DOQ

‘Zorg dat de digitale weg niet de enige ingang naar de maatschap­pij wordt’

Online afspraken maken, beeldbellen en inloggen bij je medisch dossier: steeds vaker gaat zorg via de digitale weg. Voor sommige mensen is het efficiënt en makkelijk, maar er zit een keerzijde aan de digitale transitie. Nicole Goedhart doet binnen de afdeling Ethiek, Recht en Humaniora van het Amsterdam UMC onderzoek naar toegankelijkheid en inclusiviteit van de (online) samenleving. “Een afstand tot de onlinewereld kan gezondheidsverschillen vergroten.”

De digitale transitie is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Met haar collega’s Christine Dedding, Ibrahim Loukili (beiden Amsterdam UMC), Jessica Coetzer en Teun Zuiderent-Jerak (beiden VU) werkt Goedhart aan het vierjarige onderzoeksproject ‘Doing eHealth right’, een onderdeel van de Nationale Wetenschapsagenda van de NWO. Goedhart: “Op dit moment is het de norm dat je pas kunt deelnemen aan de maatschappij als je online kunt meekomen. Het raakt me dat mensen die dit niet kunnen, zich geen onderdeel meer voelen van de samenleving.”

“Het is een mythe dat digitale ongelijkheid alleen over ouderen gaat”

Onderzoeker Nicole Goedhart

Kwetsbare omstandigheden

Daar moet ‘Doing eHealth right’ verandering in brengen. Onder meer door het doorbreken van bestaande gedachtepatronen. “Het is een mythe dat digitale ongelijkheid alleen over ouderen gaat”, zegt Goedhart. “Ook jongeren hebben moeite met het online regelen van hun zaken. Denk daarnaast aan mensen met een fysieke, cognitieve of verstandelijke beperking. Ook factoren zoals laaggeletterdheid, beperkte gezondheidsvaardigheden of een laag inkomen maken iemand extra kwetsbaar voor een afstand tot de digitale wereld. Deze mensen hebben vaak al een slechtere gezondheid en minder toegang tot gezondheidszorg. Een afstand tot de onlinewereld kan deze gezondheidsverschillen nog meer vergroten.”

Van individueel probleem naar systeemverandering

Maar hoe komt het dat deze groep vaak buiten de boot valt? Dat heeft te maken met hoe we als samenleving naar digitale ongelijkheid kijken. De verantwoordelijkheid voor digitale ongelijkheid wordt vaak bij het individu gelegd. “Mensen in kwetsbaarmakende omstandigheden zouden volgens deze gedachtegang moeten investeren in een laptop, of een cursus moeten volgen om hun digitale vaardigheden te verbeteren. Maar juist het systeem dat verantwoordelijk is voor de snelle digitalisering van de samenleving zou een rol moeten pakken in het toegankelijk houden van de maatschappij voor iedereen”, legt Goedhart uit. “Er moet worden nagedacht over het gebruiksvriendelijker maken van systemen. Gebruikers van digitale middelen moeten hierin gesteund worden.”

“Streven naar digitale inclusie is eigenlijk onzin”

Samen met alle betrokkenen

Goedhart en haar collega’s brengen burgers, (zorg)professionals, maatschappelijke organisaties, ICT’ers en beleidsmakers bij elkaar. Samen onderzoeken ze hoe de digitale transitie voor iedereen toegankelijk kan worden. “Een voorbeeld hiervan is het onderzoek naar de aanmeldzuilen in het Amsterdam UMC, waar patiënten zich kunnen melden voor een afspraak. Samen met patiënten onderzochten we hoe gebruiksvriendelijk deze zuilen waren. Wat bleek? Er waren veel struikelblokken. De leestijd was bijvoorbeeld te kort en de instructies te ingewikkeld. Er was ook geen mogelijkheid om het beeld te vergroten. Een onmisbare functie, zeker bij de polikliniek Oogheelkunde. Als er niemand in de buurt was om te helpen, moesten patiënten zelf op zoek naar hulp bij langslopende verpleegkundigen of artsen. Door samen te leren met de diverse betrokkenen in ziekenhuis zijn inmiddels veel verbeteringen doorgevoerd.”

Offline alternatieven

Maar naast technische verbeteringen is ook een andere benadering nodig: het behouden van offline alternatieven. “Streven naar volledige digitale inclusie is eigenlijk onzin”, stelt Goedhart. “Dat zou betekenen dat je pas kunt meedoen aan de maatschappij als je ook digitaal kunt meedoen.” Goedhart heeft het daarom liever over inclusie in een digitaliserende maatschappij. Hiervoor is het belangrijk dat niet-digitale opties blijven bestaan. Goedhart: “Zorg dat de digitale weg niet de enige ingang naar de maatschappij wordt. Als je patiënteninformatie digitaliseert, zorg dat er dan ook papieren folders beschikbaar blijven. En geef patiënten de mogelijkheid om afspraken telefonisch in te plannen.”

“Neem niet voor normaal aan dat iemand online kan zijn”

Geen ‘even’ en ‘gewoon’

Ook in de spreekkamer is aandacht voor digitale inclusie belangrijk. “Log ‘even’ in bij je patiëntendossier, download ‘gewoon’ de app: allemaal voorbeelden waaruit blijkt dat online zijn de norm is”, legt Goedhart uit. “Terwijl deze digitale acties een grote uitdaging kunnen zijn voor mensen met een afstand tot de onlinewereld. Neem daarom niet voor normaal aan dat een patiënt zomaar mee kan komen met de digitalisering.”

