Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Waardegedreven zorg: ‘We moeten integraler denken en werken’
Gepersonaliseerd kijken naar uitkomsten en naar kosten: zo omschrijft reumatoloog prof. dr. Angelique Weel-Koenders de essentie van waardegedreven zorg. Zij is tevens hoogleraar Bewijsgestuurde waardecreatie in de patiëntenzorg. In december 2021 hield ze haar oratie aan de Erasmus Universiteit. “Die benoeming is voor mij een grote waardering voor wat ik tot nu toe gedaan heb en een aanmoediging om mijn toekomstige plannen uit te voeren.”
Sturen op passende zorg, zoals het huidige regeerakkoord voorschrijft, sluit goed aan op haar leerstoel, zegt Angelique Weel-Koenders. “Die beweging moeten we in de zorg echt gaan maken, daar kunnen we niet onderuit. Maar hoe bepalen we dat zorg passend en waardevol is? En wat mag dat kosten?” Voor Weel zijn deze vragen het uitgangspunt voor onderbouwde beantwoording. “Tot nu toe worden kosten-effectiviteitsanalyses vooral uitgevoerd op dure geneesmiddelen, en nog onvoldoende op andere interventies in het (digitale) zorgproces. Terwijl ook dat te berekenen is en inzicht geeft in de waarde die een nieuwe interventie toevoegt. ”
Ander gesprek in de spreekkamer
In haar oratie met de titel: ‘Zonder waarde geen zorg’ gaat Weel in op het streven om het zorgproces te laten aansluiten op het verbeteren van uitkomsten n kosten. Maar ze wil vooral de patiëntwaarde verhogen. “Die waarde wordt nu vooral bepaald door klinische uitkomstmaten die veelal door artsen in richtlijnen zijn vastgesteld. Een reumatoloog kijkt bijvoorbeeld naar ziekteactiviteit en kan op grond van deze waardes tevreden zijn. Maar in 50% van de gevallen heeft de patiënt nog wel klachten: pijn, vermoeidheid, lichamelijke beperkingen. De onderwerpen kunnen voor een patiënt veranderen in de loop van het ziekteproces. Op een bepaald moment kan bijvoorbeeld seksualiteit een belangrijk thema worden. Dus hoewel de observatie van de reumatoloog juist zal zijn, moeten we veel meer oog hebben voor de beleving van de patiënt. Het gesprek in de spreekkamer moet gaan over de zieke en niet de ziekte. Dit vraagt ook iets van de patiënt.”
“Ondersteuning van een multidisciplinair team met onder andere verpleegkundigen is erg belangrijk”
Integraler denken en werken
Weel erkent dat een medisch specialist dan tegen beperkingen van zijn eigen kennis en kunde aanloopt. “Daarom is de ondersteuning van een multidisciplinair team met onder andere verpleegkundigen erg belangrijk. En van andere zorgverleners. We moeten integraler gaan denken en werken.” In het Maasstadziekenhuis uit zich dat enerzijds in het gericht uitzetten van de PROM- -vragenlijsten (Patient Reported Outcome Measures) die reumapatiënten invullen voorafgaand aan een consult. Behalve naar ziektebeleving wordt er onder andere gevraagd naar beperkingen op het werk en vermoeidheid. Het consult staat voor een deel in het teken van de PROMs en eventueel volgt een verwijzing naar bijvoorbeeld een seksuoloog, een arbeidskundige of een reumaconsulent. Anderzijds evalueert en optimaliseert het multidisciplinair verbeterteam het zorgproces waar nodig.
“Zelfmanagement en digitalisering zijn kernbegrippen binnen de integrale gepersonaliseerde waardegedreven zorg”
Patiëntendashboard
Zelfmanagement en digitalisering zijn kernbegrippen binnen de integrale gepersonaliseerde waardegedreven zorg die Weel voor ogen heeft. Als voorbeeld noemt ze het persoonlijke patiëntendashboard waarmee ze werkt binnen het Maasstadziekenhuis. Het dashboard is gebaseerd op de door ICHOM vastgestelde uitkomstmaten en gekoppeld aan een zelfmanagementapp. De app bevat informatie en filmpjes. “Zo is de cirkel in feite rond: de patiënt geeft voor het consult aan wat hij of zij belangrijk vindt. Je bespreekt dat samen in het licht van de situatie en vervolgens kun je via de app een deel van de verantwoordelijkheid aan de patiënt overdragen.”
Consistent digitaal netwerk
Een voorwaarde voor optimale waardegedreven gepersonaliseerde zorg, is volgens Weel een consistent digitaal netwerk. Zorgverleners en patiënten moeten hier zowel klinische gegevens als PROMs kunnen inzien. Wat haar betreft mag de overheid een regisserende rol pakken in de evaluatie en de implementatie daarvan. “Er wordt nu voor veel geld aan digitale commerciële interventies ontwikkeld en gekozen voor tal van verschillende applicaties, ook binnen één zorginstelling. Bovendien controleert niemand of bijvoorbeeld een digitale interventie überhaupt effect heeft en of de kosten wel in verhouding staan tot de effectopbrengsten.”
“We zijn te veel gefocust op de ziekte en vergeten om te kijken wat voor de patiënt belangrijk is”
Minder focus op ziekte
Dat sommige patiënten niet digitaal vaardig genoeg zijn om mee te gaan in deze ontwikkeling, realiseert Weel zich. En ook dat juist die mensen vaak de meeste zorg nodig hebben. Dat hoeft volgens haar niet te betekenen dat ontwikkelingen rond digitale zorg moeten worden afgeremd. “We moeten proberen om samen met onder andere de gemeente ook die groepen te bereiken en ze mee te nemen. Bovendien moeten we ook juist met hen meer oog hebben voor preventie van ziekte, want daar begint het. Het valt buiten mijn leerstoel, maar het zou mooi zijn om bijvoorbeeld op het gebied gezondheid projecten op te zetten met scholen in de wijk.”
De holistische blik die reumatologen volgens Weel van oudsher wel hebben, is naar de achtergrond verdwenen door de komst van nieuwe medicijnen. “Daardoor zijn we te veel gefocust op de ziekte en vergeten om te kijken wat voor de patiënt belangrijk is. Ik ben blij dat veel artsen en verpleegkundigen zich weer hiervoor willen gaan inzetten. Ik hoop de waarde daarvan te kunnen onderbouwen.”