DOQ

Zorgsysteem staat vaak initiatieven voor multimorbiditeit in de weg

Er zijn steeds meer mensen met meerdere chronische aandoeningen, oftewel multimorbiditeit. Het huidige zorgsysteem sluit daar niet goed bij aan, want behandeltrajecten zijn vaak gericht op één ziekte. Toine Remers onderzocht vanuit het Radboudumc in Nijmegen enkele initiatieven voor betere zorg voor mensen met multimorbiditeit. “Er zijn veel hobbels, maar de initiatieven zijn veelbelovend en leerzaam.”

Het behandelen van één ziekte tegelijk leidt tot versnippering van zorg, want patiënten zijn onder behandeling bij verschillende dokters. Dat leidt niet alleen tot suboptimale kwaliteit van zorg, maar ook bijvoorbeeld polyfarmacie, onnodige controles en tegenstrijdige adviezen aan patiënten. “Multimorbiditeit draagt bij aan de stijgende kosten in de zorg”, vertelt Toine Remers. “Daarom is het van belang om inzicht te krijgen in de complexiteit van de zorg bij multimorbiditeit. Met die kennis kunnen we deze zorg misschien op een duurzame manier iets minder complex maken en meer stroomlijnen. Ik heb daarvoor enkele bestaande initiatieven bestudeerd die versnippering van zorg willen tegengaan.”

“Het huidige zorgsysteem is niet ingericht voor geïntegreerde zorgprogramma’s”

Onderzoeker Toine Remers

Integrale zorgpoli

Een van die initiatieven is de integrale chronische zorgpoli in ziekenhuis Bernhoven in Uden, die enkele jaren geleden is gestart. De opzet is om via enkele consulten van een uur de gezondheidsproblemen van patiënten met multimorbiditeit op een rijtje te zetten en de zorg daarvoor inzichtelijk te maken. Dat leidt tot een persoonlijk zorgplan, met ook wensen van patiënten over hun zorg.

Remers heeft de poli twee jaar lang gevolgd. “We hebben interviews gedaan met medewerkers en patiënten, en ook zorggebruik en patiënttevredenheid gemeten. De medewerkers zijn heel gemotiveerd om de poli goed te laten lopen, maar zij lopen uiteindelijk aan tegen de grenzen van het Nederlandse zorgsysteem. Zo kon de internist geen dbc voor de poli declareren, omdat er geen dbc was voor consulten langer dan tien minuten. Ik vond de poli een typisch voorbeeld van de complexiteit rond het stroomlijnen van zorg bij mensen met multimorbiditeit in ons huidige zorgsysteem.”

Haalbaar

Er waren wel veelbelovende trends rondom zorg­gebruik. Zo werd een daling gezien van aantallen ziekenhuisopnames, bezoeken aan de Spoedeisende Hulp, polikli­nische zorg, radiologische diagnostiek en laboratoriumdiagnostiek. De nieuwe poli zorgde echter nog niet voor meer tevredenheid bij patiënten over hun chronische zorg. Zij gaven aan dat zij behoefte hebben aan uitgebreide informatie gedurende een langere periode. “Onze bevindingen laten voornamelijk zien dat de implementatie van een polikli­niek voor mensen met multimorbiditeit binnen een ziekenhuis haalbaar is”, aldus Remers. “Maar er zijn ook uitdagingen. Zo bleek de implementatie van deze nieuwe poli uiteindelijk complex en er waren aanzienlijke kosten mee gemoeid. Initiatieven van gemotiveerde teams moeten langdurig ondersteund worden vanuit het ziekenhuismanage­ment om realiseerbaar te zijn. Bovendien zijn substantiële veranderingen nodig in de financiering van de zorg. Het huidige zorgsysteem is niet ingericht voor dit soort geïntegreerde zorgprogramma’s.”

