DOQ

50.000 gebruikers van biologicals bij afweerziekte

Het aantal mensen dat een biological gebruikt ter behandeling van chronische ontstekingsziekten is in 2019 verder toegenomen. Naar verwachting hebben poliklinische apotheken afgelopen jaar aan zo’n 50.000 patiënten een biological verstrekt, ongeveer 10% meer dan in 2018. TNF-alfaremmers hebben de meeste gebruikers. Dat meldt SFK.

Biologicals zijn medicijnen van biologische oorsprong, dat wil zeggen dat ze zijn gemaakt van eiwitten van levende organismen, zoals bacteriën, schimmels of cellen van planten of dieren. De biologicals waartoe SFK zich hier beperkt, worden vooral toegepast bij chronische ontstekingsziekten, zoals reumatoïde artritis, psoriasis en chronische darmontstekingen, waaronder de ziekte van Crohn. Bij auto-immuunziekten keert het immuunsysteem zich met de vorming van antistoffen tegen het lichaam zelf. Dat gaat gepaard met ontstekingsreacties.

Bijwerkingen

Biologicals onderdrukken de ontstekingsreacties. Dat doen ze door de werking van de betrokken eiwitten tegen te gaan of door de aanmaak van deze eiwitten te remmen. Biologicals worden doorgaans pas ingezet als de eerstekeusmiddelen bij deze aandoeningen niet (meer) effectief zijn of als de bijwerkingen te ernstig zijn.

(Foto: Pixabay)

Overgeheveld

Biologicals behoren tot de categorie ‘dure geneesmiddelen’ die in de eerste helft van dit decennium zijn overgeheveld naar het budget van het ziekenhuis. Verstrekkingen vinden doorgaans plaats via poliklinische apotheken voor rekening van het ziekenhuis. Sinds enkele jaren zijn ook biosimilars beschikbaar. Dit zijn soortgelijke varianten van biologicals waarvan het patent is verlopen. Ze zijn niet exact identiek.

Gebruikers

Poliklinische apotheken hebben naar verwachting in 2019 aan bijna 50.000 patiënten een biological of biosimilar bij afweeraandoeningen verstrekt. In totaal gaat het hierbij om ongeveer 195.000 verstrekkingen. Per maand startten gemiddeld 1200 patiënten met een biological. Daar stonden zo’n 800 mensen tegenover die ermee stoppen. Het aantal gebruikers is in 2019 met ongeveer 10% groeien. Dat is de helft van het percentage waarmee het aantal gebruikers in 2018 toenam.

TNF-alfaremmer

TNF-alfaremmers, interleukineremmers en selectieve immunosuppressiva zijn de meest gebruikte groepen biologicals. De TNF-alfaremmers, met adalimumab (Humira) en etanercept (Enbrel) als bekendste vertegenwoordigers, worden verreweg het meest toegepast. Naar schatting hebben bijna 35.000 patiënten afgelopen jaar een TNF-alfaremmer gebruiken. Het aantal gebruikers van de interleukineremmers, waarvan abatacept (Orencia) het meest wordt toegepast, en van de selectieve immunosuppressiva, met ustekinumab (Stelara) als meest gebruikte middel, lag met 9000 respectievelijk 4000 patiënten een stuk lager.
Recent zijn vier nieuwe biologicals op de markt gekomen: de selectieve immunosuppressiva baricitinib (Olumiant) en tofacitinib (Xeljanz) en de interleukineremmers sarilumab (Kev-zara) en guselkumab (Tremfya). Op het totaal van biologicalverstrekkingen namen de nieuwkomers met bijna 8% nog een bescheiden positie in.  

Procentuele onderverdeling gebruikers van biologicals bij afweerziekten (2019)

Bijna driekwart van de patiënten gebruikt een TNF-alfaremmer

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx