Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Wereldwijd grote verschillen wachttijd operatie dikke darmkanker
Per land zijn er grote verschillen in de wachttijd tot de operatie bij dikke darmkanker, zo blijkt uit onderzoek. De onderzoekers concluderen dat er één internationale richtlijn moet komen voor de maximale wachttijd tot de operatie bij dikke darmkanker. De wachttijd tot de operatie kan gebruikt worden om patiënten fitter te maken vóór de operatie.
Het onderzoek is uitgevoerd door arts-onderzoeker Charlotte Molenaar en oncologisch chirurg dr. Gerrit Slooter van Máxima MC en gepubliceerd in The Lancet Oncology.
Verschil
Het eindpunt van de wachttijd is de operatie. Het beginpunt laat zich moeilijker vastleggen: is dit de verwijzing naar het ziekenhuis, de datum van het darmonderzoek, de datum waarop de patholoog bewijs levert dat er sprake is van kanker of de datum waarop door het specialistisch behandelteam besloten is wat het behandelplan wordt? Tussen deze punten kan een verschil van drie weken zitten.
Eén internationale richtlijn
In de internationale literatuur is het beginpunt van de ‘wachttijd’ tot de operatie verschillend. In het onderzoek zijn de richtlijnen in 30 landen vergeleken, en die blijken totaal niet in relatie tot elkaar staan. Vaak zijn ze niet gebaseerd op wetenschappelijk bewijs. Toch worden op basis van deze informatie nationale richtlijnen opgesteld voor de maximale duur tot de operatie. De onderzoekers concluderen dat het tijd is voor één uniforme richtlijn voor de wachttijd tot de operatie, die wereldwijd gehanteerd wordt. “Op basis van de resultaten uit het onderzoek stellen wij voor om in alle onderzoeken en richtlijnen de datum van het pathologisch bewijs voor kanker als beginpunt van de wachttijd te gebruiken en de start van de behandeling als eindpunt”, aldus dr. Gerrit Slooter, oncologisch chirurg bij Máxima MC.
Wachttijd goed benutten
De onderzoekers hebben in de literatuur tevens gezocht hoe lang of kort de wachttijd zou moeten zijn om geen risico te lopen ten aanzien van de overleving. “In ieder geval leidt een wachttijd niet tot een grotere kans op uitzaaiingen, grotere tumor of slechtere overlevingskansen. De Nederlandse richtlijn zegt dat patiënten binnen zeven weken moeten zijn gestart met een behandeling (de Treeknorm) dat lijkt dus zeker verantwoord. In de praktijk is dit vaak vijf weken”, vertelt arts-onderzoeker Charlotte Molenaar.
Fitter
“Deze periode van vijf weken benutten we in MMC om de conditie van een patiënt te verbeteren met prehabilitatie”, vertelt Slooter. “Het is namelijk belangrijker om een patiënt goed voor te bereiden op een operatie dan sneller te opereren. Met het prehabilitatie-programma van drie tot vier weken worden patiënten fit gemaakt vóór hun operatie. Dat leidt tot minder complicaties, een korter verblijf in het ziekenhuis, een betere kwaliteit van leven en een besparing in de zorgkosten.”
Bron: Máxima MC
Referentie: ‘Contradictory guidelines for colorectal cancer treatment intervals’, The Lancet Oncology