DOQ

Huisartsen declareren vaak te weinig voor e-consult

Huisartsen zijn onvoldoende op de hoogte van de declaratiemogelijkheden voor een e-consult. Dit blijkt uit de Actieagenda e-consult bij de huisarts. Veel huisartsen denken dat de vergoeding voor een e-consult per definitie gelijk is aan dat van een telefonisch consult. Dit is niet het geval. Huisartsen mogen voor een e-consult zelfs een dubbel regulier consult declareren, mits de zorgverlening zowel inhoudelijk als qua tijdsbesteding vergelijkbaar is met de zorgverlening die in een dubbel face-to-face consult wordt geboden. Dit is recent bevestigd door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). 

Momenteel declareren veel huisartsen voor hun e-consulten de helft van de vergoeding van een regulier consult. De vergoeding voor een e-consult is echter niet afhankelijk van de vorm, maar van de tijdsinvestering en de geleverde zorgverlening. Bettine Pluut, programmamanager Patiëntparticipatie en eHealth bij Nictiz: “Het is belangrijk dat huisartsen op de hoogte zijn van de brede declaratiemogelijkheden voor een e-consult. Financiering wordt nu (onterecht) als een van de belangrijkste belemmeringen gezien, en dat is zonde.”

e-consult-huisarts-declareren-ondernemen

Digitaal schriftelijk consult

Met een e-consult bedoelen we een digitaal schriftelijk consult. De NZa hanteert hiervoor in haar beleidsregels de term e-mailconsult. De prestatie ‘E-consult’ bestaat niet in de beleidsregels van de NZa.

Declaratiemogelijkheden voor e-consult

Een gevoerd e-consult kan tot één van de onderstaande drie declaratiesoorten leiden, afhankelijk van de feitelijk geleverde prestatie:

  • E-mailconsult, als de zorgverlening qua tijdsbesteding beperkter is dan een regulier consult.
  • Een regulier consult, als de zorgverlening zowel inhoudelijk als qua tijdsbesteding vergelijkbaar is met de zorgverlening die in een regulier consult wordt geboden.
  • Een dubbel consult, als de zorgverlening zowel inhoudelijk als qua tijdsbesteding vergelijkbaar is met de zorgverlening die in een dubbel consult wordt geboden.

In alle gevallen geldt de aanvullende voorwaarde dat voldaan moet zijn aan de voorwaarden die de beroepsgroep zelf heeft opgesteld in de KNMG-richtlijn Online arts-patiëntcontact.

Aanvullende regels

Het mogen declareren van de prestatie staat los van wie in de praktijk de zorg verleent. Dit betekent dat zowel een huisarts, praktijkondersteuner als assistent een e-consult mogen voeren. Het is aan de huisarts om te beoordelen welke prestatie hij/zij declareert, zolang het maar gebaseerd is op de feitelijke situatie en het een consult betreft.

Actieagenda e-consult bij de huisarts

Nictiz voert momenteel met een aantal landelijke, regionale en lokale partners de Actieagenda e-consult bij de huisarts uit. Doel hiervan is het praktisch ondersteunen van huisartsen bij invoering en gebruik van e-consulten. Daarnaast moet de actieagenda de belemmeringen van een breed en effectief gebruik van het e-consult wegnemen. Die belemmeringen zijn onder andere financieel van aard. Uit workshops en interviews met huisartsen blijkt dat zij ervan uitgaan dat de vergoeding voor een e-consult standaard 4,50 euro bedraagt, ongeacht de geleverde zorg en tijdsbesteding. De declaratiemogelijkheden zijn echter ruimer. Later dit jaar publiceert Nictiz een handboek E-consult met de do’s en dont’s voor een zinvolle inzet van e-consulten bij de huisarts. De Actieagenda e-consult bij de huisarts is onderdeel van het programma Patiëntparticipatie en eHealth.

Bron: Nictiz

 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”

‘Impliciete sturing kan samen beslissen verstoren’

Het proces van samen beslissen kan worden verstoord door onbewuste aansturing op een bepaalde behandeling, aldus Anneleen Timmer en Suzanne Festen. “Misschien gaan veel behandelaars er onbewust vanuit dat de patiënt alles op alles wil zetten om de ziekte te bestrijden.”

Casus: man met een hartafwijking

Een 52-jarige man met blanco cardiale voorgeschiedenis wordt gescreend voor levertransplantatie. Voorheen geen cardiale klachten of echo cor gehad. Per toeval een afwijking in het hart gezien. Wat is uw diagnose?