DOQ

Wees alert op positieduizeligheid bij ouderen en overweeg behandeling

Een diagnose en behandeling voor benigne paroxysmale positieduizeligheid (BPPD) is van groot belang voor ouderen, zegt onderzoeker en arts-assistent KNO-heelkunde drs. Britta Maas. “De kortdurende neveneffecten van een behandeling voor BPPD wegen vaak niet op tegen het hogere risico op valincidenten, ziekenhuisopnames en een lagere kwaliteit van leven.”

Duizeligheid is een veelvoorkomende klacht: zo’n 30 procent van de Nederlandse bevolking heeft er weleens last van. Hoewel veel mensen duizeligheidsklachten associëren met een aandoening aan het evenwichtsorgaan, zijn de oorzaken divers. Een van de soorten is benigne paroxysmale positieduizeligheid (BPPD), een vorm van draaiduizeligheid die kortdurend en houdingsafhankelijk is. Hij komt op wanneer mensen in bed gaan liggen of zich omdraaien, bij omhoogkijken of juist bij bukken.

Arts-assistent KNO-heelkunde drs. Britta Maas

Zwaartekracht

BPPD komt jaarlijks voor bij ongeveer 11 duizend Nederlanders. “Er wordt veel gespeculeerd over de oorzaak van BPPD waarbij de meeste theorieën gaan over losliggende oorsteentjes”, zegt drs. Britta Maas, onderzoeker bij het Apeldoorns Duizeligheidscentrum en arts-assistent KNO-heelkunde in het Amphia Ziekenhuis. Het idee is dat deze oorsteentjes of otolieten loskomen van de otolietorganen en door de zwaartekracht in de halfcirkelvormige kanalen van het evenwichtsorgaan terechtkomen. In de meeste gevallen (85%) zien we daarom BPPD van het posterieure halfcirkelvormige kanaal. In de overige gevallen is het horizontale kanaal aangedaan. De samengeklonterde otolieten zorgen bij draaiende hoofdbewegingen voor een sterkere golfbeweging van de vloeistof in het kanaaltje. Dit geeft meer prikkeling van de zenuwcellen in het halfcirkelvormige kanaal, waardoor patiënten een draaisensatie krijgen. 

“Bij ruim 80% van de posterieure BPPD-patiënten leidt de Epley-manoeuvre tot directe verbetering van klachten”

Diagnose en behandeling

Bij een verdenking op BPPD kan de behandelaar de aandoening diagnosticeren met een kiepproef. De Dix-Hallpike-manoeuvre wordt gebruikt om de posterieure variant aan te tonen. Hierbij wordt de patiënt vanuit een zittende houding snel op de rug ‘gekiept’ met, afhankelijk van de geteste zijde, het hoofd 45 graden naar rechts of links gedraaid.  Om een  horizontale BPPD aan te tonen, gebruikt men de supine roll-test. Hierbij ligt de patiënt op de rug en wordt het hoofd snel naar één zijde geroteerd. Vervolgens wordt het hoofd langzaam teruggedraaid, waarna de andere zijde kan worden getest. Beide testen zijn positief als de patiënt zich duizelig voelt en als hierbij een snelle en onwillekeurige oogbeweging (nystagmus) te zien is.

Hoofdbewegingen

Als er sprake is van BPPD kan de behandelaar met een zogenoemde repositiemanoeuvre de otolieten uit het halfcirkelvormige kanaal manoeuvreren. De gouden standaard voor therapie van een posterieure BPPD is de Epley-manoeuvre. De behandeling bestaat uit vier opeenvolgende hoofdbewegingen, waarbij het hoofd stapsgewijs in de richting van het niet-aangedane kanaal wordt gedraaid. “Bij ruim 80% van de patiënten leidt de manoeuvre tot directe verbetering van klachten”, zegt Maas. “Echter, bij ongeveer een kwart van de patiënten zien we dat BPPD binnen een jaar recidiveert.”

