DOQ

Zijn huisartsen al klaar voor verregaande regionale samenwerking?

De coronapandemie onderstreept nogmaals de noodzaak van verregaande samenwerking in de gezondheidszorg. Gefragmenteerde organisatie is fnuikend, regionale samenwerking wordt het nieuwe leidende principe. Dit vraagt van huisartsen en andere eerstelijns zorgprofessionals om heroriëntatie op de eigen praktijk, maar ook op de wijkgerichte en regionale samenwerking. Welke kennis en competenties moeten zij hiervoor hebben? Om hierin te voorzien, start het Jan Van Es Instituut (JVEI) eind maart met de 4e leergang ‘Leiderschap in een veranderende eerstelijnsomgeving’. Marc Bruijnzeels, directeur van het JVEI, neemt de module over ontwikkelingen in de eerstelijnszorg voor zijn rekening. In dit artikel geeft hij een vooruitblik.

De ontwikkeling naar meer regionale samenwerking is al een aantal jaar gaande en zal zich komende jaren verder doorzetten. Begin deze eeuw zijn huisartsen in organisaties gaan samenwerken voor de ANW-zorgverlening en later voor de chronische zorg. Voor de wijkgerichte samenwerking zijn gezondheidscentra een belangrijke voorloper en stimulans.

(Foto: Pixabay)

Tussen de domeinen

In de organisatie rond de ziekenhuiszorg zijn de fusiegolf en de vorming van het Medisch Specialistisch Bedrijf een dominante ontwikkeling geweest. Deze beide ontwikkelingen worden noodzakelijk geacht om de steeds toenemende zorgvraag (het gevolg van demografische, epidemiologische en technologische ontwikkelingen) via een meer gecoördineerde regionale samenwerking aan te kunnen. In de huisartsenzorg is de beleidsregel Organisatie en Infrastructuur daarbij stimulerend en dwingend tegelijkertijd. In de ziekenhuiszorg zijn daar de transitiemiddelen voor bestemd. Nadat we geëxperimenteerd hebben met vormen van populatiesturing, wordt momenteel via de programma’s De Juiste Zorg op de Juiste Plek en de Preventiecoalities samenwerking tussen de domeinen opgestuwd.

“Om samenwerking meer duurzaam te maken, is het nodig dat de organisatorische, financiële en juridische beleidskaders meebewegen”

Samenwerking

Omdat we inmiddels ook wel weten dat alle losse initiatieven en programma’s een beperkte looptijd kennen, wil ik met bovenstaande geschiedschrijving aangeven dat de onderstroom telkens dezelfde richting op wijst. De richting van meer organisatorische en professionele samenwerking binnen de eerstelijn en met andere domeinen. Om deze samenwerking meer duurzaam te maken is het nodig dat de organisatorische, financiële en juridische beleidskaders meebewegen in deze richting. Dat is ook exact wat in de komende periode zal worden voortgezet.

“Onderwijs en training over samenwerking en regionale sturingsvraagstukken is zeer beperkt aan bod geweest. Toch wordt deze competentie in de komende tijd belangrijk”

Betrokkenheid eerstelijn

Echter, we weten vanuit wetenschappelijke evaluaties dat een dergelijke beweging ook gesteund moet worden door veranderende inzet en focus van de zorgprofessionals. Huidige zorgprofessionals zijn afgelopen decennia opgeleid als medicus practicus met de focus en stimulering op het eigen deel van de zorgverlening en op de eigen praktijk. Onderwijs en training op het terrein van samenwerking en regionale sturingsvraagstukken is zeer beperkt aan bod geweest. Toch wordt deze competentie in de komende tijd belangrijker. De toenemende multimorbiditeit en complexiteit in de zorgvragen vereisen meer en meer coördinatie en samenwerking. Het is voor de komende generatie zorgprofessionals, en met name voor de centrale positie van de huisartsgeneeskunde, van groot belang zich voldoende voor te bereiden en equiperen om hierin te acteren vanuit de eigen praktijk, vanuit de wijk en vanuit de regio. Momenteel worden in veel regio’s initiatieven ontplooid om de regionale samenwerking verder vorm te geven; een nadrukkelijke betrokkenheid vanuit de eerstelijn is daarbij onontbeerlijk.  

“Het is veelal balanceren tussen de extern gewenste maatschappelijke ontwikkeling en de interne beroepswaarde”

Leiderschapsontwikkeling

Het is belangrijk dat er meer ontwikkeling van leiderschapscompetenties plaatsvindt in de eerstelijnszorg, en specifiek in de huisartsgeneeskunde. Dit baseren we op de ervaringen die het Jan van Es Instituut afgelopen tien jaar heeft opgedaan in diverse (in-company-) trainingen, leergangen en promotieonderzoekstrajecten. Ik benoem hier drie belangrijke aspecten van.

  • Een eerste aspect betreft de centrale positie die de huisartsgeneeskunde in met name het medische domein inneemt. De holistische blik, de inschrijving-op-naam en het dossierhouderschap zijn daarbij cruciaal en vormen de spil tussen het medische, sociale en psychische domein en de poort naar de tweedelijn. Hiermee is een goed ontwikkelde coördinatie- en samenwerkingscompetentie in een toenemend complex en uitdijend gezondheidszorgsysteem met name voor de eerstelijn van groot belang.
  • Een tweede aspect betreft de botsing tussen de professionele waarden vanuit de zorgverlening en de meer managerial organisatorische waarden, die vaak een spanningsveld voor de betrokken professionals en bestuurders oplevert. Door de toenemende complexiteit vraagt de grotere huisartsorganisatie ook meer van de aansturing. Daarbij opgeteld de wijk- en regiofocus die samenwerking met andere organisaties op verschillende schaalniveaus verlangt, maakt de specifieke competentieontwikkeling zeer gewenst. Het is dan veelal balanceren tussen de extern gewenste maatschappelijke ontwikkeling en de interne beroepswaarde. De wijze waarop besluitvorming en besturing plaatsvindt, vraagt specifieke aandacht.
  • Een derde aspect betreft de persoonlijke leiderschapskwaliteiten van de huisarts voor de diverse schaalniveaus. Uit onze ervaringen komt naar voren dat de medisch opgeleide professionals die onze opleidingen hebben gevolgd, enthousiast zijn over de nieuwe inzichten over de ontwikkelingen, besturing en eigen leiderschapskwaliteiten. Het meer praktische karakter waardeert men in de voorbeelden die het handelingsrepertoir nadrukkelijk hebben vergroot.

Auteur: Marc Bruijnzeels, directeur Jan van Es Instituut (JVEI)


Leergang
Om de competenties van medische professionals en huisartsen in het bijzonder verder te versterken organiseert het JVEI voor de 4e keer de leergang ‘Leiderschap in een veranderende eerstelijnsomgeving’. Deze leergang bestaat uit vier keer een tweedaagse bijeenkomst met een mix aan werkvormen over huidige en toekomstige ontwikkelingen, theoretische en persoonlijke inzichten die de leiderschapscompetenties van de deelnemers versterken. De eerste tweedaagse start op 25 en 26 maart. Deelnemers zijn overwegend praktiserende huisartsen die zich willen ontwikkelen op het gebied van besturen en leiding geven in de regio en de wijk. De bijeenkomsten vinden fysiek plaats, uiteraard rekening houdend met de coronamaatregelen.


Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven Routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx