DOQ

Wel of geen anti­stolling na hersen­bloeding? Het blijft wikken en wegen

Patiënten met boezemfibrilleren die een hersenbloeding hebben doorgemaakt zijn niet slechter of beter af met een antistollingsmiddel. Dat blijkt uit onderzoek* van een team van wetenschappers van het Radboudumc en het UMC Utrecht. “Kijk in de spreekkamer vooral naar de patiënt die tegenover je zit.”

Jaarlijks worden ruim zesduizend Nederlanders getroffen door een hersenbloeding. De prognose van deze patiënten is slecht: na een maand is 40 procent van hen overleden. Een hersenbloeding ontstaat in een kwart van de gevallen terwijl de patiënt ook bloedverdunners slikt. Dat doen ze in de meeste gevallen omdat ze ook lijden aan boezemfibrilleren. Bij patiënten die een hersenbloeding overleven, is het zaak om een nieuwe beroerte te voorkomen. Juist bij patiënten met een hersenbloeding die ook boezemfibrilleren hebben is niet bekend wat raadzaam is: stoppen of herstarten met bloedverdunners?

Neuroloog dr. Floris Schreuder

Wel of niet

Bloedverdunners zorgen voor een kleinere kans op stolsels en een herseninfarct, maar kunnen ook zorgen voor een vergrote kans op een tweede hersenbloeding. Schrijf je dus als arts bij deze patiënten een bloedverdunner voor, met een risico op een nieuwe bloeding? Of doe je dat juist niet, waarmee de kans op een herseninfarct groter wordt? Een lastig dilemma, zegt dr. Floris Schreuder, neuroloog in het Radboudumc. “Je zit op de wip. Stoppen voelt logisch aan, want je wil niet een nieuwe bloeding uitlokken. Toch zie je dat niet alleen het risico op een hersenbloeding belangrijk is, maar moet je ook rekening houden met het risico op een herseninfarct en andere vaatcomplicaties bij deze patiënten.”

“Herstarten leek meestal gunstiger. Maar bij al deze studies had de behandelaar al gekozen voor wel of geen behandeling. Daardoor zie je vertekening en bias”

Observationele studies

In de wetenschappelijke literatuur verschenen de afgelopen jaren enkele artikelen over het effect van herstarten met antistolling op het risico op een herseninfarct en een hersenbloeding. Maar daarbij ging het steeds om observationele studies. “Meestal zagen de onderzoekers een positief resultaat na herstarten met antistolling, dus dat herstarten gunstiger leek”, zegt Schreuder. “Maar al deze studies waren observationeel van aard: de behandelaar had al gekozen voor wel of geen behandeling. Daardoor zie je vertekening en bias.”

Gerandomiseerde studie

Daarom Utrecht besloten Schreuder en collega’s zelf op zoek te gaan naar bewijs voor de beste behandelstrategie, en een gerandomiseerde studie te starten naar de effecten van het voorschrijven van de bloedverdunner apixaban, of geen bloedverdunners bij patiënten met boezemfibrilleren die een hersenbloeding hadden gehad terwijl zij bloedverdunners gebruikten. Met effecten bedoelden de onderzoekers nieuwe gezondheidsproblemen, zoals een nieuwe hersenbloeding, een herseninfarct of een andere vaatziekte met overlijden als gevolg.

“Als patiënten eenmaal een bloeding doormaken, is er vaak sprake van al langer bestaande veranderingen in de bloedvaten”

Gelijk risico

De onderzoekers includeerden hiervoor 101 patiënten, die gelijk werden verdeeld in een groep die wel en een groep die geen antistolling kreeg. “Onder de streep zagen we geen verschil tussen de twee groepen”, zegt Schreuder. “Alle deelnemers liepen een vrijwel gelijk risico op een nieuwe beroerte of overlijden.” Dat risico was bovendien hoog: tot 25 procent na een mediaan van twee jaar.

Wikken en wegen

Een verklaring van dit opmerkelijke resultaat ligt volgens Schreuder in de pathogenese van hersenbloedingen. “Het lastige is dat de oorzaak is gelegen in een opeenstapeling van risicofactoren, waaronder een hoge bloeddruk”, zegt Schreuder. “Als patiënten eenmaal een bloeding doormaken, is er vaak sprake van al langer bestaande veranderingen in de bloedvaten.” Voor doorslaggevend bewijs of er subgroepen van patiënten zijn bij wie nou juist wel of juist niet de bloedverdunners moeten worden hervat, zijn grotere aantallen patiënten nodig. Samenwerking op dit gebied komt gelukkig van de grond. “Samenvoegen van gelijkaardige studies gaat dit vakgebied zeker helpen.”

“Veel factoren spelen een rol: de leeftijd en vitaliteit van een patiënt, maar ook de plaats van de eerdere bloeding”

In gesprek

Wat moet een behandelaar laten meewegen als die een patiënt tegenover zich heeft met kans op een hersenbloeding? Kijk vooral naar de individuele patiënt, zegt Schreuder. “Veel factoren spelen een rol: de leeftijd en vitaliteit van een patiënt, maar ook de plaats van de eerdere bloeding. Ga daarnaast met de patiënt in gesprek, vraag diens voorkeuren uit. Er is geen definitief bewijs om wel of geen bloedverdunners voor te schrijven, dus beide opties zijn mogelijk. Het blijft wikken en wegen.”

Referentie: Floris H B M Schreuder, Koen M van Nieuwenhuizen, […], Berber Zweedijk, Ale Algra, Jan Willem van Dalen, L Jaap Kappelle, Gabriel J E Rinkel, H Bart van der Worp, Catharina J M Klijn. Apixaban versus no anticoagulation after anticoagulation associated intracerebral haemorrhage in patients with atrial fibrillation in the Netherlands (APACHE-AF): a randomised, open-label, phase 2 trial 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”

‘‘Minder eten en meer bewegen’ is echt een misvatting’

Mensen met obesitas hebben vaak te maken met negatieve vooroordelen, ook in de zorg. Daardoor vermindert de kwaliteit van zorg, legt Paige Crompvoets uit. “Uit mijn onderzoek bleek dat mensen met obesitas soms belachelijk gemaakt worden door hun zorgverleners.”

Whispp biedt oplossing voor mensen met stem- en spraak­problemen

Joris Castermans ontwikkelde Whispp, een app die met behulp van AI fluister- en aangedane spraak kan omzetten in een heldere en natuurlijke stem. “Wie nog audio- of video-opnames heeft van de gezonde stem, kan met Whispp de eigen stem van vroeger creëren.”

Artsen voor Kinderen helpt kinderen met een chronische ziekte of beperking

Michel Weijerman van Stichting Artsen voor Kinderen vertelt over hun projecten voor betere zorg en welzijn voor kinderen met een chronische aandoening. “Zo’n 200 zorgprofessionals zijn op vrijwillige basis bij onze poli betrokken. Binnen 48 uur krijg je antwoord.”


0
Laat een reactie achterx