Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Winst in levensjaren met persoonlijke aanpak bijwerkingen immuuntherapie
Eerder werd gedacht dat het geven van veel prednison om bijwerkingen van immuuntherapie te bestrijden, geen kwaad kon voor de behandelingsuitkomst. Maar uit een recente studie van de onderzoeksgroep van Karijn Suijkerbuijk blijkt dat het gebruik van veel prednison wel degelijk het effect van de behandeling onderdrukt. Hoe zit dat precies en wat betekent dit voor de behandeling?
Uitgezaaide kanker was niet te genezen, maar immuuntherapie bewijst dat het in sommige gevallen wél mogelijk is. Wat begon als een succesvolle therapie bij melanoom, wordt nu al voor meer dan vijftien verschillende typen kanker ingezet. Het is niet voor iedereen geschikt, maar tot 40% van de patiënten met gevorderde kanker komt ervoor in aanmerking. “Deze medicijnen die het immuunsysteem van de patiënt resetten en erop aansturen kankercellen te vernietigen, hebben echter niet alleen maar voordelen”, vertelt Karijn Suijkerbuijk, internist-oncoloog in het UMC Utrecht en hoogleraar Immuuntherapie. “Ze kunnen bijwerkingen geven, variërend van matig tot ernstig.”

“Patiënten leven tot 1,5 keer korter als ze hoge doseringen prednison krijgen”
Internist-oncoloog en hoogleraar Immuuntherapie Karijn Suijkerbuijk
Gas geven of remmen?
“De een heeft vrijwel geen bijwerkingen of slechts wat jeuk, wat met een zalf te verlichten is. De ander ervaart ernstige bijwerkingen als een hart-, hersenvlies- of darmontsteking. Bij dergelijke ontstekingsactiviteit in het lichaam, door het activeren van het immuunsysteem door de immunotherapie, moeten we prednison geven om de ontstekingen te stoppen”, aldus Suijkerbuijk. “Ik vergelijk het vaak met gasgeven en remmen. De immunotherapie is het gaspedaal en de prednison de rem.”
Het effect van prednison
In tegenstelling tot wat eerder gedacht werd, blijkt uit het onderzoek dat de prednison niet alleen de bijwerkingen tegengaat, maar ook het effect van de immunotherapie op de kanker kan verminderen. “Uit onze studie blijkt dat patiënten tot 1,5 keer korter leven als ze hoge doseringen prednison krijgen, ten opzichte van mensen die wel immuuntherapie hebben gekregen en geen of weinig prednison nodig hebben. Deze patiënten hebben een verminderd aantal jaren waarin de tumor stabiel blijft.”
“Ik zie in de praktijk heus ook verschillende patiënten bij wie de immunotherapie wél goed werkt, ondanks hoge doseringen prednison”, vertelt Suijkerbuijk. “Maar, als we kijken naar de grote groep, dan zien we dat de progressievrije overleving beter is onder mensen die minder prednison krijgen.”
“Sommige patiënten ontkomen er niet aan dat hoge doseringen nodig zijn”
Gevolgen voor de richtlijn
Het onderzoek van Suijkerbuijk en haar collega’s wordt door landelijke media opgepikt en ook internationaal is er aandacht voor. “Mijns inziens moet de richtlijn worden aangepast”, legt Suijkerbuijk uit. “Patiënten die behandeld worden voor bijwerkingen moeten we niet meer te snel een hoge dosering prednison geven, maar proberen dit zo goed mogelijk te doseren. Sommige patiënten ontkomen er niet aan dat hoge doseringen nodig zijn, omdat de bijwerkingen bijzonder ernstig zijn, maar voor veel andere mensen geldt dat ze met minder prednison verder kunnen.”
“Het is jammer dat we van tevoren niet kunnen inschatten wie last gaat krijgen van bijwerkingen en wie niet. Dat kunnen we niet voorspellen. We weten wel dat we bij een derde tot de helft van de mensen een milder beloop van de bijwerkingen zien, waardoor we met minder prednison afkunnen. Als je bedenkt dat er wereldwijd miljoenen mensen deze therapie ondergaan, kun je je voorstellen dat het om een grote winst in levensjaren zou gaan”, aldus Suijkerbuijk.
“We zoeken ook naar immuuntherapieën die minder vaak bijwerkingen geven”
Toekomst
“Op dit moment is het belangrijk te onderzoeken wat mogelijke strategieën zijn om bijwerkingen tegen te gaan, met minder prednison en zonder het effect van de immuuntherapie te verminderen. We zoeken ook naar immuuntherapieën die minder vaak bijwerkingen geven en zich enkel richten op het opruimen van de kankercellen, maar dat is nog niet zo gemakkelijk”, legt Suijkerbuijk uit. “Voorlopig zien we dat de combinatie immuuntherapie beter werkt dan andere lichtere varianten, maar het is zeker iets waar we in de toekomst naar op zoek kunnen.”
Referentie: R.J. Verheijden, MSc, J.S. de Groot, MD, PhD et al. Corticosteroids for Immune-Related Adverse Events and Checkpoint Inhibitor Efficacy: Analysis of Six Clinical Trials. J Clin Oncol 2024 Aug 7:JCO2400191. doi:10.1200/JCO.24.00191.