DOQ

‘Een zaak van kennis, ervaring, een scherpe klinische blik en een gezonde dosis argwaan’

Een systematische en multidisciplinaire aanpak werkt vooralsnog het beste bij de diagnose van pulmonale sarcoïdose. Dat schrijft Jan Grutters, hoogleraar interstitiële longafwijkingen aan de Universiteit Utrecht en hoofd van het ILD Center of Excellence, in Journal of Clinical Medicine.

Hoewel pulmonale sarcoïdose geldt als de meest prevalente manifestatie van sarcoïdose en de meest gestelde diagnose is op het gebied van de interstitiële longziekten (ILD), is het lastig om de diagnose te stellen. Dat komt omdat sarcoïdose veel verschijningsvormen kent en er internationaal geen consensus is over de beste manier om de aandoening vast te stellen.
Jan Grutters, hoogleraar interstitiële longafwijkingen aan de Universiteit Utrecht en hoofd van het ILD Center of Excellence, schreef een artikel in Journal of Clinical Medicine waarin hij een overzicht geeft van diagnostische criteria voor sarcoïdose, klinische presentaties en de beschikbare aanpakken. Daarnaast stelt hij een algoritme voor om systematisch tot een diagnose te komen.

“Een diagnose is vaak voor een deel op waarschijnlijkheid gebaseerd”

Uitdagingen

Het stellen van de diagnose sarcoïdose is moeilijk omdat het gaat om een heterogeen ziektebeeld. Er zijn verschillende typen van zowel pulmonale als extrapulmonale betrokkenheid, en combinaties van de twee. Bovendien is de multisystemische aard van de ziekte klinisch niet altijd aanwezig, wat blijkt uit het feit dat sarcoïdose zich soms slechts manifesteert in individuele organen. Ook de symptomen kunnen variëren.
De diagnose sarcoïdose is bovendien een exclusiediagnose, waaronder ook het uitsluiten van zeldzamere ziektebeelden valt, zoals tuberculose of blootstellingsgerelateerde ILD’s. Überhaupt kan uitsluiting nooit met absolute zekerheid gebeuren. Daarom is een diagnose vaak voor een deel op waarschijnlijkheid gebaseerd, en niet volledig op klinische parameters.

Algoritme

Grutters stelt daarom een algoritme voor om de diagnose pulmonale sarcoïdose met zoveel mogelijk zekerheid te kunnen stellen.1 Het algoritme is een beslisboom, die start met een klinische verdenking na beeldvorming van de thorax. De ziekte kan soms vervolgens klinisch worden gediagnosticeerd, met name als er geen verdere behoefte is aan systemische behandeling. In andere gevallen zijn cytologisch of histologisch bewijs nodig van granulomateuze inflammatie, en moeten andere oorzaken van granulomateuze ziekten worden uitgesloten.

In alle gevallen stelt Grutters voor om de diagnose te beschouwen als ‘werkdiagnose’, en deze pas tot stand te laten komen na samenspraak met een multidisciplinair team. Het doel daarvan is het vergaren van zoveel mogelijk data, deze sceptisch te benaderen, en daarmee de mogelijkheid tot heroverweging van de diagnose open te laten. Bespreking in een multidisciplinair team kan bovendien zorgen voor breder gedragen behandelbeslissingen. Dat is belangrijk, schrijft Grutters, in een veld waar nog geen richtlijnen zijn opgesteld voor de behandeling.

“Het is te verwachten dat behandelaars beschikking zullen krijgen over nieuwe diagnostische tools”

Diagnostische tools

Dankzij nieuwe ontwikkelingen op het gebied van biomoleculaire technologieën en AI is het te verwachten, schrijft Grutters, dat behandelaars beschikking zullen krijgen over nieuwe diagnostische tools die de manieren van diagnosestelling op het gebied van sarcoïdose zullen veranderen. Zo verbetert ultra-HRCT de kwaliteit van de beeldvorming die nodig is om ILD-kenmerken zoals micronodules te herkennen. Ook de eNose, die ziekten kan herkennen gebaseerd op ademanalyse, kan hierbij een rol spelen. Tot slot zijn nieuwe en combinaties van bestaande biomarkers een veelbelovende richting van toekomstig onderzoek.

Toch zijn deze nieuwe invalshoeken nog ver weg en behoeven ze meer onderzoek. Op dit moment is nog geen makkelijke diagnostische test beschikbaar voor sarcoïdose. Een diagnose, schrijft Grutters, is daarom een zaak van kennis, ervaring met de ziekte, een scherpe klinische blik en een gezonde dosis argwaan. Een systematische, multidisciplinaire aanpak en regelmatige follow-up geven de beste kans van slagen.

Referentie:
1. Grutters JC. Establishing a Diagnosis of Pulmonary Sarcoidosis. J Clin Med. 2023 Nov 2;12(21):6898.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?