DOQ

‘We moeten leren de signalen van ons lichaam te begrijpen’

Als arts op de spoedeisende hulp stelde Mia Wessels duidelijke scheidslijnen tussen ziek en gezond en ernstig of niet-ernstig trauma. Inmiddels werkt ze buiten het ziekenhuis, onder meer als coach en spreker, en is ze van mening dat die grenzen eigenlijk niet zo scherp zijn. Volgens haar dienen artsen daarom ook oog te hebben voor emoties van patiënten en onderwerpen als zingeving. Omdat fysieke klachten zonder medisch aanwijsbare oorzaak daar mee te maken kunnen hebben.

”Er zijn twee verbindingen die we weinig leggen in de reguliere geneeskunde”, meent Mia Wessels. ”De verbinding tussen mentale en fysieke gezondheid en de verbinding tussen trauma en ziekte.” Toen ze in het ziekenhuis werkte, had Wessels het idee dat trauma vooral iets was van mensen uit een andere sociaal-economische klasse, mensen die ver van haar af stonden. ”In onze samenleving is het beeld bij trauma dat het een event is dat je meemaakt en dat het een heel heftig event is. Maar er zijn steeds meer artsen, zoals Gabor Maté, die zeggen dat trauma niet per se is wat er met je gebeurt, maar wat er in je gebeurt.”

Arts en coach Mia Wessels

(Dis)balans

In de reguliere geneeskunde is er volgens Wessels echter weinig ruimte voor de ‘littekens op de ziel’, terwijl juist een begrip als zingeving heel belangrijk is. ”Dat is niet alleen maar iets voor de psycholoog. Wat mij betreft is er geen harde scheidslijn tussen ggz en de reguliere zorg. Dat is iets dat ik van de Oosterse geneeskunde heb geleerd en wat we volgens mij  in de Westerse geneeskunde goed kunnen gebruiken.” Ook is de definitie ziek of gezond meer fluïde in de Oosterse geneeskunde, zegt Wessels. “Elementen kunnen uit balans zijn en je kunt jezelf vragen stellen om erachter te komen waarom en wat je kunt doen om de balans te herstellen. Vaak ontdek je als je nadenkt zelf wel waar je disbalans zit.”

“Als we niets vinden, plakken we er al snel een label op dat het tussen de oren zit. Dat geeft frustratie voor beide partijen, ook voor artsen”

Frustratie

Het draait om oorzaak en empowerment, dat vraagt een hele omschakeling. Wessels: “Er is wel beweging in de reguliere zorg op dat gebied. Maar dat noemen we dan SOLK, Somatisch Onvoldoende Verklaarbare Klachten, waardoor het een dbc-code krijgt en zo toch weer een label heeft. Als we niets vinden, plakken we er al snel een label op dat het tussen de oren zit. Dat geeft frustratie voor beide partijen, ook voor artsen. Je ziet immers dat iemand pijn heeft, maar kan niets vinden.”

” Het zou maatschappelijk normaal moeten zijn om te leren over emoties, omgaan met tegenslag en hoe je jezelf kunt ‘reguleren’ ”

Ruimte voor emoties

In haar coachingspraktijk ziet Mia Wessels dat mensen vaak met een emotionele vraag komen, maar dat doorvragen ook fysieke klachten blootlegt, zoals buikpijn, maagzuur en hartkloppingen. Zaken waar mensen doorgaans niet mee naar een dokter zijn geweest. Of wel, maar dan is er meestal geen aanwijsbare oorzaak gevonden. ”Daarom is het zo belangrijk dat we ruimte bieden aan emoties en iets niet categoriseren in erg trauma of niet erg. Want dat bepaalt ook de sociale norm of je er dus last van ‘mag’ hebben of niet.” Het valt haar op dat het juist vaak de mensen zijn die ogenschijnlijk alles hebben, die met trauma kampen. ”Zij hebben een copingmechanisme ontwikkeld om bijvoorbeeld om te gaan met stress. Dat leidt tot verslavingen, die heel subtiel of schaamtevol kunnen zijn, zoals niet kunnen stoppen met werken. Of porno nodig hebben om de dag door te komen. Zo is trauma iets van iedereen, het maakt iedereen mens. Daarom zou het maatschappelijk normaal moeten zijn om te leren over emoties, omgaan met tegenslag en hoe je jezelf kunt ‘reguleren’. Je moet leren vertrouwen op je eigen lichaam, de signalen zien en leren begrijpen.”

“Aan iemand vragen hoe het gaat, is voor beide partijen fijn”

Rol van de arts

Ook voor artsen is daarbij een rol weggelegd, meent Wessels. Dat begint in eerste instantie met reflectie op het eigen leven. “Als je zelf meer oké bent met je eigen verdriet, kan je ook beter omgaan met de emoties van een ander. Dan heb je minder de behoefte om dat weg te poetsen of meteen te gaan troosten. Als je hebt nagedacht over hoe je leeft en of je gelukkig bent, zie je ook meer hoe dat zit bij een ander.” Praten over zingeving en of de patiënt vreugde ervaart bij wat hij of zij  doet is dan ook een tweede stap. ”Dat is een soort preventie, je hoeft dat niet pas te gaan vragen als iemand hoge bloeddruk heeft of een burn-out. Aan iemand vragen hoe het gaat, is voor beide partijen fijn.”

“Ook als een arts er niet zelf in geïnteresseerd is, kan deze nog doorverwijzen naar een complementaire arts bijvoorbeeld”

Bewust van complementaire geneeskunde

Wessels hoopt verder dat artsen zich bewust worden van de complementaire geneeskunde. “Ook als een arts er niet zelf in geïnteresseerd is, kan deze nog doorverwijzen naar een complementaire arts bijvoorbeeld. Artsen die het zelf interessant vinden, kunnen (na)scholing hierin volgen via bijvoorbeeld de Academy for Integrative Medicine en de Amsterdam School for Integrative Medicine and Health. Patiënten willen graag ook zelf iets doen, actief bijdragen aan hun herstel. Dat kan zeker! Benadruk daarbij wel dat als de patiënt er iets aan kan doen, het niet betekent dat het iemands eigen schuld is.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Protocol brengt veelbelovende ‘orphan drugs’ sneller bij patiënt

Behandelaren en zorgverzekeraars slaan de handen ineen om geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten sneller beschikbaar te krijgen, vertelt Niels Reijnhout. “Met het ODAP krijgen patiënten zo snel mogelijk na goedkeuring door het EMA al toegang tot het middel.”

Reanimatie bespreken? Alleen als het past

Artsen vragen op de spoedeisende hulp vaak routinematig naar reanimatievoorkeuren, maar volgens Yvo Smulders is het tijd om deze standaardpraktijk eens kritisch te bekijken. “Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat je die vraag zomaar stelt bij een routine-opname.”

Casus: man met klachten na penisvergroting

Een 38-jarige patiënt is net een week terug uit Turkije, waar hij in een kliniek een penisvergroting heeft ondergaan. Hij kan u niet precies vertellen wat er gebeurd is en klaagt vooral over pijn, roodheid en zwelling van de penis. Wat is uw diagnose?

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.