DOQ

‘Geneesmiddel met een compleet nieuw werkings­mecha­nisme binnen RA’

Wat zijn enkele interessante ontwikkelingen op het gebied van reumatoïde artritis van het afgelopen jaar? Reumatoog Diane van der Woude, werkzaam in het LUMC, zocht dit uit. Zij presenteerde tijdens de Rheumatology Update Europe 2024 de meest recente data van de NORDSTAR-studie en een geneesmiddel met een compleet nieuw werkingsmechanisme.

Rheumatology Update Europe is een vrij nieuw congres, vertelt Diane van der Woude. Het werd begin maart dit jaar voor de tweede keer gehouden. “Dit congres beoogt klinisch werkzame reumatologen in twee dagen een update te geven van de ontwikkelingen in de laatste een tot twee jaar.” Hiervoor worden sprekers uit heel Europa uitgenodigd die veel over een specifiek onderwerp weten. Van der Woude was gevraagd de highlights voor reumatoïde artritis (RA) te bespreken en in context te plaatsen. Twee interessante onderwerpen waar zij in haar lezing op inging waren de geüpdatete resultaten van de NORDSTAR-studie en de eerste resultaten van een PD1-agonist bij RA. “Een geneesmiddel met een compleet nieuw werkingsmechanisme binnen RA.”

“Kunnen we biologicals niet beter in een vroeger stadium inzetten?”

Reumatoog Diane van der Woude

Biologicals bij vroege RA

In de NORDSTAR-studie is onderzocht hoe patiënten met vroege RA het best behandeld kunnen worden: met een conventionele DMARD of meteen met een biological. “In Europa geven we, volgens de richtlijnen, patiënten met vroege RA eerst een conventionele DMARD. Maar we vragen ons ook al langer af of we de biologicals niet beter in een vroeger stadium in kunnen zetten.” In de NORDSTAR-studie randomiseerden de onderzoekers daarom onbehandelde RA-patiënten naar conventionele therapie (de huidige standaard) en drie verschillende biologicals (certolizumab, abatacept of tocilizumab, alle in combinatie met methotrexaat).

Ander beeld na 48 weken

De eerste resultaten van deze studie, gepubliceerd in 2020, lieten zien dat er geen verschil is tussen de vier groepen wat betreft het aantal patiënten dat na 24 weken in remissie is.1 “Een in eerste instantie geruststellende bevinding, omdat we onze patiënten met conventionele therapie blijkbaar niet onderbehandelen. Maar na 48 weken, en daarom vond ik deze resultaten zo relevant, zien we toch een ander beeld.” Patiënten die conventionele therapie kregen, deden het na 48 weken minder goed dan patiënten die een biological ontvingen.2 “Het aantal patiënten dat in de biologicalgroep remissie bereikte nam tot 48 weken zelfs steeds iets toe.”

“We zullen toch een keer moeten discussiëren over het mogelijk eerder geven van biologicals”

Consequenties

Of dit consequenties gaat hebben voor de behandelrichtlijnen voor patiënten met vroege RA is volgens Van der Woude nog even afwachten. “Aan de ene kant kunnen de auteurs van de richtlijnen beargumenteren dat deze bevindingen niet veel consequenties hebben aangezien we patiënten die niet goed reageren op conventionele therapie, alsnog een biological aanbieden. Aan de andere kant zou het wel consequenties kunnen hebben als we bedenken dat biologicals steeds goedkoper worden en er ook biosimilars op de markt zijn die qua prijs steeds meer in de buurt komen van conventionele DMARD’s. Dan zullen we toch een keer moeten discussiëren over het mogelijk eerder geven van biologicals.”

“De resultaten lieten zien dat met peresolimab de ziekteactiviteit meer afneemt dan met placebo”

Immuuncheckpoints

Een andere interessante studie die Van der Woude graag toelicht is een fase 2A-studie naar de PD1-agonist peresolimab. “Een heel interessant en voor de toekomst mogelijk relevant onderzoek”, aldus Van der Woude. In de oncologie kunnen patiënten behandeld worden met checkpointremmers. Deze kunnen de blokkade die tumorcellen via immuuncheckpoints op het immuunsysteem zetten, wegnemen zodat het immuunsysteem weer actief tumorcellen kan aanvallen.3 “Bij auto-immuunziekten zou je het omgekeerde kunnen doen: via immuuncheckpoints een rem op het immuunsysteem zetten. En dat is wat peresolimab doet.”

In de fase 2A-studie werden patiënten gerandomiseerd naar placebo en twee doseringen peresolimab. “En de resultaten lieten zien dat met peresolimab de ziekteactiviteit meer afneemt dan met placebo.”4 De bijwerkingen vielen erg mee, er werden met placebo zelfs meer bijwerkingen gezien dan met beide doseringen peresolimab. “De aantallen patiënten in deze studie waren maar klein, nog geen 100 in totaal, en de behandelduur van 24 weken is ook nog maar kort”, benadrukt Van der Woude. “De toekomst zal leren wat dit middel ons gaat brengen.”

Referenties:

1. Hetland ML, Haavardsholm EA, Rudin A, et al. Active conventional treatment and three different biological treatments in early rheumatoid arthritis: phase IV investigator initiated, randomised, observer blinded clinical trial. BMJ 2020;371:m4328.
2. Østergaard M, Van Vollenhoven R, Rudin A, et al. Certolizumab pegol, abatacept, tocilizumab or active conventional treatment in early rheumatoid arthritis: 48-week clinical and radiographic results of the investigator-initiated randomised controlled NORD-STAR trial. Ann Rheum Dis 2023;82(10):1286-95.
3. Boussiotis VA. Molecular and biochemical aspects of the PD-1 checkpoint pathway. N Engl J Med 2016;375(18):1767-78.
4. Tuttle J, Drescher E, Simón-Campos JA, et al. A Phase 2 trial of peresolimab for adults with rheumatoid arthritis. N Engl J Med 2023;388(20):1853-62.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Limburgse apotheek wil chronisch gebruik slaap­medi­catie voorkomen

Apotheker Waan Yasen startte in samenwerking met huisartsen en de gemeente Reuver een project om chronisch gebruik van slaapmedicatie te voorkomen. “We willen patiënten bewust maken van de risico’s. Een alternatief voor medicatie is bijvoorbeeld slaaptherapie.”

‘Zorg dat je digitaal geletterd blijft’

Maartje Schermer deelt enkele ethische vraagstukken die spelen bij technologische ontwikkelingen in de zorg, zoals AI. “Wees er niet bang voor, probeer het uit, en vooral: blijf je er vragen bij stellen. Want één ding is zeker: dit gaat niet meer weg.”

‘Het is belangrijk om de hele mens te zien als arts’

Geïnspireerd door haar eigen leven verkent Machteld Huber inzichten en praktische handvatten over de laatste levensfase onder de titel ‘De laatste 1000 dagen’. “Artsen richten zich vaak puur op het fysieke, terwijl de mens een combinatie is van lichaam en geest.”

Ook medisch specialisten kunnen Bloeizones inzetten

Dyane Stolwijk-Woudstra wil medisch specialisten inspireren om Bloeizones door te zetten naar de tweedelijnszorg. “Het gaat er niet om dat je een probleem signaleert en dat ook meteen moet oplossen, maar maak het bespreekbaar, daar gaat het om!”

Casus: man met hinderlijk nachtplassen

Een 67-jarige man bezoekt uw spreekuur met al langer bestaande hinderlijke klachten van nycturie. De ochtendplas niet meegerekend moet hij er zeker drie keer per nacht uit, maar ook wel vaker. Wat is uw diagnose?

Casus: jongen met klachten na operatie keelamandelen

Op de dienstpost verschijnt de 6-jarige Daan, die afgelopen woensdag is geopereerd aan zijn keelamandelen. Hij wil niet drinken, heeft keelpijn, ruikt naar uit zijn mond, is hangerig en heeft witte plekken achter in de mond. Wat is uw diagnose?

Geneeskunde­­student­en krijgen bijsluiter bij AI

Eerstejaars studenten geneeskunde in Leiden krijgen les in de betekenis van AI en medische technologie. Marcel Haas probeert de studenten te laten nadenken over hun rol als arts in de toekomst. “Hoe kunnen artsen technologie inzetten in het contact met patiënten?”

‘Ergo­therapie is het meest bewaarde geheim in de gezond­heids­zorg’

De meerwaarde van ergotherapie in de eerste lijn is bij veel artsen onbekend, terwijl het vak hen juist helpt om zorg dicht bij huis te kunnen bieden, vertelt Lucelle van de Ven. “De paramedische zorg in de eerste lijn moet groeien, dus ook de ergotherapie.”

Winst in levensjaren met persoonlijke aanpak bijwerk­ingen immuun­therapie

De onderzoeksgroep van Karijn Suijkerbuijk ontdekte dat prednison het effect van immuuntherapie bij kanker onderdrukt. Prednison is vaak nodig voor de bijwerkingen, maar zou persoonlijker ingezet moeten worden. “Mijns inziens moet de richtlijn worden aangepast.”

‘Wil je het komende jaar zwanger worden?’

De vraag ‘Wil je het komend jaar zwanger worden?’ zou veel vaker gesteld moeten worden door álle hulpverleners, stelt Annemarie Mulders. “Gezond zwanger worden begint bij bewustwording en kennis over het belang van de periode vóór de zwangerschap.”


0
Laat een reactie achterx