DOQ

Zorgverleners luiden noodklok: we weten te weinig over traumatisch hersenletsel

We weten nog te weinig over hoe we traumatisch hersenletsel moeten aanpakken. Meer en beter gecoördineerd onderzoek is daarom nodig. Dat is de boodschap van een speciale editie van the Lancet Neurology, die op 7 november door experts werd aangeboden aan het Europees Parlement. Vanuit Nederland schreven artsen en onderzoekers van het LUMC, HaaglandenMC, het Erasmus MC en het UMCG mee.

In de speciale uitgave betogen de experts dat de impact van traumatisch hersenletsel kan worden verkleind door betere preventiemaatregelen en eenduidige behandelrichtlijnen gebaseerd op gedegen wetenschappelijk onderzoek. Maar die ontbreken momenteel. “Eigenlijk weten we te weinig over traumatisch hersenletsel”, legt LUMC-hoogleraar Neurochirurgie Wilco Peul uit. “Neem bijvoorbeeld een patiënt met een hersenbloeding door letsel: daarvan weten we niet of het het beste is om meteen te opereren of intensief op IC te behandelen met medicatie. Elk ziekenhuis en land doet dat nu op zijn eigen manier, maar er is geen wetenschappelijke onderbouwing voor wat de beste aanpak is.”

Onderzoek versnipperd
Momenteel doet een internationaal team onder de noemer Center-TBI hier onderzoek naar, maar dit is niet de enige vraag die nog beantwoord moet worden, schrijven de experts in the Lancet Neurology. “Het onderzoek naar traumatisch hersenletsel is te versnipperd”, aldus Peul. Zo is onbekend hoe het patiënten verloopt na hun behandeling, hoe we kunnen voorspellen welke patiënten een gunstig of minder gunstige prognose hebben en hoe hersenletsel op cel- en dna-niveau werkt en welke gevolgen het heeft voor dagelijks functioneren van patiënten op de lange termijn.

Belangrijkste doodsoorzaak
De antwoorden op deze vragen zijn belangrijk, want ongeveer de helft van de wereldbevolking zal in zijn of haar leven in aanraking komen met naasten die traumatisch hersenletsel oplopen of zelf slachtoffer worden. Voor mensen onder de veertig is het zelfs de belangrijkste doodsoorzaak. “Maar ook als patiënten het wel overleven, is hun leven en dat van hun omgeving vaak drastisch veranderd”, aldus Peul. De experts zetten daarom in de speciale editie van the Lancet Neurology uiteen wat er wél bekend is en wat de lacunes zijn in de kennis, in de hoop het onderwerp daarmee stevig op de politieke agenda te zetten.

De speciale uitgave van The Lancet Neurology getiteld ‘Traumatic brain injury requires global collaboration: Integrated approaches to improve prevention, clinical care, and research’ is een initiatief van professor Andrew Maas van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen en professor David Menon van de University of Cambridge in samenwerking met verschillende internationale centra. In Nederland heeft de onderzoeksgroep in LUMC-HMC & EMC een coördinerende rol en nemen daarnaast Haga, UMCG, RadboudUMC en Elisabeth Ziekenhuis Tilburg deel aan de studie. 

Bron: LUMC
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?