Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Wees extra alert bij maag-darmklachten bij autisme
Volwassenen met autisme of relatief veel autismekenmerken hebben vaker maag-darmklachten dan mensen zonder autisme of mensen met weinig autismekenmerken. Dit bleek uit onderzoek van Eva Warreman, psychiater in opleiding bij het LUMC. “Het is belangrijk dat zorgverleners zich niet blindstaren op de diagnose autisme, maar bij een bredere groep mensen alert zijn op onbegrepen of chronische maag-darmklachten.” Daarnaast bleken factoren als stress, angst, depressie en een slechtere gerapporteerde gezondheid bij autisme geassocieerd met maag-darmklachten.
Uit de literatuur weten we dat volwassenen met autisme vaker maag-darmklachten hebben dan volwassenen zonder autisme, vertelt Eva Warreman (in opleiding tot psychiater bij LUMC en promovenda bij LUMC Curium). Voor het onderzoek dat zij uitvoerde in het kader van haar promotietraject, onlangs gepubliceerd in Autism, werkte Warreman samen met een projectgroep van de Academische Werkplaats Autisme, bestaande uit onderzoekers, zorgverleners en ervaringsdeskundigen met autisme.1 “Uit gesprekken met deze ervaringsdeskundigen, bleek dat veel mensen met autisme inderdaad last hebben van maag-darmklachten. Het heeft een grote invloed op hun kwaliteit van leven en het onderwerp leeft daarom erg binnen de wereld van autisme.” De relatie tussen deze maag-darmklachten en biologische, psychologische en gedragsfactoren bij mensen met (kenmerken van) autisme was echter nog onduidelijk. “We keken in ons onderzoek daarom niet alleen naar het vóórkomen van maag-darmklachten bij volwassenen met (kenmerken van) autisme, maar ook naar welke biologische, psychologische en gedragsfactoren daarmee geassocieerd zijn.”
“Maag-darmklachten kwamen vaker voor in de groep met relatief veel autismekenmerken dan in de groep met minder autismekenmerken”
In opleiding tot psychiater Eva Warreman
Vaker obstipatie, buikpijn, diarree
Voor haar onderzoek heeft Warreman gebruik gemaakt van de Lifelines-cohortstudie die loopt in Noord-Nederland. “Mensen die in dit cohort gevolgd zijn, ontvingen in 2019 een autismevragenlijst. In totaal vulden meer dan 31.000 mensen deze vragenlijst in. Van hen hadden er 309 de diagnose autisme. “Belangrijk is dat we in dit onderzoek niet alleen mensen met een diagnose autisme includeerden, maar ook mensen zonder deze diagnose maar met autismekenmerken. De hypothese was namelijk dat juist deze onderliggende autismekenmerken, en niet zozeer de diagnose, bijdragen aan factoren die geassocieerd zijn met maag-darmklachten.” Van de mensen zonder diagnose autisme werden er 7.783 geïncludeerd in de groep met veel autismekenmerken en eveneens 7.783 in de groep met weinig autismekenmerken.
Warreman: “De resultaten van ons onderzoek bevestigen allereerst de bevindingen van eerdere studies, namelijk dat volwassenen met de diagnose autisme vaker maag-darmklachten hebben dan volwassenen zonder deze diagnose. In onze studie hadden volwassenen met autisme vaker last van obstipatie, buikpijn en diarree. Het voorkomen van maagzuurklachten verschilde niet tussen beide groepen.” Daarnaast bleek dat maag-darmklachten ook vaker voorkwamen in de groep met meer autismekenmerken dan in de groep met minder autismekenmerken. “Ik vond dit erg interessant om te zien. Dit zijn relevante bevindingen voor bijvoorbeeld huisartsen of psychiaters. Het is belangrijk dat zij zich niet blindstaren op de diagnose autisme, maar bij een bredere groep mensen alert zijn op onbegrepen of chronische maag-darmklachten en hierbij eventuele autismekenmerken in acht nemen.”
“Het is belangrijk om aandacht te besteden aan het verminderen van angst, depressie en stress bij mensen met (kenmerken van) autisme”
Samenwerking
Wat betreft de associatie tussen de maag-darmklachten en biologische, psychologische en gedragsfactoren bij volwassenen met autisme bleek dat stress, angst, depressie en slechtere gerapporteerde gezondheid geassocieerd waren met het hebben van maag-darmklachten. “Bij de groep met relatief veel autismekenmerken was minder fysieke activiteit ook statistisch significant geassocieerd met maag-darmklachten.” Volgens Warreman is het dan ook belangrijk om in de zorg – en dat moeten we volgens haar breed zien: de huisartsenzorg, psychiatrie, specialistische zorg – aandacht te besteden aan het verminderen van angst, depressie en stress bij mensen met (kenmerken van) autisme en maag-darmklachten. Uiteraard is het wel belangrijk eerst somatisch aanwijsbare oorzaken voor de maag-darmklachten uit te sluiten.
“We moeten alert zijn op deze klachten en ze tijdig herkennen, juist omdat mensen met autisme zich niet altijd even goed kunnen uiten richting hun zorgverlener. Daarom hebben we ook een flyer2 ontwikkeld met de belangrijkste bevindingen van het onderzoek die patiënten aan zorgverleners kunnen overhandigen.” Volgens Warreman zouden de geassocieerde psychische factoren extra uitgevraagd kunnen worden. “Ik denk dat het belangrijk is om de samenwerking daarin op te zoeken met de huisarts, maag-darm-leverarts en de geestelijke gezondheidszorg (ggz) of psychiater. Het zou nuttig zijn als deze kennis leidt tot een betere integratie van psychische en somatische zorg bij autisme”, aldus Warreman.
Referenties:
1. Warreman EB, Nooteboom LA, Terry MB, et al. Psychological, behavioural and biological factors associated with gastrointestinal symptoms in autistic adults and adults with autistic traits. Autism 2023;13623613231155324.
2. Flyer ‘Onderzoek naar maag-darmklachten bij volwassenen met (kenmerken van) autisme’