd van een vakantie naar Bangkok. Wat is uw diagnose?

Spraakherkenning zorgt voor minder administratielast

Spraakherkenning leidt tot snelle, efficiënte dossiervoering voor de arts. Harm Wesseling legt uit hoe dit in de praktijk wordt gebruikt en welke winst er behaald kan worden. “Artsen kunnen eerder hun rapportage afronden. Dat hoeven ze dan niet ’s avonds nog te doen.”

Verlies­sensitief werken in de zorg

Artsen: herken en erken verlies bij de patiënten, stelt Herman de Mönnink. Hiermee kunnen leed en complicaties worden voorkomen. “Op het moment dat je ruimte neemt voor je eigen emotionele werkstress, kun je ook ruimte nemen voor de kant van de patiënt.”

Casus: patiënt met pijnlijke oorschelp en gewrichtsklachten

Dit is de tweede keer dat u deze 32-jarige patiënt ziet met dezelfde klacht. Vandaag gaat de pijnlijke rechter oorschelp ook gepaard met gewrichtsklachten. Het gehoor is goed en patiënt heeft geen neusobstructie of een inspiratoire stridor. Er is geen trauma in de anamnese. Wat is uw diagnose?

Casus: man met buikklachten en veranderd defecatiepatroon

Een man wordt gestuurd naar de polikliniek in verband met geleidelijk toenemende buikklachten met een verandering van het defecatiepatroon. Wat is uw diagnose?

AI-gestuurd model verbetert doorstroom

Esther Janssen ontwikkelde een AI-gestuurd model dat voor de operatie al voorspellingen doet over het ontslagmoment van een patiënt en de benodigde nazorg, en zo de doorstroom te verbeteren. “Hiermee kun je eerder schakelen, door nazorgpartners te benaderen.”

SPAT voor allergietesten

Senne Gorris bedacht de SPAT: een automatische machine die alle allergiekrasjes in een keer zet. Dit maakt de testen betrouwbaarder en sneller. “De resultaten zijn na een kwartier bekend en overal waar de SPAT wordt gebruikt zijn de testen en dus de uitslagen gelijk.”

Machte­loosheid drijft artsen tot ‘medische gas­lighting’

De uitdrukking ‘medische gaslighting’ popt steeds vaker op in discussies onder ontevreden patiënten en in de medische wereld zelf. Marlies van Hemert legt uit wat dit betekent en hoe om te gaan met de patiënt als een diagnose uitblijft. “Bescheidenheid helpt.”

Casus: patiënt met probleem bij uitsteken tong

Uw 24-jarige ietwat schuchtere patiënt 'steekt' zijn tong direct naar u uit als u vraagt wat u voor hem kan doen. Daarna vervolgt hij dat hij maar één probleem heeft... Wat is uw diagnose?


0
Laat een reactie achterx