DOQ

Ziekenhuisapotheker Smit: ‘Je wilt zeker weten dat je patiënten met obesitas de juiste dosering geeft’

Geneesmiddelen doseren bij patiënten met obesitas is een kunst apart. In het kader van zijn promotieonderzoek* zocht ziekenhuisapotheker Cornelis Smit uit hoe de dosering van drie antibiotica (gentamicine, tobramycine en vancomycine) aangepast moet worden bij deze specifieke patiëntengroep. “We zagen dat bij alledrie de antibiotica het verdelingsvolume toenam met toenemend lichaamsgewicht. Dit hadden we niet direct verwacht, want deze geneesmiddelen zijn wateroplosbaar.” 

Cornelis Smit rolde in 2016 in het onderzoek naar antibiotica bij obesitas toen hij in opleiding tot ziekenhuisapotheker in het St. Antonius Ziekenhuis werkte. ZonMw gaf subsidie voor een project binnen dit ziekenhuis waarin werd gekeken naar het doseren van gentamicine, tobramycine en vancomycine bij patiënten met obesitas. “Gezien de ernstige aandoeningen waarvoor deze antibiotica gebruikt worden, zoals sepsis en infecties van kop-halsprotheses, is het belangrijk dat er voldoende hoge bloedconcentraties bereikt worden. Je wilt dus zeker weten dat je obese patiënten de juiste dosering geeft.” 

Ziekenhuisapotheker Cornelis Smit

Snellere uitscheiding 

Om de juiste dosis vast te stellen, werden de drie genoemde antibiotica toegediend aan twintig patiënten met obesitas die voor een bariatrische operatie opgenomen werden in het St. Antonius Ziekenhuis. “De farmacokinetische gegevens hiervan vergeleken we met data die we verzamelden bij acht proefpersonen zonder obesitas. Elk antibioticum werd dus toegediend aan achtentwintig personen. En wat bleek? We zagen dat bij alle drie de antibiotica het verdelingsvolume toenam met toenemend lichaamsgewicht. Dit hadden we niet direct verwacht, want deze geneesmiddelen zijn wateroplosbaar. Vaak wordt aangenomen dat bij mensen met obesitas vooral het verdelingsvolume van lipofiele geneesmiddelen is toegenomen vanwege de overmaat aan vetmassa. Maar ook deze hydrofiele antibiotica lijken dus in het vetweefsel terecht te komen. Hoe dat precies zit, is nog niet helemaal duidelijk.” 

“Deze antibiotica worden normaal gesproken gedoseerd in milligram per kilogram lichaamsgewicht, maar bij obesen gaat die norm niet op” 

Opmerkelijk verschil 

Ook bleek een toename van lichaamsgewicht samen te hangen met een snellere uitscheiding van de drie antibiotica, maar er was een opmerkelijk verschil tussen gentamicine en tobramycine, zegt Smit. “Bij gentamicine nam de klaring vooral toe met het gewicht, terwijl bij tobramycine de klaring vooral samenhing met de nierfunctie.”  

Juiste dosis 

Smit ontwikkelde op basis van de farmacokinetische gegevens een algoritme dat helpt om bij obese patiënten de juiste dosis voor de drie genoemde antibiotica te berekenen. “In het algemeen kun je stellen dat bij toenemend lichaamsgewicht de dosering omhoog moet. Maar de klaring neem niet lineair toe. Dat betekent dat als iemand twee keer zo zwaar is als normaal je niet ook twee keer zo hoog doseert. Deze antibiotica worden normaal gesproken gedoseerd in milligram per kilogram lichaamsgewicht, maar bij obesen gaat die norm niet op. Daarom zijn er specifieke doseringsnomogrammen opgesteld.” 

