DOQ

UBO-register: wat is het en wanneer moet u zich inschrijven?

Het UBO-register: misschien heeft u er al over gehoord of hierover post van de Kamer van Koophandel ontvangen. Ondernemingen met een bepaalde rechtsvorm die vóór 27 september 2020 zijn gestart, zijn wettelijk verplicht zich voor 27 maart 2022 in te schrijven in het UBO-register. Dat roept bij veel praktijkhouders vragen op. Geldt dit voor iedere praktijk? En wat gebeurt er eigenlijk met die gegevens? Van helder Accountancy licht het toe.

Wat is het UBO-register?

Organisaties hebben altijd één of meer UBO’s. UBO staat voor ‘Ultimate Beneficial Owners’, oftewel alle belanghebbenden van een juridische entiteit. Dit kan iedereen met zeggenschap binnen een praktijk zijn. Van eigenaar tot aandeelhouders (vanaf een bepaald percentage). Het UBO-register is door de Kamer van Koophandel opgesteld om het witwassen van geld en criminaliteit door UBO’s tegen te gaan. Door het register hebben bevoegde autoriteiten, zoals de Belastingdienst, meer inzicht in wie er zeggenschap hebben in organisaties.

Welke rechtsvormen zijn verplicht tot inschrijven in UBO-register?

Inschrijven in het UBO-register is verplicht wanneer u een praktijk heeft met één van de volgende rechtsvormen:

  • stichtingen en verenigingen: met volledige en beperkte rechtsbevoegdheid, maar met onderneming;
  • coöperaties;
  • niet-beursgenoteerde besloten en naamloze vennootschappen;
  • personenvennootschappen (zoals maatschappen, vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen).

Wie zijn de UBO’s van een bedrijf?

Elke UBO van uw organisatie moet u inschrijven in het register. Wie de UBO’s zijn, bepaalt u zelf. Wel zijn er natuurlijk een aantal richtlijnen. De Kamer van Koophandel geeft hier verder uitsluitsel over:

  • UBO’s bepalen van een bv of nv;
  • UBO’s bepalen van een stichting;
  • UBO’s bepalen van een cv, vof, maatschap;
  • UBO’s bepalen van een vereniging.

Wie kan gegevens opvragen in het UBO-register?

Naast uw volledige naam, BSN, geboortedatum, plaats en adresgegevens, moet ook de aard van het door de UBO gehouden belang en omvang worden omschreven in het register. Als u uw organisatie uitschrijft, zijn deze gegevens nog tien jaar in te zien. Niet iedereen kan zomaar alle gegevens inzien. Dit mogen alleen autoritaire bevoegdheden, zoals de douane, Belastingdienst en Finance Intelligence Unit. Andere organisaties kunnen tegen betaling van € 2,50 de volgende gegevens opvragen:

  • uw volledige naam;
  • uw geboortemaand en -jaar;
  • uw nationaliteit en land;
  • en de aard van uw UBO- belang.

Zo kunt u zich inschrijven in het UBO-register

Het UBO-register is sinds 27 september 2020 beschikbaar. Wanneer u uw praktijk na die datum hebt ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, of u moet deze nog inschrijven, dan hoeft u niets te doen. Het wordt automatisch voor u geregeld. Is dat niet het geval, dan ben u wettelijk verplicht om u vóór 27 maart 2022 in te schrijven in het register. De tijd begint dus te dringen. Doet u dat niet, dan krijgt u een boete. U kunt zich kosteloos inschrijven via de website van de Kamer van Koophandel.

Van helder accountancy, belastingadvies en consultancy voor de zorg heeft de uiterste zorg besteed aan de totstandkoming van deze uitgave. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaardt Van helder geen enkele aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houdt zij zich aanbevolen.
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Zorg dat de digitale weg niet de enige ingang naar de maatschap­pij wordt’

Steeds vaker gaat zorg via de digitale weg. Nicole Goedhart onderzoekt de toegankelijkheid van de (online) samenleving en geeft tips hoe de zorgverlener de zorg toegankelijk voor iedereen houdt. “Een afstand tot de online wereld kan gezondheidsverschillen vergroten.”

Protocol brengt veelbelovende ‘orphan drugs’ sneller bij patiënt

Behandelaren en zorgverzekeraars slaan de handen ineen om geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten sneller beschikbaar te krijgen, vertelt Niels Reijnhout. “Met het ODAP krijgen patiënten zo snel mogelijk na goedkeuring door het EMA al toegang tot het middel.”

Reanimatie bespreken? Alleen als het past

Artsen vragen op de spoedeisende hulp vaak routinematig naar reanimatievoorkeuren, maar volgens Yvo Smulders is het tijd om deze standaardpraktijk eens kritisch te bekijken. “Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat je die vraag zomaar stelt bij een routine-opname.”

Casus: man met klachten na penisvergroting

Een 38-jarige patiënt is net een week terug uit Turkije, waar hij in een kliniek een penisvergroting heeft ondergaan. Hij kan u niet precies vertellen wat er gebeurd is en klaagt vooral over pijn, roodheid en zwelling van de penis. Wat is uw diagnose?

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”