DOQ

Subtiele volumeverschillen in de hersenen van mensen met een dwangstoornis

De hersenstructuur van patiënten met een dwangstoornis wordt gekenmerkt door specifieke maar subtiele volumeverschillen in de dieper gelegen hersenkernen, die belangrijk zijn voor emotie en gedrag. Dit blijkt uit een  unieke wereldwijde samenwerking op het gebied van hersenonderzoek bij de dwangstoornis (obsessieve-compulsieve stoornis). Begin juni is Premika Boedhoe hierop gepromoveerd bij Amsterdam UMC.

De subtiele hersenverschillen die Premika Boedhoe vond bij mensen met een dwangstoornis, zijn volgens haar wel betekenisvol. “De afwijkingen verschilden bij kinderen, adolescenten  en volwassenen. Dit past bij de bestaande veronderstelling dat OCD een ontwikkelingsstoornis is, met een afwijkende rijping van bepaalde hersenstructuren”. Ook vond Boedhoe dat een deel van de veranderingen in de hersenschors bij mensen met een dwangstoornis te maken lijkt te hebben met het gebruik van medicatie. “We moeten het effect van medicatie op de hersenen verder onderzoeken”, aldus Boedhoe.

Dwangstoornis

Boedhoe heeft gebruikt gemaakt van data van het wereldwijde ENIGMA-initiatief. Daardoor konden hersenscans (MRI’s) van mensen over de hele wereld met elkaar vergeleken worden. De ENIGMA-OCD-groep heeft specifiek gekeken naar dwangstoornissen, waarvoor data beschikbaar was van bijna 1900 patiënten en rond de 1800 gezonde controles. Een obsessief-compulsieve stoornis (OCD) kenmerkt zich door dwanggedachten en dwanghandelingen of terugkerende rituelen om gevoelens van angst te bezweren. De dwanggedachten (obsessies) en dwanghandelingen (compulsies) zijn bij OCD zo ernstig dat ze het dagelijks leven beperken. Patiënten met ernstige OCD kunnen bijvoorbeeld urenlang bezig zijn met douchen, schoonmaken of het controleren van het huis, voordat ze naar buiten durven te gaan. OCD komt bij ongeveer 2% van de bevolking voor, en is bij iets minder dan de helft van de patiënten erg moeilijk te behandelen. Hersenonderzoek zou aanknopingspunten kunnen geven voor nieuwe behandelopties.

Trans-diagnostisch onderzoek

Boedhoe “Ondanks dat we in deze studie hersenscans van een grote groep mensen met een dwangstoornis hebben bekeken, hebben we nog geen eenduidige oorzaak voor OCD in de hersenen gevonden. We denken dat dit komt doordat een onderliggend, complex netwerk van afwijkingen in de hersenen allerlei verstoringen kan geven op diverse domeinen (emoties, gedrag, cognitie). Die verstoringen kunnen zich dus uiten in diverse stoornissen, bijvoorbeeld OCD, ADHD of een Autisme Spectrum Stoornis. Daarom pleit ik ervoor om in de toekomst trans-diagnostisch onderzoek te doen. In plaats van te kijken naar specifieke stoornissen, zou ik de relatie van specifieke hersennetwerken met bepaalde verstoorde functies willen onderzoeken. Het is van groot belang meer longitudinaal onderzoek te doen, zodat we kunnen beoordelen hoe verschillende biologische en omgevingsinvloeden, in interactie met de repetitieve gedachten en handelingen zelf, de normale ontwikkeling van de hersenen verstoort. We zetten nu ook de eerste stappen om op basis van de hersenmaten te voorspellen wie wel en wie niet op behandeling reageert. Daarmee hoop ik op langere termijn bij te dragen aan een meer gepersonaliseerde behandeling  van mensen met OCD.”

Bron: VUmc
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?