DOQ

Eerst arts, toen patiënt: ‘Ik realiseerde me, die communicatie moest anders en beter’

En plotsklaps werd uroloog Michael van Balken zelf als patiënt opgenomen in het ziekenhuis waar hij werkt. Een leerzame ervaring tegen wil en dank, die zijn houding als arts wel enigszins heeft veranderd. “Ik ben hoog opgeleid en dacht dat ik alles wel zou onthouden toen collega-artsen mij na mijn opname informeerden. Volstrekt kansloos dus; minstens de helft van de informatie ging langs me heen.”

Het is inmiddels drie jaar geleden dat uroloog Michael van Balken met spoed werd opgenomen in zijn eigen Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem. Van Balken bleek slokdarmspasmen te hebben. Maar zijn eerste gedachte na een heftige aanval thuis was: ‘mijn hart’. “Een deel van de klachten kwam door mijn niet al te gezonde leefwijze – slecht eten, weinig bewegen -, een ander deel was een gevolg van stress”, vertelt Van Balken. “Als specialisten maken we allemaal veel uren. Zestig, zeventig uur is heel normaal. Het is not done in ons wereldje om toe te geven dat je aan je taks zit. Het past slecht in onze cultuur. Na mijn ‘geval’ hoorde ik van veel collega’s, in het ziekenhuis en erbuiten, dat ook zij geregeld tegen hun grenzen aanliepen, of eroverheen gingen. Ik ben geschrokken van de stressbelasting die velen ervaren, met ook een fysieke component. Probleem is wel, dat als de een het wat rustiger aan moet of wil doen, dit gevolgen heeft voor de belasting van de anderen uit de groep.”

Iets meer meevoelen
“Ik ben volgens mij nooit een ontzettende hork geweest en geloof niet dat je eerst zo iemand kunt zijn om na een dergelijke ervaring als de mijne plots ontzettend sympathiek te worden”, stelt hij. “Er is een verschil tussen beredeneerde, professioneel ingegeven acties en acties met beleving, met meevoelen wat iets voor een patiënt kan betekenen. Ik ben daar wel meer over gaan nadenken na wat ik zelf als patiënt heb meegemaakt en ervaren. Had ik voorheen gedacht bij het naar buiten lopen uit het ziekenhuis: ‘ach, die patiënt bezoek ik morgen wel’, nu denk ik eerder: ‘ik draai me om en wandel nog even terug.’ Het zit ‘m vooral in dat soort kleine dingen. Of als ik patiënten zie die ik ken en die worden rondgereden in bed, dan ga ik eerder dan voorheen op hen af en vraag even hoe het met hen gaat.”

Nóg beter communiceren
Terugkomend op het aspect communicatie en het absorptievermogen van patiënten om informatie te onthouden, zegt Van Balken: “Ik ben hoog opgeleid en dacht van mezelf dat ik alles wel zou onthouden toen collega-artsen mij na mijn opname informeerden. Niet dus, volstrekt kansloos. Minstens de helft van de informatie ging langs me heen. Dat heeft te maken met spanning van het moment, jezelf niet goed voelen. Maar zelfs toen ik me beter voelde, wist ik: dat moet anders en beter. Ik was altijd al betrokken bij het op schrift stellen van informatie over behandelingen en dergelijke, dus dat was bekend terrein, maar dat hebben we inmiddels aangevuld met plaatjesfolders en animatiefilmpjes. Er zijn in Nederland 2,5 miljoen laaggeletterden, met hen houden we als beroepsgroep nog steeds te weinig rekening. Zeker tegen de achtergrond dat we patiënten veel actiever willen betrekken bij hun eigen genezingsproces.”

Selectiever en normaler
Is Van Balken intussen minder gaan werken? “Als je kijkt naar het absolute aantal uren, niet of nauwelijks. Daar zit het ‘m niet in. Ik ben wel ánders gaan werken: mijn dagindeling is veranderd, iets wat overigens ook geldt voor mijn collega’s binnen de vakgroep Urologie die zagen dat het zo ook kon. We hebben nu een ‘normaal’ rooster dat we af en toe verzwaren omdat het nodig is, in plaats van standaard een zwaar rooster te hanteren. Ik ben en blijf echter een bezig baasje, geen kabbelaar, maar ik ben selectiever geworden in mijn nevenactiviteiten. Niet alles meer leuk vinden en doen maar bewust kiezen; dat is veranderd in vergelijking met voorheen.”

Goede opleider
Tot slot: eind oktober heeft hij de Opleidingsprijs 2017 gewonnen. Deze is een initiatief van De Jonge Specialisten, de beroepsvereniging door en voor assistenten in opleiding (aios). Van Balken is door zijn groep artsen in opleiding aangedragen voor de prijs van Opleider van het jaar 2017. Is er een relatie tussen de verkiezing en de spoedopname in 2014? “Nou, zo ver wil ik niet gaan,” zegt hij lachend. “Misschien dat ik nu wat vaker vraag naar hoe het privé met mijn aios gaat, in plaats van alleen op het vak zélf gefixeerd te zijn. Maar ze noemen me nog altijd streng, zij het rechtvaardig, dus milder ben ik er niet door geworden.”

Auteur: Reinold Vugs, Journalist

 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Tussen de spreekkamer en het schetsboek: arts met beeld als tweede taal

Aios dermatologie Loes Vos maakt naast haar werk medische illustraties. Voor collega’s, patiënten én landelijke campagnes vertaalt ze complexe informatie naar helder beeld. “Ik teken bijna bij elk consult wel iets uit.”

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”