Ontmoeten en luisteren

De systeemverandering die nodig is voor toekomstbestendige en inclusieve zorg begint bij structurele samenwerkingen. Goedhart: “Het is heel belangrijk dat burgers, zorgprofessionals, ICT’ers en beleidsmakers elkaar blijven ontmoeten, elkaar leren kennen en de tijd en ruimte nemen om naar elkaar te luisteren.”

Tips van Nicole Goedhart:
Wat kun jij als zorgprofessional doen voor toegankelijke zorg?
1. “Ga het gesprek aan met de patiënt. Bespreek welke mogelijkheden deze heeft. Stel bijvoorbeeld de vraag: heeft u voorkeur voor online of offline zorg?”
2. “Raad alleen zorgapps of digitale platformen aan die samen met burgers zijn ontwikkeld. En dan bedoelen we niet alleen mensen die makkelijk bereikbaar waren voor de ontwikkelaars, maar juist ook degenen die afstand ervaren tot de onlinewereld.”
3. “Speel de Escapekoffer Digitale Inclusie van Pharos: een spel om zorgverleners, beleidsmakers en app-ontwikkelaars bewuster te maken van hoe moeilijk digitale zorg voor veel mensen is gemaakt. Met behulp van informatie uit de koffer moet je opdrachten doen om een afspraak in het ziekenhuis voor te bereiden. Het spel werkt je alleen flink tegen.”
4. “Lees de Fabeltjeskrant: een publicatie vanuit het project ‘Doing eHealth right’ met elf fabels over digitale inclusie die kansenongelijkheid vergroten en een goede oplossing in de weg staan.”

Meer informatie?
1. Escapekoffer Digitale Inclusie van Pharos
2. Fabeltjeskrant

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Hoe dramaseries artsen kunnen helpen bij morele keuzes

Drie afleveringen van House M.D. of Dexter op een avond kijken, puur voor de ontspanning? Voor zorgprofessionals kan het ook leerzaam zijn. Mediawetenschapper Merel van Ommen onderzocht hoe dramaseries artsen kunnen helpen om beter om te gaan met moreel ingewikkelde situaties.

Onderliggend denkpatroon stuurt voorschrijver bij keuze voor geneesmiddel

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een afweging tussen richtlijnen, ervaring en patiëntkenmerken. Indeling in vier voorschrijversprofielen geeft inzicht in de eigen afwegingen. “En het helpt te begrijpen waarom een collega een andere beslissing neemt.”

‘Medicatiebeleid in de laatste levensfase kan beter’

6 op de 10 patiënten in de palliatieve fase krijgt door de huisarts medicatie voorgeschreven die niet langer passend is. Dat blijkt uit een onlangs verschenen factsheet van Nivel en PZNL. “We moeten voorschrijfgewoonten kritisch onder de loep nemen”, zegt Yvonne de Man, senior onderzoeker bij Nivel.

Casus: vrouw met pijnlijke oorschelp

Een 55-jarige vrouw heeft een hoed in haar hand als ze uw spreekkamer binnenkomt. Sinds een maand heeft zij ’s nachts last van pijn aan het linkeroor. Op de oorrand ziet u een nodulus die bij druk zeer pijnlijk is. Wat is uw diagnose?

‘Live well, die well’: rol van vrijwilligers in de laatste levensfase

Vrijwilligers aan het sterfbed in het ziekenhuis maken een groot verschil, stelt Anne Goossensen. Ze luisteren, troosten en verlichten de werkdruk van zorgverleners. “Ze bieden een luisterend oor en zijn aanwezig, zonder haast of medische agenda.”

Waarom melden vrouwen vaker bijwerkingen van medicijnen?

Vrouwen blijken vaker bijwerkingen van medicijnen te melden dan mannen. Onderzoeker Sieta de Vries van het UMC Groningen probeert te achterhalen hoe dit komt. En dat blijkt complexer dan het lijkt.

Gezondheid van mens, dier en natuur horen bij elkaar

Voorheen circuleerden het westnijl- en het usutuvirus alleen in Zuid-Europa. Maar inmiddels komen ze ook voor in Nederlandse vogels en muggen. Viroloog Marion Koopmans ziet daarin een duidelijke les: “De gezondheid van mensen kun je niet los zien van die van dieren en ecosystemen.”

Casus: hoestende man met koorts en dyspneu

Een 31-jarige Poolse man die vanwege de ziekte van Crohn wordt behandeld met infliximab bezoekt de SEH, omdat hij al twee weken hoest en benauwd is. Ook heeft hij koorts. Een antibioticumkuur van de huisarts heeft geen effect gehad. Wat is uw diagnose?

Casus: man met huidafwijking op de rug

Een 69-jarige man komt op uw spreekuur om een verruca seborrhoica in het gelaat te laten controleren. Bij algehele inspectie ziet u ook een huidafwijking op de rug. Wat is uw diagnose?

´Voorkom medicijn­resten, begin bij je eigen voorschrijven´

Minder diclofenac, lagere hormoondoses, terughoudend met azitromycine - zo kunnen zorgverleners volgens een recent rapport van het IVM bijdragen aan schoner water. “Aan de overwegingen die artsen maken bij voorschrijven zou ook duurzaamheid moeten worden toegevoegd.”