“We zien in ons onderzoek een dalende trend in het risico voor opname”

DementieNet

Een ander voorbeeld is DementieNet: het netwerk vanuit het Radboudumc Alzheimer centrum voor optimaal gecoördineerde eerstelijnszorg voor mensen met dementie. Remers heeft daarvan de langetermijneffecten rondom kosten onderzocht aan de hand van analyse van declaratiegegevens. “Het idee achter het initiatief is dat een brede groep zorgverleners in de eerste lijn samenwerken in bijvoorbeeld een wijk. Daardoor zijn zij samen beter op de hoogte van de gezondheid van hun patiënten en kunnen ze gezamenlijke verbeterdoelen afspreken. Er is al aangetoond dat deze netwerken de kwaliteit van zorg verbeteren. We zien in ons onderzoek een dalende trend in het risico voor opname in het ziekenhuis, de spoedeisende hulp, intensive care, eerstelijns crisisopvang en verpleeghuis. Dat kan worden bereikt zonder stijging van de totale zorgkosten.”

Motivatie

Remers noemt de initiatieven voor betere zorg bij multimorbiditeit veelbelovend, maar deze zijn voorlopig nog afhankelijk van de motivatie van individuele zorgmedewerkers. Een initiatief begint vaak vanuit overtuiging van een arts, maar ‘het systeem’ werkt vaak tegen. Daardoor kan de motivatie afnemen en een initiatief stranden. “Er zijn veel hobbels te nemen om iets voor elkaar te krijgen”, aldus Remers. “Helaas wint een niet-ondersteunend systeem vrijwel altijd. Dat is frustrerend. Maar bijvoorbeeld de poli in Bernhoven is wel gelukt. Daar valt veel van te leren. Er waren weliswaar forse implementatiekosten, maar die zullen grotendeels niet terugkomen in initiatieven in andere ziekenhuizen. En door deze poli is er nu een experimentele betaaltitel vanuit de Nederlandse Zorg Autoriteit.”

“Bij het stranden van een initiatief is het goed om te analyseren waardoor dat komt”

Goed analyseren

Hoewel het zorgsysteem innovatieve ideeën vaak in de weg staat, vindt Remers niet dat het hele stelsel op z’n kop moet. Want dat is te groot en duurt te lang. Wel vindt hij dat zorgverleners en zorgverzekeraars actiever afspraken kunnen maken om zorginitiatieven meer kans te geven. En de overheid moet daar meer op toezien. “Bij het stranden van een initiatief is het ook goed om te analyseren waardoor dat komt. Daarnaast doen initiatiefnemers er goed aan om al vanaf de start oog te hebben voor de financiële aspecten, en op het juiste moment de juiste partijen erbij te betrekken. Als bijvoorbeeld de top van een ziekenhuis en de zorgverzekeraars vanaf het begin ‘aan boord’ zijn, kan dat deuren openen. Dan kan een pilot ineens een jaar duren in plaats van een maand.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Zorg dat de digitale weg niet de enige ingang naar de maatschap­pij wordt’

Steeds vaker gaat zorg via de digitale weg. Nicole Goedhart onderzoekt de toegankelijkheid van de (online) samenleving en geeft tips hoe de zorgverlener de zorg toegankelijk voor iedereen houdt. “Een afstand tot de online wereld kan gezondheidsverschillen vergroten.”

Protocol brengt veelbelovende ‘orphan drugs’ sneller bij patiënt

Behandelaren en zorgverzekeraars slaan de handen ineen om geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten sneller beschikbaar te krijgen, vertelt Niels Reijnhout. “Met het ODAP krijgen patiënten zo snel mogelijk na goedkeuring door het EMA al toegang tot het middel.”

Reanimatie bespreken? Alleen als het past

Artsen vragen op de spoedeisende hulp vaak routinematig naar reanimatievoorkeuren, maar volgens Yvo Smulders is het tijd om deze standaardpraktijk eens kritisch te bekijken. “Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat je die vraag zomaar stelt bij een routine-opname.”

Casus: man met klachten na penisvergroting

Een 38-jarige patiënt is net een week terug uit Turkije, waar hij in een kliniek een penisvergroting heeft ondergaan. Hij kan u niet precies vertellen wat er gebeurd is en klaagt vooral over pijn, roodheid en zwelling van de penis. Wat is uw diagnose?

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”


Lees ook: Patiënt met multi­morbi­diteit raakt overzicht kwijt

Naar dit artikel »