DOQ

Zorg voor zwangeren met COVID-19 in afzonderlijke kliniek

De verloskundige zorg voor zwangere vrouwen die positief zijn getest op SARS-CoV-2 of in quarantaine zijn vanwege blootstelling aan COVID-19, kan goed plaatsvinden in een afzonderlijke praktijk. Zodoende wordt de blootstelling in klinieken die routinematige prenatale zorg bieden, tot een minimum beperkt.

Vanwege de COVID-19-pandemie wordt de zorgverlening aangepast, bedoeld om het risico op blootstelling aan dit virus voor patiënten en zorgverleners tot een minimum te beperken. In deze periode vormt de prenatale zorg een uitdaging, aangezien veel bezoeken persoonlijk moeten plaatsvinden en niet uitgesteld kunnen worden.

(Foto: Pixabay)

Toegang tot essentiële zorg

Het is onduidelijk hoe ernstig COVID-19 tijdens de zwangerschap verloopt. Zwangere vrouwen die positief zijn getest voor SARS-CoV-2 of in quarantaine zijn vanwege blootstelling aan COVID-19, moeten toegang hebben tot essentiële verloskundige zorg en evaluatie van het ziektebeloop.
Met telemedicine kan de blootstelling aan SARS-CoV-2 verminderd worden. Desalniettemin zijn onder bepaalde omstandigheden persoonlijke bezoeken aangegeven. In sommige gevallen zijn zwangere vrouwen met COVID-19 vanwege onvoldoende maatregelen voor infectiepreventie niet in staat om de vereiste prenatale zorg te krijgen.

Speciaal prenataal zorgmodel

In Duke University (North Carolina, VS) is een speciaal prenataal zorgmodel ontwikkeld waarin zwangere vrouwen die positief zijn getest voor SARS-CoV-2 of in quarantaine zijn vanwege blootstelling aan COVID-19, naar een afzonderlijke kliniek gaan. Het doel is om de verloskundige zorg te bieden en tegelijkertijd het risico op blootstelling te minimaliseren.

In deze retrospectieve cohortstudie studie is de haalbaarheid van dit zorgmodel vastgesteld. Tussen 18 maart en 30 juli 2020 werden 85 vrouwen gezien in deze kliniek. Van hen hadden 63 vrouwen COVID-19. 72 patiënten hadden een bekende blootstelling. In 25 gevallen (34%) was de blootstelling gezinsgerelateerd, in 20 gevallen (27%) werkgerelateerd, in één geval (1,3%) reisgerelateerd en in 27 gevallen (37%) was de blootstelling onbekend.
Onder de vrouwen bij wie de bron bekend was, hadden degenen met een gezinsgerelateerde en werkgerelateerde blootstelling de grootste kans op een positief test (respectievelijk 80 en 75%).

Geen foetale groeiretardatie

Van de 63 SARS-CoV-2-positieve vrouwen waren zes personen (9,5%) asymptomatisch, 49 personen (77,8%) hadden een milde ziekte, zes personen (9,5%) hadden een matige ziekte en twee personen (3,2%) een ernstige ziekte.

Slechts zeven patiënten moesten opgenomen worden. De opnameduur varieerde van 1-6 dagen. Drie patiënten kregen remdesivir en geen patiënt kreeg corticosteroïden. Bij geen van de patiënten trad foetale groeiretardatie op. 28 van de 63 onderzochte vrouwen (44%) zijn tijdens de follow-upperiode bevallen. Drie gezondheidswerkers raakten geïnfecteerd met SARS-CoV-2.

Voordelen van afzonderlijke kliniek

Door deze benadering wordt het gebruik van gezondheidszorgvoorzieningen geoptimaliseerd. Op deze manier raken de zorgverleners ervaren met het werken met persoonlijke beschermingsmiddelen. Bovendien zorgt deze aanpak ervoor dat COVID-19-patiënten tijdens de zwangerschap consistente beoordelingen en behandelingen krijgen.


Referenties: Dotters-Katz S, Harris H, Wheeler SM, et al. Specialized prenatal care delivery for COVID-19 exposed or infected pregnant women. Am J Obstet Gynecol. 2020;S0002-9378(20)31315-6. https://www.ajog.org/article/S0002-9378(20)31315-6/pdf , https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33221297/

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Zorg dat de digitale weg niet de enige ingang naar de maatschap­pij wordt’

Steeds vaker gaat zorg via de digitale weg. Nicole Goedhart onderzoekt de toegankelijkheid van de (online) samenleving en geeft tips hoe de zorgverlener de zorg toegankelijk voor iedereen houdt. “Een afstand tot de online wereld kan gezondheidsverschillen vergroten.”

Protocol brengt veelbelovende ‘orphan drugs’ sneller bij patiënt

Behandelaren en zorgverzekeraars slaan de handen ineen om geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten sneller beschikbaar te krijgen, vertelt Niels Reijnhout. “Met het ODAP krijgen patiënten zo snel mogelijk na goedkeuring door het EMA al toegang tot het middel.”

Reanimatie bespreken? Alleen als het past

Artsen vragen op de spoedeisende hulp vaak routinematig naar reanimatievoorkeuren, maar volgens Yvo Smulders is het tijd om deze standaardpraktijk eens kritisch te bekijken. “Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat je die vraag zomaar stelt bij een routine-opname.”

Casus: man met klachten na penisvergroting

Een 38-jarige patiënt is net een week terug uit Turkije, waar hij in een kliniek een penisvergroting heeft ondergaan. Hij kan u niet precies vertellen wat er gebeurd is en klaagt vooral over pijn, roodheid en zwelling van de penis. Wat is uw diagnose?

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”