Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Kinderen aan het woord: Kinderparticipatie in medische consulten
Kinderen met gezondheidsproblemen moeten kunnen deelnemen aan consulten met zorgprofessionals, om zo patiëntgerichte zorg te bevorderen. In een recente overzichtsstudie hebben Christiaan van Woerden en collega’s de kinderparticipatie in triadische consulten en de bevorderende interventies in beeld gebracht.
De onderzoekers hebben systematisch vier belangrijke databases doorzocht. Van de 1678 gevonden studies over kinderparticipatie in medische consulten werden er 39 geïncludeerd. Deze betroffen zowel kwantitatieve als kwalitatieve data. Uit de analyse bleek dat de kinderparticipatie varieerde tussen de 4% en 14%. Deze werd gemeten aan de hand van gebruikte uitdrukkingen, wie er aan het woord was en hoe lang iemand aan het woord was. De participatie nam wel toe met de leeftijd. Ondanks de nadruk die tegenwoordig gelegd wordt op patiëntgerichte geneeskunde, ook binnen de kindergeneeskunde, was er de afgelopen 50 jaar geen toename van kinderparticipatie waarneembaar.
“Kinderen gaven herhaaldelijk aan hoe belangrijk het is om betrokken te worden gedurende medische consulten”
Deelname aan consulten
Kinderen nemen slechts in beperkte mate deel aan medische consulten, ondanks hun wens om betrokken te zijn bij verschillende aspecten van het consult en hun recht om gehoord te worden. Kinderen gaven herhaaldelijk aan hoe belangrijk het is om betrokken te worden gedurende medische consulten. Bij ouder wordende kinderen is er een groeiende behoefte om een rol te hebben in het besluitvormingsproces. Daarom zijn de onderzoekers van mening dat de zorgverlener het niveau van betrokkenheid moet aanpassen aan de individuele behoeften van het kind.
“Zorgprofessionals kunnen bijdragen aan het bevorderen van kinderparticipatie”
Bevorderende factoren
De toepassing van patiëntgerichte geneeskunde in de kindergeneeskunde wordt mogelijk belemmerd door het gebruik van medisch jargon, tijdsgebrek, agendasetting door de ouders of andere kindspecifieke factoren. Ook kan een paternalistische houding in de geneeskunde de patiëntparticipatie beperken. Bevorderende factoren voor kinderparticipatie waren onder andere een gelijkwaardige zitopstelling, oogcontact gericht op het kind, en het gebruiken van de juiste toon door de arts.
De onderzoekers zijn van mening dat de zorgverlener het niveau van betrokkenheid moet aanpassen aan de individuele behoeften van het kind. Zorgverleners zouden eerst moeten investeren om het kind te leren kennen voordat ze een gedetailleerde medische geschiedenis afnemen. Daarnaast moeten zorgverleners zich bewust zijn van de stilte-pauzes die kinderen soms nodig hebben om een antwoord te formuleren. Ook moet er meer aandacht zijn voor niet-verbale signalen van het kind, zoals de blik van het kind en lichaamshouding. Zorgprofessionals kunnen bijdragen aan het bevorderen van kinderparticipatie door kinderen aan te moedigen om vragen te stellen, hun mening te geven en actief deel te nemen aan medische consulten. Het is belangrijk om kinderen serieus te nemen en hun bijdrage te waarderen, ongeacht hun leeftijd.
Conclusie
De onderzoekers zijn van mening dat zorgprofessionals meer mogelijkheden moeten bieden voor kinderparticipatie in triadische medische consulten en een inclusieve omgeving moeten creëren. Dit kan bijdragen aan een betere kwaliteit van zorg en een grotere tevredenheid bij kinderen en hun ouders.
Referentie: Van Woerden CS, Vroman H, Brand PLP. Child participation in triadic medical consultations: A scoping review and summary of promotive interventions. Patient Educ Couns. 2023;106(10):107749. doi: 10.1016/j.pec.2023.107749