Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Follow-up van veel te vroeg geboren kinderen bij meertaligheid en cognitieve ontwikkeling
Psycholoog Sarit van Veen deed onderzoek naar de follow-up van ernstig te vroeg geboren kinderen. Twee kwesties staan bij neonatologen ter discussie: het al dan niet corrigeren van de leeftijd voor de vroeggeboorte van deze kinderen en het effect van meertaligheid bij vroeggeborenen op hun ontwikkeling.
Meertaligheid wordt bij kinderen die op tijd zijn geboren vaak geassocieerd met betere cognitieve ontwikkeling. Uit Van Veens onderzoek blijkt dat twee- en vijfjarige te vroeggeborenen die meertalig worden opgevoed juist lager scoren op het cognitieve vlak. Hoe dit precies kan, is nog niet duidelijk. Een hypothese is dat de meertaligheid (te) veel vraagt van de cognitieve capaciteiten van deze kinderen.
Het Verbaal IQ van meertalige, te vroeg geboren kinderen was op de vijfjarige leeftijd láger. Bij een IQ-test – waarvan het Verbaal IQ een onderdeel is – levert dit ook een lagere Totaal IQ op. Van Veen stelt dat het belangrijk is om rekening te houden met de thuistalen bij de interpretatie van uitkomsten, te meer omdat deze testen altijd in het Nederlands worden afgenomen.
Kalenderleeftijd of gecorrigeerde leeftijd
Het tweede probleem is dat bij het interpreteren van uitkomsten de keuze bestaat om bij te vroeg geboren kinderen uit te gaan van de daadwerkelijke (kalender)leeftijd van het kind of de gecorrigeerde leeftijd. Wanneer er wordt uitgegaan van de gecorrigeerde leeftijd berekent de onderzoeker de leeftijd van het kind als het geboren zou zijn na 40 weken zwangerschap. Het onderzoek laat zien dat IQ-scores van vijfjarige te vroeg geboren kinderen op basis van de gecorrigeerde leeftijd hoger zijn dan op basis van de kalenderleeftijd.
Scores gebruiken
Welke scores je gebruikt, hangt af van waarvoor je de scores wil gebruiken. Het advies van Van Veen luidt: altijd beide scores berekenen. Gebruik de gecorrigeerde scores voor wetenschappelijk onderzoek, om te voorkomen dat er bias ontstaat. Voor klinische doeleinden is het per individuele situatie belangrijk dat de arts kijkt welke score het beste helpt om het kind zo veel mogelijk te ondersteunen bij z’n hulpbehoefte.
Promotie Sarit van Veen: ‘Very preterm children at early school age: studies into assessment, development and Support’.