‘We gaan steeds meer richting extravasculaire ICD-therapie’
Redactioneel
8 oktober 2025
Een implanteerbare defibrillator (ICD) stopt hartritmestoornissen door een elektrische schok te geven. Er bestaan twee soorten: bij een transveneuze ICD (TV-ICD) lopen de draden via de bloedvaten naar het hart, terwijl bij een subcutane ICD (S-ICD) de draden onder de huid liggen en het hart niet aanraken. “Uit onderzoek blijkt dat een S-ICD veel minder ernstige complicaties geeft”, zegt cardioloog Louise Olde Nordkamp van het Amsterdam UMC.
Olde Nordkamp is gespecialiseerd in hartritmestoornissen en het plaatsen van cardiale devices, zoals pacemakers en ICD’s. Samen met cardioloog Reinoud Knops zette ze in 2011 de PRAETORIAN-trial op. “Op dat moment was de S-ICD gloednieuw. We wilden onderzoek doen naar de voordelen van een S-ICD ten opzichte van een TV-ICD, die we al dertig jaar implanteren. Het principe is al die tijd hetzelfde gebleven: een kastje dat geïmplanteerd wordt onder het sleutelbeen, met daaruit draden die rechtstreeks via de bloedvaten het hart in lopen. Je kunt het hartritme zien en defibrilleren op het moment van een ritmestoornis.”
(Foto: Nienke Bruinsma)
‘Je wilt dat het apparaat precies weet wanneer het moet ingrijpen en wanneer niet’
Cardioloog Louise Olde Nordkamp
Transveneus versus subcutaan
Bij TV-ICD’s kunnen echter verschillende complicaties optreden, aldus Olde Nordkamp. “Draden kunnen losraken omdat ze niet goed geplaatst zijn of er kunnen door ouderdom breuken in een draad ontstaan, een soort metaalmoeheid dus. Ook kan er bij het plaat
Aanmelden
Meld u gratis aan om toegang te krijgen tot DOQ,
waar zorgprofessionals kennis en visie delen.
Ik heb al een DOQ account
Lees meer over: