Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
‘We leven in een oceaan van chemicaliën’
Naar schatting 16% van alle vroegtijdige sterfte wereldwijd hangt samen met vervuiling. Tweederde van alle chronische ziekten wordt mede veroorzaakt door omgevingsfactoren. Het zijn onderzoeksuitkomsten van de onderzoeksgroep van Saer Samanipour, milieuchemicus aan de Universiteit van Amsterdam. Ondertussen gaat de massaproductie van chemicaliën in een razend tempo door, zonder dat we weten wat de impact daarvan is op mensen, waarschuwt Samanipour.
“We leven in een oceaan van chemicaliën. In de Europese Unie alleen zijn er zo’n tweehonderdduizend tot 1,2 miljoen verschillende chemische structuren die we veelvuldig gebruiken voor bijvoorbeeld onze productieprocessen.”
En er komen er alleen maar meer bij. Dat komt mede doordat veel van deze chemische stoffen in het milieu terechtkomen en daar worden afgebroken door bacteriën of onder invloed van zonlicht. “We kennen slechts een fractie van deze afbraakproducten. Maar het betreft duizenden nieuwe structuren. We kunnen ze veelal niet eens opsporen met onze huidige technologieën. Ons ecosysteem is dynamisch. Stel er belandt één chemische stof op het oppervlaktewater, dan vind je op de waterbodem vervolgens 100 nieuwe chemische stoffen vanwege alle interacties die hebben plaatsgevonden. 99 van deze 100 nieuwe stoffen zijn ons onbekend. We kennen hun structuur niet, we weten niet wat we ermee moeten en vooral: we kennen hun impact niet op mensen.”

“Van de meeste PFAS is weinig bekend”
Milieuchemicus Saer Samanipour
PFAS
PFAS is een voorbeeld van zo’n opeenstapeling van chemische structuren. “Tussen 1960 en 2000 is het aantal PFAS-structuren, chemische structuren die vrijwel niet afbreekbaar zijn in het milieu, toegenomen van enkele honderden naar zo’n twintig miljoen. Let wel: we praten over slechts één familie van chemische stoffen. Van PFAS is bekend dat ze de gezondheid van mensen kunnen schaden. Het RIVM rapporteert dat deze stoffen bijvoorbeeld effect hebben op het immuunsysteem, de voortplanting en de ontwikkeling van het ongeboren kind. Ook kan PFAS een effect hebben op cholesterol in het bloed, invloed hebben op de lever, en nier- en testiskanker veroorzaken. Van de meeste PFAS is overigens weinig bekend. We weten dus niet of ze voor de menselijke gezondheid ongewenste eigenschappen hebben.”
“We zien ze steeds vaker: correlaties tussen chemicaliën in het milieu en stijgingen van gezondheidsproblemen”
Covidvaccin minder effectief
Het gaat veelal om correlaties, niet om causale verbanden, benadrukt Samanipour. “Maar we zien ze wel steeds vaker: correlaties tussen chemicaliën in het milieu en stijgingen van mentale gezondheidsproblemen, diabetes, kanker, onvruchtbaarheid en afnemende werking van vaccins. Meerdere onderzoekers hebben bijvoorbeeld gewezen op een correlatie tussen de effectiviteit van het covidvaccin en blootstelling aan PFAS. Het vaccin blijkt meer of minder effectief al naar gelang mensen in meer of mindere mate zijn blootgesteld aan PFAS.”
Opgeteld schadelijk effect
Het is onder milieuonderzoekers een nieuwe hypothese: de correlatie tussen de effectiviteit van geneesmiddelen en de mate van blootstelling aan omgevingsfactoren zoals chemicaliën. Samanipour benadrukt daarbij dat het veelal niet gaat om één specifieke chemische structuur, maar eerder om een mengsel van meerdere chemische structuren. “Het lijkt erop dat mengsels van chemische stoffen een opgeteld schadelijk effect hebben, ook als deze stoffen individueel niet schadelijk zijn. Dat blijkt bijvoorbeeld uit Duits onderzoek bij 624 zwangere vrouwen dat dit najaar werd gepresenteerd. De concentratie van één enkele chemische stof in het bloedplasma van de vrouwen bleef onder toxisch niveau. Toen de onderzoekers alle chemische stoffen die ze in het bloedplasma aantroffen – dat waren er bijna 300 – echter bij elkaar optelden, zagen ze plotseling neurotoxische effecten optreden.”
“We komen pas in actie als een chemische stof aantoonbaar schadelijk is”
Passief opsporingsbeleid
Zowel wet- en regelgeving als opsporing en monitoring van al deze chemische structuren loopt hopeloos achter de feiten aan, stelt Samanipour. “We richten ons nog steeds op afzonderlijke chemische stoffen, maar niemand wordt blootgesteld aan slechts één specifieke chemische structuur. Het betreft altijd een samenspel van meerdere structuren. Bovendien komen we pas in actie als een chemische stof aantoonbaar schadelijk is. We voeren kortom een passief, reactief opsporingsbeleid. We zouden proactiever moeten worden, juist om te voorkomen dat bepaalde chemische stoffen schade gaan toebrengen aan onze gezondheid.”
De rol van de arts
De onderzoeksgroep van Samanipour doet hier zelf veel aan, bijvoorbeeld door met een combinatie van testen en AI in databases chemische stoffen op te sporen die mogelijk risicovol zijn voor de mens. En door digitale tools te ontwikkelen die deze opsporing makkelijker maken. “We hopen zo een betere indruk te krijgen van de omvang van het probleem. Want zolang we die omvang niet kennen, kunnen we er ook geen oplossing voor bedenken.”
En wat is de rol van de arts? “De dokter heeft autoriteit. Als artsen zeggen dat we alerter zouden moeten zijn op de correlatie tussen schadelijke omgevingsfactoren en onze gezondheid, dan luisteren mensen daarnaar. Ik hoop daarom dat dokters deze rol op zich nemen. Dat draagt bij aan meer maatschappelijke bewustwording over dit onderwerp.”