DOQ

Waarom de pneumokok soms wél, maar soms ook níet dodelijk uitpakt

Hoe kan het dat de pneumokok-bacterie bij de één fatale hersenvliesontsteking veroorzaakt, terwijl de ander nergens last van heeft? Voor het eerst zijn onderzoekers erin geslaagd om genen bij mens én bacterie in kaart te brengen die daar invloed op hebben. Een publicatie hierover verschijnt 15 mei in Nature Communications.

De pneumokok is de meest voorkomende veroorzaker van hersenvliesontsteking (meningitis of nekkramp). Veel mensen dragen deze bacterie bij zich in de neus of de keel. De meesten ondervinden daar geen hinder van, maar sommigen krijgen hersenvliesontsteking. Dit is een gevreesde ziekte: één op de vijf patiënten met pneumokokken-meningitis overlijdt hieraan. Artsen weten niet goed waarom iemand hersenvliesontsteking krijgt, of waarom de een goed op medicatie reageert en de ander overlijdt, ondanks intensieve behandeling.

Pneumokokken-meningitis

“Wat we nu weten, is dat variatie in de genen van de patiënt én van de bacterie een rol speelt bij pneumokokken-meningitis”, vertelt hoogleraar Neurologische Infectieziekten Diederik van de Beek. Samen met zijn collega’s uit Nederland, Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Afrika, bestudeerde hij jarenlang het DNA van mens en pneumokok, en de interactie tussen de genen. In een artikel in het wetenschappelijke toptijdschrift Nature Communications beschrijven ze de genen die bepalen of iemand meningitis krijgt, en die invloed hebben op de ernst en uitkomst van de ziekte.

Erfelijke kenmerken

“Dit is de eerste studie naar de interactie tussen genen van de mens en die van een bacterie. Het heeft ons meer dan tien jaar gekost om dat voor elkaar te krijgen”, zegt Van de Beek. “Technisch gezien is zoiets erg ingewikkeld.” De genetische verschillen tussen mensen beïnvloeden de kans op pneumokokken-meningitis, constateerden Van de Beek en zijn collega’s. Ook bepalen ze hoe ernstig de ziekte verloopt. De erfelijke kenmerken van de pneumokok bepalen vooral of de bacterie hersenvliesontsteking kan veroorzaken. Bacteriële genen hebben daarentegen weinig effect op het herstel. Nu de genen bekend zijn, luidt de volgende vraag: wat is het onderliggend mechanisme (hoe zorgen die genen ervoor dat iemand ziek wordt) en hoe kunnen we hierop ingrijpen? Van de Beek: “Deze kennis is belangrijk voor het maken van nieuwe vaccins en voor het ontwikkelen van betere behandelingen. We hopen over vijf jaar iets te hebben gevonden waarmee we de patiënt kunnen helpen.”

Model

Van de Beek en zijn groep begonnen in 2006 met het zoeken naar genen bij mens en bacterie die de gevoeligheid voor de pneumokok en het verloop van hersenvliesontsteking bepalen. In de daaropvolgende jaren zochten zij de samenwerking met het Wellcome Sanger Institute te Cambridge (Groot-Brittannië) en andere instellingen in Europa en de VS. Dat leidde uiteindelijk tot een unieke studie van erfelijke kenmerken van patiënten en bacteriën, die als model kan dienen voor andere infectieziekten.

Bron: AmsterdamUMC
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Tussen de spreekkamer en het schetsboek: arts met beeld als tweede taal

Aios dermatologie Loes Vos maakt naast haar werk medische illustraties. Voor collega’s, patiënten én landelijke campagnes vertaalt ze complexe informatie naar helder beeld. “Ik teken bijna bij elk consult wel iets uit.”

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”