Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Kinderlongarts dr. Rikkers-Mutsaerts: ‘Het is goede zorg om juist wél het gesprek aan te gaan over rookgedrag’
In haar witte jas stapte ze samen met twee collega’s op straat op wildvreemde rokers af. “Ik zie dat u rookt. Misschien hebt u mij in de toekomst nodig, u kunt me bellen als u kanker krijgt.” Kinderarts-pulmonoloog Noor Rikkers-Mutsaerts was met deze confronterende aanpak te zien in de campagnefilm ‘Verklein de kans’. Ze vindt dat artsen niet langer moeten wachten tot iemand ziek in de spreekkamer verschijnt en pleit dan ook voor meer proactiviteit om op eigen initiatief het gesprek aan te gaan over rookgedrag.
“Erg spannend vond ik het, het had me niet verbaasd als mensen in de weerstand waren geschoten. Maar wat bleek? Mensen staan ervoor open om het gesprek met je aan te gaan. Als je ze niet veroordeelt omdat ze roken maar vanuit zorg je hulp aanbiedt, heb je meer invloed dan je denkt. De witte jas helpt daarbij ook, je hebt als arts een bepaald krediet bij mensen”, zegt Rikkers-Mutsaerts. Ze hoopt dat collega’s zich daar bewuster van worden. “Als je vanuit je rol als arts laat merken dat je het zonde vindt voor de roker dat hij zijn gezondheid zo beschadigt, dat je weet dat het een hardnekkige verslaving is en dat je graag wilt helpen, dan kun je daarmee een leven redden. En is dat niet het mooiste dat je als arts kunt doen?”
Betweterig
Rikkers-Mutsaerts komt in haar werk bij het Willem-Alexander Kinderziekenhuis (LUMC) vaak de gevolgen tegen van roken. Kinderen met astma die klachten hebben door meeroken bijvoorbeeld. “De rokende ouders zijn niet mijn directe patiënten, maar roken moet je altijd bespreekbaar maken als arts”, benadrukt Rikkers. Sommige vakgenoten vinden het confronteren van patiënten met hun risicovolle gedrag betweterig, maar Rikkers ziet dat anders. “Je onthoudt mensen iets heel belangrijks als je het niet aan de orde stelt. Je zou kunnen zeggen dat niks doen verwaarlozing is, maar ik zeg liever dat het een vorm van goede zorg is als je er wél over begint. Geef rokers niet de schuld van hun verslaving: 80 procent was onder de 18 toen ze begonnen en dan telt alleen wat op korte termijn leuk is. Als je er zo over denkt, voelt de patiënt dat.”
Motiverende gespreksvoering
Rikkers past motiverende gespreksvoering toe om tot een open en effectief gesprek te komen. “Ik begin met een toestemmingsvraag: mag ik met u praten over het roken? Waarom rookt u? Denkt u wel eens aan stoppen, en waarom dan? Hoe groot is de kans dat het u lukt, denkt u?Je zult zien dat je patiënten echt bereikt. Dat maakt voor hen de stap naar concrete hulp veel kleiner. Als je zelf goed weet waar in jouw regio geaccrediteerde hulp te krijgen is, kun je ze vervolgens verder op weg helpen.” Op deze manier te werk gaan: dat kan elke collega-arts volgens Rikkers. “Zo’n gesprek kun je in een paar minuten voeren, hoge werkdruk kan geen excuus zijn.”
Noor Rikkers-Mutsaerts is initiatiefnemer en vicevoorzitter van de Taskforce Rookvrije Start en voorzitter van de Commissie NoSmoKind! van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde.
Motiverende gespreksvoering in het kort
Motiverende gespreksvoering is een techniek waarmee je de ander aan het denken zet over nadelen van zijn gedrag en vooral over de voordelen van ander gedrag. Belangrijkste aandachtspunten binnen deze methode:
– Vraag toestemming om over het onderwerp te beginnen.
– Stel open vragen, wees nieuwsgierig.
– Stel reflectievragen: ‘Dus die paar sigaretjes werden een jarenlange verslaving die u niet meer in de hand kon houden?’
– Geef geen advies: vraag wat de ander al weet, geprobeerd heeft en wat helpend is geweest bij eerdere pogingen tot gedragsverandering.
– Vraag toestemming voordat je met ‘eigen’ oplossingen komt: ‘Ik ken wat manieren die bij anderen hebben geholpen, mag ik daar wat over vertellen?’
– Heb je toestemming om informatie te geven? Houd het kort, geef een samenvatting en laat de ander kiezen of hij naar details wil vragen.