DOQ

Niet-invasieve ademhalingsondersteuning bij acute COVID-19-pneumonie uitgezocht

Voor de behandeling van COVID-19-gerelateerd acuut respiratoir falen wordt steeds vaker gebruik gemaakt van niet-invasieve ademhalingsondersteuning (NIRS). Er blijven echter vragen bestaan ​​over het nut en de veiligheid van NIRS-strategieën. In een literatuurstudie in The Lancet Respiratory Medicine staan overwegingen voor de klinische praktijk en prioriteiten voor onderzoek.

Van de 246 miljoen mensen die wereldwijd op 29 oktober 2021 met het SARS-CoV-2-virus geïnfecteerd zijn (geweest), zijn bijna 5 miljoen mensen overleden. Bij de COVID-19-patiënten die in het ziekenhuis waren opgenomen, was hypoxemische respiratoire insufficiëntie het overheersende kenmerk. Dat vereist vaak een aanvullende ademhalingsondersteuning bovenop de standaard zuurstoftherapie. Het is echter onbekend wat de beste behandeling is voor deze patiëntenpopulatie. Dit beleid is mede afhankelijk van de lokale beschikbaarheid van middelen en van daarvoor opgeleid personeel.

Niet-invasieve ademhalingsondersteuning

NIRS wordt routinematig gebruikt bij andere aandoeningen die gerelateerd zijn aan acute hypoxemische respiratoire insufficiëntie. Een recente meta-analyse toonde aan dat de behandeling met NIRS-strategieën gepaard ging met een lager overlijdensrisico bij volwassenen met acute hypoxemische respiratoire insufficiëntie in vergelijking met standaard zuurstoftherapie.
De eerste richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwden voor het gebruik van NIRS. De WHO verwees daarbij naar mogelijke risico’s van infectie door zorgverleners door aërosolisatie van virusdeeltjes en door de patiënt zelf toegebrachte longschade als gevolg van langdurige spontane hyperventilatie.
Het bewijsmateriaal was echter zo zwak dat in 26 afzonderlijke richtlijnen, de meeste gepubliceerd vóór april 2020, de adviezen tegenstrijdig zijn, bijvoorbeeld:

  • vermijden van high-flow nasale zuurstof (HFNO), maar gebruik van continue positieve luchtwegdruk (CPAP) alleen als een brug naar mechanische beademing;
  • gebruik van HFNO, maar vermijden van niet-invasieve beademing; en
  • voorkeur voor HFNO boven niet-invasieve beademing.

Literatuurstudie

In deze literatuurstudie zijn twee gerandomiseerde gecontroleerde studies en 83 observationele studies met opgeteld bijna 14.000 patiënten geanalyseerd, die de effecten onderzochten van verschillende NIRS-modaliteiten bij COVID-19-patiënten. De NIRS-modaliteiten waren HFNO, CPAP en bilevel positieve luchtwegdruk.
Van de 5120 patiënten die in aanmerking kwamen voor volledige escalatie van de behandeling, ging 37% over op invasieve mechanische beademing. 78% was aan het einde van de studieperiode nog in leven. De overleving was 30% bij de 1050 patiënten voor wie NIRS de maximaal haalbare behandeling was.
De twee gerandomiseerde gecontroleerde studies wezen erop dat niet-invasieve beademing beter was dan HFNO, wat betreft het verminderen van de noodzaak voor intubatie. Er werden weinig complicaties gerapporteerd.
Over het algemeen gaven de studies aan dat NIRS bij COVID-19-patiënten veilig was, het gebruik van hulpmiddelen verbeterde en mogelijk gerelateerd was aan betere uitkomsten.

Nader onderzoek

Er is verder prospectief, gerandomiseerd onderzoek nodig naar de timing van de interventies, het optimale gebruik van NIRS-modaliteiten (alleen of in combinatie) en validatie van de hulpmiddelen, zoals oxygenatie-indexen, respons op een proefbehandeling met NIRS en inflammatoire markers als voorspellers van het behandelsucces. Deze kennis is nodig om de klinische besluitvorming te helpen begeleiden.

Referentie: Weerakkody S, Arina P, Glenister J, et al. Non-invasive respiratory support in the management of acute COVID-19 pneumonia: considerations for clinical practice and priorities for research. Lancet Resp Med. 2021, Nov 9. DOI:https://doi.org/10.1016/S2213-2600(21)00414-8.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx