DOQ

Vrouwen met brandwonden herstellen langzamer en hebben extra zorg nodig

Vrouwen herstellen na een brandwondenongeval langzamer en ervaren een lagere kwaliteit van leven dan mannelijke patiënten met brandwonden. Dit geldt ook voor mensen met psychische klachten en de mensen met de meest ernstige brandwonden. Een herstelmodel moetgepersonaliseerde nazorg mogelijk maken.

Vrouwen herstellen na een brandwondenongeval langzamer en ervaren een lagere kwaliteit van leven dan mannelijke patiënten met brandwonden, zo concludeert onderzoeker Inge Spronk in haar proefschrift ‘The Burden of Burn Injuries’. Dit geldt ook voor mensen met psychische klachten en de mensen met de meest ernstige brandwonden. Om dit op te lossen presenteert Spronk een herstelmodel dat gepersonaliseerde nazorg mogelijk maakt. Door middel van dit model wordt er een schatting gemaakt van het herstel van de kwaliteit van leven van de patiënt. Dit biedt een handvat aan zowel de patiënt als de zorgverlener om herstel te verbeteren.

Brandwonden-vrouwen_-volkan-olmez_Unsplash
(Foto: Unsplash / Volkan Olmez)

Gepersonaliseerde nazorg

‘’Patiënten geven aan dat ze behoefte hebben aan informatie van andere patiënten om zo inzicht te krijgen in het verwachte verloop van hun kwaliteit van leven’’, benadrukt Spronk. ‘’Nadat patiënten het brandwondencentrum na een lange en intensieve behandeling verlaten, vallen ze vaak in een zwart gat. Ze weten niet wat voor effecten ze op zowel de korte als de lange termijn kunnen verwachten en dat brengt grote onzekerheid met zich mee. Informatie over de mogelijke gevolgen biedt een perspectief. Doordat iedere brandwondenpatiënt uniek is, is gepersonaliseerde nazorg essentieel.’’

Herstelmodel lange termijn

Spronk: ‘’Door de toevoeging van het nieuwe herstelmodel aan de bestaande nazorg wordt het gestructureerder, patiëntvriendelijker en realistischer voor een patiënt met brandwonden.’’ Op dit moment is er enkel gepersonaliseerde informatie beschikbaar, voor de korte termijn. Door middel van deze nieuwe inzichten is er nu ook informatie over  de lange termijn gevolgen. Aan de hand van leeftijd, geslacht, percentage brandwonden en de opnameduur in het ziekenhuis schat het model tot 24 maanden daarna hoe de kwaliteit van leven van een patiënt zal herstellen.

Nazorgmethode

Spronk: “Deze gepersonaliseerde informatie zorgt voor een eerlijker beeld van het toekomstperspectief van de patiënt. Daarnaast biedt deze kennis de mogelijkheid voor de zorgverlener om in de gaten te houden of de patiënt volgens verwachting herstelt zodat de zorgverlening zo nodig tijdig kan ingrijpen met een gepaste behandeling.’’

De brandwondencentra willen het model in de nazorgmethode plaatsen. Dat is een e-health-toepassing speciaal voor brandwondenpatiënten waar relevante informatie op een begrijpelijke manier wordt uitgelegd en waar patiënten worden geholpen bij het maken van keuzes.

Beter inzicht in kwaliteit van leven

Spronks’ promotieonderzoek biedt een nieuw model voor gepersonaliseerde nazorg, leidt tot inzichten in het verloop van de kwaliteit van leven van brandwondenpatiënten op de lange termijn en heeft een realistischer beeld van de ziektelast geschetst. Het onderzoek laat zien dat het noodzakelijk is om mogelijke angst, depressie en pijn bij patiënten altijd goed in de gaten te houden en extra aandacht te besteden aan de drie eerder genoemde groepen in de nazorg en ze in te lichten over de verwachtingen. Spronk: ‘’Gepersonaliseerde nazorg is zeer belangrijk. Resultaten uit dit onderzoek dragen bij aan verdere optimalisering hiervan.’’


Voor haar proefschrift werkte Inge Spronk onder meer in het brandwondencentrum van het Maasstad Ziekenhuis en op de afdeling Maatschappelijke gezondheidszorg in het Erasmus Medisch Centrum onder begeleiding van dr. Margriet van Baar, dr. Suzanne Polinder en prof. Esther van Middelkoop. De geïncludeerde patiënten werden behandeld in één van de drie Nederlandse Brandwondencentra (Groningen, Beverwijk of Rotterdam). Het onderzoek van Inge Spronk werd gefinancierd door de Nederlandse Brandwonden Stichting.

Bron: Nederlandse Brandwonden Stichting
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?