“Met de verkregen data hebben we een vrij eenvoudige richtlijn opgesteld voor het doseren van gentamicine bij obese patiënten met een afwijkende nierfunctie” 

Afwijkende nierfunctie 

Een nadeel van deze nomogrammen is dat deze gebaseerd zijn op obese en niet-obese patiënten met een normale nierfunctie. Maar hoe doseer je als een obese patiënt ook nog eens een afwijkende nierfunctie heeft? Smit: “Het is nog niet duidelijk hoe obesitas precies samenhangt met de nierfunctie. Sommige studies tonen dat de deze bij obesitas is verminderd, maar er zijn ook studies die juist een toename van de nierfunctie bij obesitas laten zien. Ook het schatten van de nierfunctie bij obesitas is complex.”  

Hoe dan ook, bij obese patiënten kan de nierfunctie dus variëren. En het maakt daarbij ook nog eens uit of een patiënt ernstig ziek is. Hoe doseer je medicatie in die ‘real life’-situaties? Smit onderzocht dit voor gentamicine en publiceerde hierover samen met zijn collega-onderzoekers recent in het Journal of Antimicrobial Chemotherapy. “Dit onderzoek – waarbij de eerder prospectief verzamelde data werden gecombineerd met retrospectieve patiëntdata – voerden we uit vanuit het St. Antonius Ziekenhuis in samenwerking met Spaarne Gasthuis uit Haarlem. Met de hieruit verkregen data hebben we een vrij eenvoudige richtlijn opgesteld voor het doseren van gentamicine bij obese patiënten met een afwijkende nierfunctie.” 

“Duikt de glomerulaire filtratiesnelheid ook nog eens onder de 60 ml per minuut per 1,73 m2, dan moet ook het doseringsinterval verlengd worden” 

Dosisreductie 

Uit het onderzoek blijkt dat naarmate bij obesitas de nierfunctie is verminderd, de standaarddosering van 6 mg/kg gentamicine verlaagd dient te worden. Duikt de glomerulaire filtratiesnelheid ook nog eens onder de 60 ml per minuut per 1,73 m2, dan moet ook het doseringsinterval verlengd worden. Ook is in dit onderzoek meegenomen dat bij ernstige zieke patiënten de gentamicineklaring kan zijn afgenomen, ongeacht de nierfunctie en het gewicht. Bij patiënten die op de IC zijn opgenomen wordt daarom standaard een dosisreductie van 25% aanbevolen. 

Opzoeken

Onderzoek is mooi, maar uiteindelijk gaat het erom dat de resultaten ook in de praktijk worden gebruikt, vindt Smit. “Apothekers kunnen de doseringsadviezen voor gentamcine bij obese patiënten raadplegen via de KNMP Kennisbank”, is zijn tip aan apothekers. Deze adviezen zijn ook opgenomen in de G-Standaard van de KNMP, zodat apothekers deze kunnen gebruiken bij de medicatiebewaking.

Adviezen bij nierfunctie

De doseringsadviezen voor gentamicine bij obese patiënten met een afwijkende nierfunctie zijn nog niet beschikbaar via de KNMP, maar kunnen worden opgezocht in de genoemde publicatie van Smit.


Over Cornelis Smit 
In 2019 rondde hij het onderzoek af en momenteel werkt hij aan het schrijven van zijn proefschrift. In 2021 hoopt hij dit te verdedigen aan de Universiteit van Leiden. Zijn promotieonderzoek voerde hij uit in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein, daarbij begeleid door prof. dr. Catherijne Knibbe, hoogleraar Grondslagen van de individuele farmacotherapie aan de Universiteit van Leiden.  
Smit heeft de smaak van het onderzoek te pakken, want terwijl hij nog werkt aan zijn proefschrift, is hij al met nieuw onderzoek bezig. Nu als postdoctoraal onderzoeker en klinisch farmacoloog in het Universitätsspital für Kinder Beider Basel (UKBB) in Zwitserland bij de groep Pediatric Pharmacology and Pharmacometrics. Daar onderzoekt hij hoe je medicatie bij kinderen doseert. “Bijvoorbeeld ibuprofen bij (premature) neonaten met patente ductus arteriosus.”  

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx