Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Verliessensitief werken in de zorg
Als artsen verlies bij hun patiënten herkennen en erkennen, voorkomen ze daarmee veel leed en complicaties. “Hun poortwachtersfunctie en het leiden van patiënten naar de juiste zorg, maakt dat verlies een plek krijgt”, zegt grondlegger verlieskunde Herman de Mönnink, traumapsycholoog en rouwtherapeut.
Hoe meer je aan iets gehecht bent, hoe intenser de rouw, vertelt Herman de Mönnink. “Voor veel mensen is het moeilijk om de waarheid onder ogen te zien, maar het is wel de enige manier om met het verlies om te gaan. Verlies kan gaan over iets ingrijpends als een ouder, kind of partner verliezen, maar het gaat over zoveel meer. Ook je baan verliezen kan een enorme impact op je hebben, net als een scheiding of een ziekte. Zodra dingen en omstandigheden waaraan je hechtte voorgoed veranderen, is er sprake van verlies en daarmee moet je constructief om leren gaan.”
“Mensen voelen het verlies van een dierbare vaak ook als het verlies van controle”
Traumapsycholoog en rouwtherapeut Herman de Mönnink
Rouwen is geen pathologie
“Het hoort in principe niet bij de ggz thuis”, zegt De Mönnink. Verlieservaringen zouden meer genormaliseerd en gecontextualiseerd moeten worden, ook door artsen. Mensen zouden geholpen moeten worden om de stress die het oproept kwijt te raken. Hierbij helpt oplossingsgericht werken niet, want verlies is niet oplosbaar. “Opluchtingsgericht werken is een betere vorm om voor te kiezen. Verlies is niet iets wat je weg kunt stoppen of kunt laten verdwijnen, want het is er en je moet ermee leren omgaan. Door mensen de realiteit in te laten zien, ruimte voor opgeroepen emoties te maken en nieuwe perspectieven te helpen ontwikkelen, krijg je mensen die gezond omgaan met verlies. Verlies is een transdiagnostisch levensthema, het zit achter iedere diagnose. Mensen voelen het verlies van een dierbare vaak ook als het verlies van controle. Rouwen en verlies passen echter niet binnen een diagnose, daarom wordt het vaak niet op waarde geschat.”
Secundaire victimisatie
Na de WO II speelde verlies een heel grote rol. De ouders van De Mönnink hadden elkaar leren kennen tijdens de dwangarbeid in Duitsland: “Mijn moeder verloor haar hele familie in de oorlog. Dit zorgde ervoor dat ze haar eigen kinderen zag als haar eigendom. Ze waakte voor een nieuw verlies. Dat was niet echt gezond en voor mij was het een flinke worsteling om daarvan los te komen. Daardoor zag ik wel dat verlies een enorme rol in ons leven inneemt. Niet alleen verlies van mensen of dingen speelt een grote rol. Ook gezondheidsverlies kan ervaren worden als een enorme tegenslag, dat komt aan als een flinke klap. Als daar niet goed mee omgegaan wordt, ontstaat er leed op leed en dus secundaire victimisatie.”
“Niemand durfde te vragen hoe het ging, terwijl zij bijna iedere dag wel een slechtnieuwsgesprek voeren”
Situationele puzzel
Na verlies is het goed om daarmee bezig te zijn en een aantal rouwpuzzels te leggen om verder te kunnen. “Dat noemen ze Trauerarbeit, de waarheid onder ogen zien, de situationele puzzel. Het bagatelliseren of ontkennen zoals onze ouders nog wel deden, is niet een puzzel leggen. Dat is een puzzel wegleggen en dat werkt niet.” Een oncoloog vertelde De Mönnink eens tijdens een cursus: ‘Ik realiseer me nu dat ik veertig jaar altijd pratend de zaal opkom en ook pratend de zaal weer afging. Ik stond helemaal niet stil bij wat mijn patiënt voelde, ik hield het ver weg.’
Die bewustwording is heel belangrijk. Op het moment dat je ruimte neemt voor je eigen emotionele werkstress, kun je ook ruimte nemen voor de kant van de patiënt, legt De Mönnink uit. “De oncoloog had zelf een kind verloren aan kanker. Hij vertelde me dat hij toen pas merkte hoe vervelend het was dat personeel stond te lachen op de gang terwijl hij daar zat met zijn stress en verdriet. Ook vertelde die arts dat, de eerste keer dat hij weer in zijn vakgroep kwam, er een ijzingwekkende stilte hing. Ze hadden kunnen vragen hoe het met hem ging, maar niemand durfde of wilde dat. Terwijl zij bijna iedere dag wel een slechtnieuwsgesprek met ouders voeren. Vaak is er na zo’n gesprek wel een verpleegkundige die een arm om je heen legt, dat is zo waardevol. Daar kunnen wij als artsen nog wat van leren, had hij opgemerkt.”
“Daar ligt voor artsen een poortwachterstaak weggelegd”
Onverklaarde klachten
In elke vakgroep komt zo’n groep voor, patiënten met onverklaarbare klachten. “In die gevallen is het zeker van belang dat de mensen met verliezen de verliessensitieve hulp krijgen. Er is gelukkig een tendens dat er meer aandacht is, maar dat kan zeker systematischer. Daar ligt vooral voor artsen een poortwachterstaak weggelegd.”
Meer informatie? www.verlieskunde.nl