Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Zijn huisartsen al klaar voor verregaande regionale samenwerking?
De coronapandemie onderstreept nogmaals de noodzaak van verregaande samenwerking in de gezondheidszorg. Gefragmenteerde organisatie is fnuikend, regionale samenwerking wordt het nieuwe leidende principe. Dit vraagt van huisartsen en andere eerstelijns zorgprofessionals om heroriëntatie op de eigen praktijk, maar ook op de wijkgerichte en regionale samenwerking. Welke kennis en competenties moeten zij hiervoor hebben? Om hierin te voorzien, start het Jan Van Es Instituut (JVEI) eind maart met de 4e leergang ‘Leiderschap in een veranderende eerstelijnsomgeving’. Marc Bruijnzeels, directeur van het JVEI, neemt de module over ontwikkelingen in de eerstelijnszorg voor zijn rekening. In dit artikel geeft hij een vooruitblik.
De ontwikkeling naar meer regionale samenwerking is al een aantal jaar gaande en zal zich komende jaren verder doorzetten. Begin deze eeuw zijn huisartsen in organisaties gaan samenwerken voor de ANW-zorgverlening en later voor de chronische zorg. Voor de wijkgerichte samenwerking zijn gezondheidscentra een belangrijke voorloper en stimulans.
Tussen de domeinen
In de organisatie rond de ziekenhuiszorg zijn de fusiegolf en de vorming van het Medisch Specialistisch Bedrijf een dominante ontwikkeling geweest. Deze beide ontwikkelingen worden noodzakelijk geacht om de steeds toenemende zorgvraag (het gevolg van demografische, epidemiologische en technologische ontwikkelingen) via een meer gecoördineerde regionale samenwerking aan te kunnen. In de huisartsenzorg is de beleidsregel Organisatie en Infrastructuur daarbij stimulerend en dwingend tegelijkertijd. In de ziekenhuiszorg zijn daar de transitiemiddelen voor bestemd. Nadat we geëxperimenteerd hebben met vormen van populatiesturing, wordt momenteel via de programma’s De Juiste Zorg op de Juiste Plek en de Preventiecoalities samenwerking tussen de domeinen opgestuwd.
“Om samenwerking meer duurzaam te maken, is het nodig dat de organisatorische, financiële en juridische beleidskaders meebewegen”
Samenwerking
Omdat we inmiddels ook wel weten dat alle losse initiatieven en programma’s een beperkte looptijd kennen, wil ik met bovenstaande geschiedschrijving aangeven dat de onderstroom telkens dezelfde richting op wijst. De richting van meer organisatorische en professionele samenwerking binnen de eerstelijn en met andere domeinen. Om deze samenwerking meer duurzaam te maken is het nodig dat de organisatorische, financiële en juridische beleidskaders meebewegen in deze richting. Dat is ook exact wat in de komende periode zal worden voortgezet.
“Onderwijs en training over samenwerking en regionale sturingsvraagstukken is zeer beperkt aan bod geweest. Toch wordt deze competentie in de komende tijd belangrijk”
Betrokkenheid eerstelijn
Echter, we weten vanuit wetenschappelijke evaluaties dat een dergelijke beweging ook gesteund moet worden door veranderende inzet en focus van de zorgprofessionals. Huidige zorgprofessionals zijn afgelopen decennia opgeleid als medicus practicus met de focus en stimulering op het eigen deel van de zorgverlening en op de eigen praktijk. Onderwijs en training op het terrein van samenwerking en regionale sturingsvraagstukken is zeer beperkt aan bod geweest. Toch wordt deze competentie in de komende tijd belangrijker. De toenemende multimorbiditeit en complexiteit in de zorgvragen vereisen meer en meer coördinatie en samenwerking. Het is voor de komende generatie zorgprofessionals, en met name voor de centrale positie van de huisartsgeneeskunde, van groot belang zich voldoende voor te bereiden en equiperen om hierin te acteren vanuit de eigen praktijk, vanuit de wijk en vanuit de regio. Momenteel worden in veel regio’s initiatieven ontplooid om de regionale samenwerking verder vorm te geven; een nadrukkelijke betrokkenheid vanuit de eerstelijn is daarbij onontbeerlijk.
“Het is veelal balanceren tussen de extern gewenste maatschappelijke ontwikkeling en de interne beroepswaarde”
Leiderschapsontwikkeling
Het is belangrijk dat er meer ontwikkeling van leiderschapscompetenties plaatsvindt in de eerstelijnszorg, en specifiek in de huisartsgeneeskunde. Dit baseren we op de ervaringen die het Jan van Es Instituut afgelopen tien jaar heeft opgedaan in diverse (in-company-) trainingen, leergangen en promotieonderzoekstrajecten. Ik benoem hier drie belangrijke aspecten van.
- Een eerste aspect betreft de centrale positie die de huisartsgeneeskunde in met name het medische domein inneemt. De holistische blik, de inschrijving-op-naam en het dossierhouderschap zijn daarbij cruciaal en vormen de spil tussen het medische, sociale en psychische domein en de poort naar de tweedelijn. Hiermee is een goed ontwikkelde coördinatie- en samenwerkingscompetentie in een toenemend complex en uitdijend gezondheidszorgsysteem met name voor de eerstelijn van groot belang.
- Een tweede aspect betreft de botsing tussen de professionele waarden vanuit de zorgverlening en de meer managerial organisatorische waarden, die vaak een spanningsveld voor de betrokken professionals en bestuurders oplevert. Door de toenemende complexiteit vraagt de grotere huisartsorganisatie ook meer van de aansturing. Daarbij opgeteld de wijk- en regiofocus die samenwerking met andere organisaties op verschillende schaalniveaus verlangt, maakt de specifieke competentieontwikkeling zeer gewenst. Het is dan veelal balanceren tussen de extern gewenste maatschappelijke ontwikkeling en de interne beroepswaarde. De wijze waarop besluitvorming en besturing plaatsvindt, vraagt specifieke aandacht.
- Een derde aspect betreft de persoonlijke leiderschapskwaliteiten van de huisarts voor de diverse schaalniveaus. Uit onze ervaringen komt naar voren dat de medisch opgeleide professionals die onze opleidingen hebben gevolgd, enthousiast zijn over de nieuwe inzichten over de ontwikkelingen, besturing en eigen leiderschapskwaliteiten. Het meer praktische karakter waardeert men in de voorbeelden die het handelingsrepertoir nadrukkelijk hebben vergroot.
Auteur: Marc Bruijnzeels, directeur Jan van Es Instituut (JVEI)
Leergang
Om de competenties van medische professionals en huisartsen in het bijzonder verder te versterken organiseert het JVEI voor de 4e keer de leergang ‘Leiderschap in een veranderende eerstelijnsomgeving’. Deze leergang bestaat uit vier keer een tweedaagse bijeenkomst met een mix aan werkvormen over huidige en toekomstige ontwikkelingen, theoretische en persoonlijke inzichten die de leiderschapscompetenties van de deelnemers versterken. De eerste tweedaagse start op 25 en 26 maart. Deelnemers zijn overwegend praktiserende huisartsen die zich willen ontwikkelen op het gebied van besturen en leiding geven in de regio en de wijk. De bijeenkomsten vinden fysiek plaats, uiteraard rekening houdend met de coronamaatregelen.