DOQ

Wanneer is huilen abnormaal?

In Nederland worden elk jaar ongeveer 700 baby’s opgenomen in het ziekenhuis omdat zij veel huilen. Slechts in 5% van de gevallen heeft dit een medische oorzaak. Toch kan het gehuil een zware emotionele last zijn voor ouders. Kinderarts Karola de Graaf van het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht ontwikkelde een vragenlijst om ouders die worstelen met het huilen van hun baby vroegtijdig op te sporen. “Zo kunnen we ouders eerder helpen en hopelijk veel leed voorkomen.”

Huilen is een manier voor baby’s om te communiceren en prikkels te verwerken. Tegelijkertijd is het gehuil van een baby een doordringend geluid dat moeilijk te negeren is en voor veel problemen kan zorgen. “Ouders van baby’s die veel huilen hebben vaker last van spanning en stress, gevoelens van onzekerheid, angst en depressie”, legt De Graaf uit. “Overmatig huilen kan de hechting tussen ouders en kind verstoren en is een belangrijke risicofactor voor kindermishandeling: in hun wanhoop schudden ouders het kind soms door elkaar om het stil te krijgen. Dit kan leiden tot blijvende hersenschade of zelfs de dood.”

“In het verleden werd ‘de regel van drie’ breed aangehangen”

Kinderarts Karola de Graaf

Abnormaal

Huilen maakt deel uit van het normale, aangeboren gedrag van baby’s. Wanneer is huilen dan abnormaal? “Hiervoor bestaan verschillende definities”, antwoordt De Graaf. “In het verleden werd ‘de regel van drie’ breed aangehangen: de baby huilt langer dan drie uur per dag, minimaal drie dagen per week, ten minste drie opeenvolgende weken. Tegenwoordig gebruiken we de ROME IV-criteria. Volgens die criteria is er sprake van excessief huilen als een baby jonger dan vijf maanden oud langere periodes achter elkaar ontroostbaar huilt, zonder medische oorzaak. Daarbij gaat het vooral om de beleving van de ouders en niet zozeer om de duur van het huilen. In wetenschappelijk onderzoek hanteren we nog wel de grens van drie uur, anders kunnen we excessief huilen niet objectief meten.”

Nederlandse vragenlijst

Circa één op de twintig ouders in Nederland worstelt met het huilen van hun baby. Om die ouders in een vroeg stadium te identificeren en passend te ondersteunen, heeft De Graaf een korte vragenlijst ontwikkeld. “In Amerika bestond al de ‘Infant Crying and Parent Well-being’-vragenlijst. Deze vragenlijst hebben we vertaald naar het Nederlands en gevalideerd in een groep van 488 ouders met een baby jonger dan twaalf maanden oud.” De Nederlandse vragenlijst bevat vier vragen, waaruit een score van 0 tot en met 8 rolt, en twee aanvullende vragen over de duur van het huilen, die niet meetellen voor de score. “Uit ons onderzoek blijkt dat de vragenlijst betrouwbaar en valide is”, vertelt De Graaf. “De vier vragen vertoonden voldoende interne consistentie en droegen allemaal bij aan de score. Die score was positief gecorreleerd met stress, angst en depressie bij de ouders, en negatief gecorreleerd met de draaglast en draagkracht van de ouders. Zowel moeders als vaders met een positieve uitslag – dat wil zeggen: een score van 3 of hoger – rapporteerden meer stress, angst en depressie en minder draaglast en draagkracht dan ouders met een negatieve uitslag.”

“We weten dat verschillende kind-, ouder- en omgevingsfactoren kunnen bijdragen aan het huilen van een baby”

Huilbaby

In de volksmond wordt een baby die veel en langdurig huilt ook wel een ‘huilbaby’ genoemd. De Graaf zou deze benaming liever zien verdwijnen. “Met de term ‘huilbaby’ impliceer je dat het huilen alleen een probleem is van het kind, terwijl we weten dat verschillende kind-, ouder- en omgevingsfactoren kunnen bijdragen aan het huilen van een baby en het huilen impact kan hebben op het gehele gezin. Daarom spreek ik liever van ‘excessief of overmatig huilen’. Het is van belang dat de zorgverlener met de ouders in gesprek gaat over welke factoren een rol kunnen spelen. Denk bijvoorbeeld aan vroeggeboorte, een recente verhuizing, psychische klachten, trauma’s uit het verleden of een gebrek aan sociale steun. In ons onderzoek gaf 32% van de ouders aan te worstelen met het huilen van hun baby.”

“De vragenlijst biedt een praktisch handvat om met ouders een dialoog over het huilen te beginnen”

Taboe

Volgens De Graaf kan de vragenlijst met name waardevol zijn voor jeugdartsen en -verpleegkundigen. “Zij vervullen een sleutelrol in de preventie en vroegsignalering van (mentale) gezondheidsproblemen. De meeste ouders zullen uit zichzelf niet snel benoemen dat hun baby veel huilt en dat zij het lastig vinden om hun kind te troosten of te kalmeren. Dat is een taboe. Als er niet actief wordt gevraagd naar het huilgedrag, dan kunnen ouders zich verloren voelen. De vragenlijst biedt jeugdartsen en -verpleegkundigen een praktisch handvat om met ouders een dialoog over het huilen van hun baby te beginnen.” Jeugdartsen en -verpleegkundigen kunnen de vragenlijst nu al in de spreekkamer gebruiken om ouders die worstelen met het huilen van hun baby vroegtijdig te identificeren. Er bestaat bovendien de wens om een implementatieonderzoek uit te voeren.”

Referentie: De Graaf K, Kwakman YEP, de Kruijff I, et al. Validation of the Dutch Infant Crying and Parent Well-Being screening tool in parents of infants less than 12 months of age. J Pediatr. 2025;276:114326.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Hoe dramaseries artsen kunnen helpen bij morele keuzes

Drie afleveringen van House M.D. of Dexter op een avond kijken, puur voor de ontspanning? Voor zorgprofessionals kan het ook leerzaam zijn. Mediawetenschapper Merel van Ommen onderzocht hoe dramaseries artsen kunnen helpen om beter om te gaan met moreel ingewikkelde situaties.

Onderliggend denkpatroon stuurt voorschrijver bij keuze voor geneesmiddel

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een afweging tussen richtlijnen, ervaring en patiëntkenmerken. Indeling in vier voorschrijversprofielen geeft inzicht in de eigen afwegingen. “En het helpt te begrijpen waarom een collega een andere beslissing neemt.”

‘Medicatiebeleid in de laatste levensfase kan beter’

6 op de 10 patiënten in de palliatieve fase krijgt door de huisarts medicatie voorgeschreven die niet langer passend is. Dat blijkt uit een onlangs verschenen factsheet van Nivel en PZNL. “We moeten voorschrijfgewoonten kritisch onder de loep nemen”, zegt Yvonne de Man, senior onderzoeker bij Nivel.

Casus: vrouw met pijnlijke oorschelp

Een 55-jarige vrouw heeft een hoed in haar hand als ze uw spreekkamer binnenkomt. Sinds een maand heeft zij ’s nachts last van pijn aan het linkeroor. Op de oorrand ziet u een nodulus die bij druk zeer pijnlijk is. Wat is uw diagnose?

‘Live well, die well’: rol van vrijwilligers in de laatste levensfase

Vrijwilligers aan het sterfbed in het ziekenhuis maken een groot verschil, stelt Anne Goossensen. Ze luisteren, troosten en verlichten de werkdruk van zorgverleners. “Ze bieden een luisterend oor en zijn aanwezig, zonder haast of medische agenda.”

Waarom melden vrouwen vaker bijwerkingen van medicijnen?

Vrouwen blijken vaker bijwerkingen van medicijnen te melden dan mannen. Onderzoeker Sieta de Vries van het UMC Groningen probeert te achterhalen hoe dit komt. En dat blijkt complexer dan het lijkt.

Gezondheid van mens, dier en natuur horen bij elkaar

Voorheen circuleerden het westnijl- en het usutuvirus alleen in Zuid-Europa. Maar inmiddels komen ze ook voor in Nederlandse vogels en muggen. Viroloog Marion Koopmans ziet daarin een duidelijke les: “De gezondheid van mensen kun je niet los zien van die van dieren en ecosystemen.”

Casus: hoestende man met koorts en dyspneu

Een 31-jarige Poolse man die vanwege de ziekte van Crohn wordt behandeld met infliximab bezoekt de SEH, omdat hij al twee weken hoest en benauwd is. Ook heeft hij koorts. Een antibioticumkuur van de huisarts heeft geen effect gehad. Wat is uw diagnose?

Casus: man met huidafwijking op de rug

Een 69-jarige man komt op uw spreekuur om een verruca seborrhoica in het gelaat te laten controleren. Bij algehele inspectie ziet u ook een huidafwijking op de rug. Wat is uw diagnose?

´Voorkom medicijn­resten, begin bij je eigen voorschrijven´

Minder diclofenac, lagere hormoondoses, terughoudend met azitromycine - zo kunnen zorgverleners volgens een recent rapport van het IVM bijdragen aan schoner water. “Aan de overwegingen die artsen maken bij voorschrijven zou ook duurzaamheid moeten worden toegevoegd.”