“Ouderen ervaren iets meer neveneffecten direct na de behandeling. Na twee weken waren deze klachten alweer verdwenen”

Risico op valincidenten

Sommige behandelaars zijn terughoudend om oudere patiënten te behandelen met een repositiemanoeuvre uit angst voor mogelijke complicaties, zegt Maas. “Het is belangrijk om te bedenken dat de mogelijke gevolgen van BPPD ernstiger kunnen zijn dan de mogelijke complicaties van behandeling. Bij plotse draaiduizeligheid bestaat een aanzienlijk risico op valincidenten. Die kunnen leiden tot fracturen, ziekenhuisopnames, een lagere kwaliteit van leven en depressie.”

Laagdrempelig

Daarbij blijkt uit recent onderzoek van het Apeldoorns Duizeligheidscentrum dat ouderen vergeleken met jongeren geen verhoogd risico hebben op complicaties na de behandeling. “Ouderen ervaren iets meer neveneffecten zoals misselijkheid en een gevoel van onbalans direct na de behandeling. Bij controle na twee weken waren deze klachten alweer verdwenen. Het is dus belangrijk om ouderen met BPPD laagdrempelig te behandelen.”

Onderzoek

Maas werkt zelf aan onderzoek naar risicofactoren voor terugkerende BPPD. Ze heeft tot nu toe 142 patiënten geïncludeerd en de follow-up duurt tot eind van 2021. “Mogelijk wordt het risico op recidiverende BPPD verhoogd door veroudering, door een doorgemaakt hoofdtrauma of na een neuritis vestibularis”, zegt Maas. “We includeren mensen met BPPD die toestemming geven voor aanvullend bloedonderzoek en één jaar follow-up vanuit het Apeldoorns Duizeligheidscentrum.” Er zijn aanwijzingen in de literatuur dat verhoogde bloedspiegels van urinezuur en glucose zijn geassocieerd met BPPD, net als een laag vitamine D-gehalte. “De gedachte daarachter is dat vitamine D een belangrijke rol speelt in de calciumhuishouding”, zegt Maas. “In vitro is aangetoond dat die stof belangrijk is bij het behoud van de otolieten. Daarom nemen we van alle geïncludeerde patiënten ook bloed af, waarin we deze factoren bepalen.”

“Tot nu toe blijkt ongeveer 20% van de patiënten met een verhoogd valrisico BPPD te hebben”

Niet het klassieke klachtenpatroon

Een ander onderzoek waar Maas aan werkt, concentreert zich op ouderen met een verhoogd valrisico. “Ouderen presenteren zich regelmatig niet met het klassieke klachtenpatroon van kortdurende draaiduizeligheid na hoofdbewegingen”, zegt Maas. “Daardoor kan de diagnose worden gemist. Aangezien valincidenten multifactorieel zijn en er op de valpolikliniek nog niet standaard wordt getest op de aanwezigheid van BPPD, onderzoeken wij hoe vaak er sprake is van BPPD. Tot nu toe blijkt ongeveer 20% van de patiënten met een verhoogd valrisico BPPD te hebben. Het is daarom belangrijk”, zegt Maas, om bij ouderen alert te blijven als sprake is van regelmatig vallen.”

Diagnose bij ouderen belangrijk

BPPD is de meest voorkomende oorzaak van duizeligheid op perifeer vestibulair gebied, ook bij ouderen die een ander klachtenpatroon laten zien. Vanwege de uiteenlopende oorzaken van duizeligheid is het volgens Maas daarom belangrijk om goed uit te vragen bij de patiënt wat diens klachten zijn. Voelt de patiënt zich licht in het hoofd, is er sprake van draaiduizeligheid, een gevoel van onbalans? Wat is de duur en frequentie van de aanvallen? En zijn er relevante symptomen zoals oorsuizen, gehoorverlies, zweterigheid of neurologische uitval? “Al die klachten wijzen je vaak in de goede richting als je wilt bepalen wat de oorzaak van de duizeligheid is”, zegt Maas. “Een achterliggende BPPD als oorzaak voor regelmatig vallen wordt vaak onderschat. Daarom is het zaak om ouderen, ondanks de kans op complicaties, wél te diagnosticeren en te behandelen.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Limburgse apotheek wil chronisch gebruik slaap­medi­catie voorkomen

