Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Wekelijkse insulinetherapie net zo effectief als dagelijks spuiten
Hoe minder vaak een patiënt basaal insuline hoeft te spuiten, hoe beter de acceptatie en therapietrouw, zo wordt algemeen aangenomen over de behandeling van patiënten met diabetes mellitus type 2 (T2DM). Insuline icodec, een basale insuline-analoog die is ontwikkeld voor wekelijkse toediening, blijkt een vergelijkbaar glucoseverlagende effect en bijwerkingenprofiel te hebben als eenmaal daagse insuline glargine U100.
De Amerikaanse en Europese richtlijnen over T2DM adviseren om de behandeling te escaleren om het moment dat de individuele glykemische streefwaarden niet bereikt worden. Ondanks deze aanbevelingen is bij de behandeling van T2DM-patienten vaak sprake van klinische inertie. Het langste wordt gewacht met het starten van insulinetherapie, gemiddeld 1, tot 4,9 jaar na het starten van een of meerdere orale glucoseverlagende geneesmiddelen.
Wekelijkse injecties
T2DM-patiënten blijken over het algemeen de voorkeur te geven aan minder injecties en meer flexibiliteit dan de huidige eenmaal daagse behandeling. Het verminderen van het aantal injecties zou mogelijk de acceptatie van en therapietrouw aan insulinetherapie bij T2DM-patiënten kunnen verhogen. Dat zou ten goede kunnen komen aan de glucoseregulatie.
Insuline icodec is een basale insuline-analoog die eenmaal per week wordt toegediend en in ontwikkeling is voor de behandeling van diabetespatiënten. Met een tijdsbeloop tot de maximale concentratie van 16 uur en een halfwaardetijd van ongeveer een week heeft insuline icodec een farmacokinetisch en farmacodynamisch profiel dat geschikt is voor wekelijkse injecties.
Fase II NN1436-4383-studie
In deze 26 weken durende, gerandomiseerde, dubbelblinde, dubbel-dummy fase II-studie zijn de werkzaamheid en veiligheid van eenmaal per week insuline icodec vergeleken met eenmaal daagse insuline glargine U100.
De 247 deelnemende patiënten hadden niet eerder een langdurige insulinebehandeling gekregen. De T2DM was onvoldoende onder controle (HbA1c 7,0-9,5%) onder behandeling van metformine met of zonder een DPP-4-remmer. Het gemiddelde HbA1c op baseline was 8,09% in de icodec-groep en 7,96% in de glargine-groep.
Het HbA1c daalde tussen baseline en week 26 met gemiddeld 1,33% in de icodec-groep en met 1,15% in de glargine-groep. Het HbA1c in week 26 was respectievelijk 6,69% en 6,87%. Het geschatte verschil tussen de twee groepen wat betreft deze verandering van het HbA1c 0,18%, maar dat verschil was niet significant (p = 0,08).
Even veel adverse events
Wat betreft de veiligheid werden onder andere episodes van hypoglykemie en insuline-gerelateerde adverse events (AE’s) vastgesteld. Er traden weinig hypoglykemieën met een ernst van niveau 2 (bloedglucosespiegel van < 54 mg/dl) of niveau 3 (ernstige cognitieve stoornis) op. De incidentie daarvan was 0,53 events per patiëntjaar in de icodec-groep en 0,46 events per patiëntjaar in de glargine-groep (geschatte ratio 1,09).
Er was geen verschil tussen de groepen wat betreft het optreden van belangrijkste insuline-gerelateerde AE’s. Er traden weinig overgevoeligheids- en injectieplaatsreacties op. De meeste AE’s waren mild. Er waren geen ernstige AE’s die gerelateerd konden worden aan het gebruik van de studiemedicatie.
Vergelijkbare uitkomsten
Het glucoseverlagende effect en het bijwerkingenprofiel van een wekelijkse behandeling met insuline icodec waren vergelijkbaar met die van eenmaal daagse insuline glargine U100 bij T2DM-patiënten.
Referentie: Rosenstock J, Bajaj HS, Janež A, et al. Once-Weekly Insulin for Type 2 Diabetes without Previous Insulin Treatment. N Engl J Med. 2020 Sep 22. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32960514/