DOQ

‘Longchirurgie moet een volwaardig vakgebied worden’

Ad Verhagen (55) werd onlangs benoemd tot de eerste hoogleraar longchirurgie in Nederland. Opmerkelijk genoeg kent Nederland, anders dan andere landen die een vergelijkbaar gezondheidszorgsysteem hebben, géén zelfstandig vakgebied longchirurgie. In ons land zijn het algemeen chirurgen en cardio-thoracaal chirurgen die deze ingrepen verrichten. “Ik zou graag beide beroepsgroepen in opleiding en uitvoering bijeenbrengen tot één vakgebied.”

Prof. dr. Ad Verhagen is medisch specialist en cardio-thoracaal chirurg. Na zijn opleiding geneeskunde volgde hij een opleiding algemene chirurgie in Venlo en cardio-thoracale chirurgie in het Radboudumc. Het laatste deel van zijn opleiding volgde hij in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Aansluitend was Verhagen research fellow in het Massachusetts General Hospital in Boston. In deze periode was hij voornamelijk gericht op centrale luchtweg problematiek.

Focus op longchirurgie
Verhagen keerde terug naar het Radboudumc en ontwikkelde de thorax- en longchirurgie tot zijn specifieke aandachtsveld. “Veel thoraxchirurgen richten zich op de cardiale chirurgie”, vertelt Verhagen. “Ik had daarnaast veel interesse voor de longchirurgie, onder meer vanwege het oncologische aspect – toch het grootste indicatiegebied binnen de longchirurgie. Voor mij is de chirurgisch-technisch fraaie anatomie net zo aantrekkelijk als de hartchirurgie.”

Nijmegen kent ook vanuit het verleden een accent op de longchirurgie. “Dit komt voort uit het vroegere TBC-centrum Dekkerswald, in de buurt van Nijmegen”, licht hij toe. “Vanaf de jaren vijftig kwam het accent op roken en longkanker te liggen, waaruit de oncologische longchirurgie zich heeft ontwikkeld”.

Promotie met uitdagingen
In 2014 is Verhagen gepromoveerd op het proefschrift ‘Aspects of staging in non-small cell lung cancer, a critical evaluation’. Begin 2000 werkte hij al aan een promotietraject, maar dit werd onderbroken door een reorganisatie. Vanaf 2010 bouwde de staf zich weer op en kon hij verder met zijn promotietraject. Drie jaar na zijn promotie is Verhagen benoemd tot hoogleraar longchirurgie. “Ik ben misschien te laat gepromoveerd. Het Radboudumc heeft al een aantal jaren op rij de grootste longchirurgische afdeling van Nederland. Dat kost veel tijd, aandacht en energie. Je krijgt steeds meer klinische taken en verantwoordelijkheden, waardoor promoveren steeds moeilijker wordt.”

Toegroei vanuit twee vakgebieden
In de meeste Westerse landen bestaat er een vakgebied genaamd ‘thoracic surgery’ (thorax-chirugie). In Nederland worden wel dezelfde operaties verricht, maar is het volgens de professor geen eenduidig vakgebied. “De operaties worden uitgevoerd door algemeen chirurgen en cardio-thoracaal chirurgen, met ieder hun eigen wetenschappelijke vereniging”, zegt Verhagen. “Het vakgebied is dus verdeeld over twee beroepsverenigingen, met twee verschillende normeringen, en twee verschillende opleidingen. In zo’n klein land als Nederland is dat wel vreemd. Je hebt twee werelden die zich met één activiteit bemoeien, maar die niet onder één dak huizen.”

Het bijeenbrengen van het vakgebied als zodanig, is een belangrijk deel van de leeropdracht. “De beide beroepsverenigingen blijven natuurlijk bestaan, maar mogelijk komt er een gemeenschappelijke vereniging voor de longchirurgie. De term ‘Longchirurgie’ hebben wij gekozen in plaats van ‘thorax’ omdat onze beroepsvereniging al Nederlandse Vereniging van Thoraxchirurgie heet, dat zou verwarring opleveren. Daarnaast streven we naar een gemeenschappelijke opleiding. Wij denken aan een verdieping, zodat mensen beginnen als algemeen of cardio-thoracaal chirurg en dan aan het einde van de opleiding voor de verdieping longchirurgie kunnen kiezen. Je krijgt dan een natuurlijke toegroei vanuit beide vakgebieden. Ik zou dus graag de beide beroepsgroepen in opleiding en uitvoering bijeenbrengen tot één vakgebied, qua opleiding, normering, certificering, etc.”

Grotere centra
In Nederland wordt longchirurgie momenteel in 42 ziekenhuizen uitgevoerd. Verhagen: “Daardoor worden er in sommige ziekenhuizen relatief weinig longoperaties verricht. Dat is niet wenselijk voor de toekomst. Je moet in de toekomst de zorg beter concentreren. Een kleine kliniek is niet in staat om zich alle technische innovaties eigen te maken. Voordat je de learning curve hebt doorlopen, ben je drie jaar verder. Dat vraagt om grotere centra met een groter patiëntvolume om het vakgebied meer mogelijkheden tot ontwikkeling te bieden. Innovaties moeten we omarmen, tegelijk moeten we vermijden dat er een gadgetcultuur ontstaat. Je moet innovaties dus gewogen invoeren. Daar heb je patiënten voor nodig. Daarnaast is academisering van het vakgebied belangrijk, dus in wetenschappelijke zin. Dit onder meer door gewogen innovaties, de plaats van technische vernieuwingen onderzoeken bij grote patiëntengroepen. De inrichting van een zorgtraject, doelmatigheid, patiëntveiligheid – ook daarin is wetenschappelijk onderzoek mogelijk.”

Multidisciplinair
Verhagen zet zich in voor multidisciplinaire longzorg. “In de toekomst streven we naar een vijftiental longchirurgische klinieken in Nederland, globaal naar een derde van wat we nu hebben”, zegt hij, “met een grotere populatie waar multidisciplinaire longzorg geleverd wordt. Er zijn gemeenschappelijke zorgtrajecten, waar zowel de longarts als de chirurg, als de radiotherapeut en de oncoloog betrokken zullen worden. Multidisciplinair, omdat de zorg een combinatie van diagnostiek, lokale en systeemtherapie zal omvatten, daar zijn ook grotere klinieken voor nodig. Centralisering geeft behandeling op maat.”

 

Auteur: Lennard Bonapart, Medisch Journalist

 

Meer informatie:

www.radboudumc.nl

www.ru.nl

 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”

‘Impliciete sturing kan samen beslissen verstoren’

Het proces van samen beslissen kan worden verstoord door onbewuste aansturing op een bepaalde behandeling, aldus Anneleen Timmer en Suzanne Festen. “Misschien gaan veel behandelaars er onbewust vanuit dat de patiënt alles op alles wil zetten om de ziekte te bestrijden.”