Apotheker Waan Yasen startte in samenwerking met huisartsen en de gemeente Reuver een project om chronisch gebruik van slaapmedicatie te voorkomen. “We willen patiënten bewust maken van de risico’s. Een alternatief voor medicatie is bijvoorbeeld slaaptherapie.”

‘Zorg dat je digitaal geletterd blijft’

Maartje Schermer deelt enkele ethische vraagstukken die spelen bij technologische ontwikkelingen in de zorg, zoals AI. “Wees er niet bang voor, probeer het uit, en vooral: blijf je er vragen bij stellen. Want één ding is zeker: dit gaat niet meer weg.”

‘Het is belangrijk om de hele mens te zien als arts’

Geïnspireerd door haar eigen leven verkent Machteld Huber inzichten en praktische handvatten over de laatste levensfase onder de titel ‘De laatste 1000 dagen’. “Artsen richten zich vaak puur op het fysieke, terwijl de mens een combinatie is van lichaam en geest.”

Ook medisch specialisten kunnen Bloeizones inzetten

Dyane Stolwijk-Woudstra wil medisch specialisten inspireren om Bloeizones door te zetten naar de tweedelijnszorg. “Het gaat er niet om dat je een probleem signaleert en dat ook meteen moet oplossen, maar maak het bespreekbaar, daar gaat het om!”

Casus: man met hinderlijk nachtplassen

Een 67-jarige man bezoekt uw spreekuur met al langer bestaande hinderlijke klachten van nycturie. De ochtendplas niet meegerekend moet hij er zeker drie keer per nacht uit, maar ook wel vaker. Wat is uw diagnose?

Casus: jongen met klachten na operatie keelamandelen

Op de dienstpost verschijnt de 6-jarige Daan, die afgelopen woensdag is geopereerd aan zijn keelamandelen. Hij wil niet drinken, heeft keelpijn, ruikt naar uit zijn mond, is hangerig en heeft witte plekken achter in de mond. Wat is uw diagnose?

Geneeskunde­­student­en krijgen bijsluiter bij AI

Eerstejaars studenten geneeskunde in Leiden krijgen les in de betekenis van AI en medische technologie. Marcel Haas probeert de studenten te laten nadenken over hun rol als arts in de toekomst. “Hoe kunnen artsen technologie inzetten in het contact met patiënten?”

‘Ergo­therapie is het meest bewaarde geheim in de gezond­heids­zorg’

De meerwaarde van ergotherapie in de eerste lijn is bij veel artsen onbekend, terwijl het vak hen juist helpt om zorg dicht bij huis te kunnen bieden, vertelt Lucelle van de Ven. “De paramedische zorg in de eerste lijn moet groeien, dus ook de ergotherapie.”

Winst in levensjaren met persoonlijke aanpak bijwerk­ingen immuun­therapie

De onderzoeksgroep van Karijn Suijkerbuijk ontdekte dat prednison het effect van immuuntherapie bij kanker onderdrukt. Prednison is vaak nodig voor de bijwerkingen, maar zou persoonlijker ingezet moeten worden. “Mijns inziens moet de richtlijn worden aangepast.”

‘Wil je het komende jaar zwanger worden?’

De vraag ‘Wil je het komend jaar zwanger worden?’ zou veel vaker gesteld moeten worden door álle hulpverleners, stelt Annemarie Mulders. “Gezond zwanger worden begint bij bewustwording en kennis over het belang van de periode vóór de zwangerschap.”


0
Laat een reactie achterx