Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Vrouwen hebben meer kans op complicaties na linkerhartoor-sluiting
Na een linkerhartoor-sluiting blijken er bij vrouwen significant meer complicaties op te treden dan bij mannen. Dit is naar voren gekomen uit een Amerikaanse database-analyse van bijna 50.000 patiënten, die in JAMA Cardiology is gepubliceerd.
De preventie van beroerten is een belangrijk aspect van de behandeling van atriumfibrilleren (AF). Veel AF-patiënten krijgen antistollingsmedicatie. Om verschillende redenen kan een niet-medicamenteus beleid geschikter zijn.
Voor geselecteerde AF-patiënten is linkerhartoor-sluiting een alternatief voor antistolling. In de klinische studies naar deze interventie zijn vrouwen ondervertegenwoordigd. Bovendien zijn er weinig geslacht-specifieke subanalyses gedaan.
Amerikaanse database-analyse
In de huidige analyse van het National Cardiovascular Data Registry (NCDR) zijn de gegevens geanalyseerd van bijna 50.000 patiënten die tussen 1 januari 2016 en 30 juni 2019 een linkerhartoor-sluiting ondergingen met het Watchman-apparaat. Het doel was om te evalueren of er bij patiënten die deze interventie ondergingen, sekseverschillen bestonden in de kenmerken op baseline en wat na een linkerhartoor-sluiting de uitkomsten in het ziekenhuis waren. De gemiddelde leeftijd was 76,1 jaar; ruim 20.000 patiënten (41,3%) waren vrouwen en bijna 30.000 (58,7%) waren mannen. In vergelijking met de mannen waren de vrouwen ouder en hadden zij een hogere prevalentie van paroxysmaal AF, eerdere beroerte en ongecontroleerde hypertensie, maar een lagere prevalentie van congestief hartfalen, diabetes en coronaire hartziekte.
Sekseverschillen
Er waren meerdere primaire uitkomstmaten: afgebroken of geannuleerde procedure, het optreden van alle en ernstige complicaties, de noodzaak voor een langdurig ziekenhuisverblijf en overlijden. Ongecorrigeerde en multivariabele gecorrigeerde logistische regressieanalyses werden uitgevoerd om sekseverschillen wat betreft het optreden van complicaties tijdens de opname te beoordelen. Na multivariabele correctie waren er geen verschillen in afgebroken of geannuleerde procedures tussen vrouwen en mannen (3,0 vs. 2,9%; odds ratio 1,01). Vrouwen hadden meer kans dan mannen op complicaties (6,3 vs. 3,9%; OR 1,63; p < 0,001) of ernstige complicaties (4,1 vs. 2,0%; OR 2,06; p < 0,001). De meest voorkomende complicaties waren pericardiale effusie waarvoor een drainage nodig was (1,2 vs. 0,5%), en ernstige bloedingen (1,7 vs. 0,8%). Vrouwen hadden ook meer kans dan mannen om langer dan 1 dag in het ziekenhuis te moeten blijven (16,0 vs. 11,6%; aangepaste OR 1,46; p < 0,001) of om te overlijden (aangepaste OR 2,01; p = 0,001). Overigens overleden weinig patiënten en waren de absolute verschillen in het aantal overlijdensgevallen minimaal (0,3 vs. 0,1%; p < 0,001).
Belangrijkste bevindingen en nader onderzoek
In deze cohortstudie van bijna 50.000 patiënten die een linkerhartoor-sluiting ondergingen, hadden vrouwen meer kans dan mannen op ernstige complicaties, een lange opname en op overlijden in het ziekenhuis. Er is nader onderzoek gewenst om de risico’s te verminderen bij vrouwen die linkerhartoor-sluiting ondergaan, met name naar strategieën om het risico op pericardiale effusie en ernstige bloedingen te verminderen.
Referenties: Darden D, Duong T, Du C, et al. Sex Differences in Procedural Outcomes Among Patients Undergoing Left Atrial Appendage Occlusion: Insights From the NCDR LAAO Registry. JAMA Cardiol. 2021;6:1275-1284.