DOQ

De straatdokter als duizendpoot: zelden een patiënt met slechts één probleem

Waarom wordt een dokter straatdokter? “Ik heb mij altijd aangetrokken gevoeld tot mensen die buiten de maatschappij vallen”, zegt Marlieke Ridder, teamleider van het Stedelijk Daklozen Team in Rotterdam. “Als de mensen voor wie je er als straatdokter bent je eenmaal vertrouwen, valt veel zorg te verlenen. Je kunt de uitdagingen van je arts-zijn er echt in waarmaken.”

Net als de meeste straatdokters is Ridder huisarts. “In een enkel geval is de straatdokter een arts voor verstandelijk gehandicapten of een GGD-arts”, vertelt ze. “Maar het is logisch dat het veelal een huisarts is, want de spreekuren die je in deze functie doet, zijn huisartsgeneeskunde in de breedste zin van het woord. Je moet er echt een generalist voor zijn. Het is zelfs huisarts-plus, want je moet ook geïnteresseerd zijn in psychiatrie en verslaving.”

Straatdokter Marlieke Ridder

Onverzekerden

Kennis van wet- en regelgeving is eveneens belangrijk. Ridder: ‘De Wet zorg en dwang of de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg bijvoorbeeld, in het enkele geval dat je daarop een beroep moet doen. Maar ook de wetgeving op het gebied van de zorgfinanciering. Je hebt veelal te maken met onverzekerden; dan moet je weten hoe het werk dat je doet, toch vergoed kan worden. Een arts voor verstandelijk gehandicapten of psychiater roepen we er soms bij in specifieke gevallen.”

“Verpleegkundigen zijn in de uitvoering van ons werk essentieel”

Veelheid aan problemen

Ridder schat dat ons land zo’n dertig straatdokters kent. Ze zijn vooral actief in de grote steden. “Verpleegkundigen zijn in de uitvoering van ons werk essentieel”, zegt ze. “De spreekuren doe je altijd met zijn tweeën. Deels vanwege de veiligheid, maar ook vanwege de brede blik op de problemen die om onze aandacht vragen. En een verpleegkundige heeft een wat andere benadering dan een arts. Als het mij niet lukt om iets voor elkaar te krijgen bij een patiënt, lukt het de verpleegkundige langs een net wat andere weg alsnog vaak wel. En de ziekenboeg vaart zelfs volledig op de verpleegkundigen.”

“We zien relatief veel tbc, hepatitis C en ook wel hiv”

Loopvoeten en schurft

Er is bij de patiënten die de straatdokter ziet vrijwel nooit één probleem tegelijk. “Ze komen voor een wond aan het been bijvoorbeeld, maar terwijl je die behandelt kom je erachter dat er veel meer aan de hand is”, vertelt Ridder. “Bij de somatische klachten gaat het opvallend vaak om loopvoeten en ook heel vaak om schurft. Daarnaast relatief veel tbc, hepatitis C en ook wel hiv. Veel infecties van longen of de huid en een slecht gebit. Bij de psychische klachten staan psychiatrische ziektebeelden en verslaving voorop. We vragen altijd aan patiënten waarom ze dakloos zijn en of ze maatschappelijke zorg hebben. Dat levert veel aanvullende informatie op.”

Geen spiermassa meer

Het komt regelmatig voor dat iemand al lang met een klacht rondloopt. “Laatst nog een man die al vier maanden een arm niet kon gebruiken”, vertelt Ridder, “hij had daar helemaal geen spiermassa meer in. ‘Ik kan nog steeds mijn shaggie draaien’, zei hij, ‘dan duw ik gewoon een beetje tegen mijn hand’. Je weet dan niet of hij een beroerte heeft gehad of een tumor heeft. Natuurlijk probeer je hem terug te laten komen of te verwijzen naar het ziekenhuis.”

Niet prediken

Ridder vervolgt: ‘Als patiënten eenmaal bij je komen, zijn ze niet meer zo bang voor de dokter. We gaan niet prediken, we proberen een dialoog aan te gaan. Maar soms raakt zo iemand toch weer uit beeld omdat hij echt niet wil of omdat hij naar elders vertrekt. Of als de gemeente bezig is een woning te regelen natuurlijk, dan heeft dat voorrang boven de zorg.”

Leger de Heils

Samenwerking is belangrijk om zoveel mogelijk te voorkomen dat iemand uit beeld raakt. Dus werkt de straatdokter intensief samen met de gemeente, het Leger des Heils, de nachtopvang, veldwerkers, bemoeizorgteams, woningbouwverenigingen, de ggz, wijkteams, de politie. “En ook met betrokken burgers”, zegt Ridder.

“De ernstig psychiatrisch zieke buitenslapers bezoeken we wekelijks met een bemoeizorgteam”

Meer dan incidentele zorg

Het werk van de straatdokter beperkt zich niet tot incidentele zorg, benadrukt Ridder. “Nachtopvang en chronische zorg horen er ook bij. En bij dat laatste ben je echt de huisarts voor deze mensen, soms maandenlang. De ernstig psychiatrisch zieke buitenslapers bezoeken we wekelijks met een bemoeizorgteam. Als het nodig is, verwijzen we iemand naar het ziekenhuis. Dit doen we in dezelfde gevallen als wanneer de gewone huisarts dit doet, altijd met een warme overdracht. En als de patiënt niet rechthebbend of verzekerd is, geef ik de behandelaar ook uitleg over hoe zijn zorg vergoed kan worden. Gelukkig bestaan hier via het CAK altijd mogelijkheden voor als het om noodzakelijke zorg gaat.”

Geen lichte beslissing

Soms wil iemand niet naar het ziekenhuis. Ridder: “Maar dan stel ik het bewust zwart-wit: ‘Als je niet gaat, kun je hieraan doodgaan. Is dat wat je wilt?’ Bijna altijd lukt het dan. Ik heb maar één keer onder de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst moeten regelen dat iemand door de politie naar het ziekenhuis werd gebracht. Dat is geen lichte beslissing.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx