DOQ

Betere zorg rond vruchtbaarheid van meisjes met kanker

Meisjes die kanker hebben gehad kunnen door de behandeling daarvan vervroegd in de overgang komen, waardoor ze misschien nooit moeder kunnen worden. Arts-onderzoeker Madeleine van der Perk van het Prinses Máxima Centrum in Utrecht onderzoekt in de PAREL-studie hoe de zorg rondom vruchtbaarheid voor deze meisjes kan worden verbeterd. Een optie kan zijn om eierstokweefsel van deze jonge patiënten in te vriezen.

In Nederland krijgen ieder jaar ongeveer 600 kinderen de diagnose kanker, waarvan zo’n 80 % overleeft. Meisjes die kanker overleven kunnen vervroegd in de overgang komen. Chemotherapie met alkylerende middelen en bestraling rechtstreeks op de onderbuik maken een groot deel van de eicellen kapot, waardoor de voorraad eicellen kleiner wordt. “We willen voorkomen dat het op volwassen leeftijd als een verrassing komt dat je niet meer zwanger kunt worden door de behandeling die je kreeg als kind,” zegt arts-onderzoeker oncofertiliteit drs. Madeleine van der Perk.  Van der Perk doet wetenschappelijk onderzoek in de researchgroep van prof. dr. van den Heuvel-Eibrink naar het verbeteren van de zorg rondom vruchtbaarheid van meisjes met kanker die worden behandeld in het Prinses Máxima Centrum in Utrecht.

“We willen voorkomen dat het als een verrassing komt dat je niet meer zwanger kunt worden door de behandeling die je kreeg als kind”

Arts-onderzoeker oncofertiliteit drs. Madeleine van der Perk

Eierstokweefsel invriezen

Van der Perk vertelt dat je direct na de diagnose van kinderkanker de eicellen van het meisje kunt invriezen. “Maar daar komt maar een klein deel van de meisjes voor in aanmerking. Een meisje moet namelijk al menstrueren en er moet tijd zijn om de behandeling twee weken uit te stellen om een hormoonbehandeling te geven om vervolgens de eicellen te kunnen oogsten.” Recent is er een tweede optie bijgekomen: het invriezen van eierstokweefsel. Van der Perk: “We verwijderen laparoscopisch een van de twee eierstokken waarvan we dan de cortex in kleine stukjes invriezen. Mocht het meisje op latere leeftijd een kinderwens hebben, dan kan dit weefstel worden teruggeplaatst op de plek waar de eierstok is verwijderd, of in de overgebleven eierstok.” De ontwikkelingen zijn hoopgevend. “Wereldwijd zijn er bijna 300 meisjes onder de 13 jaar gerapporteerd die eierstokweefsel hebben laten invriezen. Daarvan is er bij 16 ook al eierstokweefsel teruggeplaatst en zijn er al 9 gezonde kinderen geboren.”

“We hebben een standaard fertiliteitszorgplan opgezet om te zorgen dat alle meisjes dezelfde zorg en informatie rondom vruchtbaarheid ontvangen”

Fertiliteitszorgplan

Volgens Van der Perk ligt de nadruk bij kanker in eerste instantie op het diagnosticeren en het zoeken naar de beste behandeling. “De latere effecten komen niet altijd direct aan bod. Maatregelen om de vruchtbaarheid van een meisje te bewaren moet je echter zo snel mogelijk na de diagnose nemen. Daarom hebben we samen met collega’s van het onco-fertiliteitsteam een standaard fertiliteitszorgplan opgezet om te zorgen dat alle meisjes dezelfde zorg en informatie rondom vruchtbaarheid ontvangen.”

Het zorgplan bestaat uit 5 stappen:

  1. snelle identificatie van elke nieuwe patiënt,
  2. vroege triage van het risico op gonadale schade,
  3. persoonlijke informatievoorziening en
  4. bij de meisjes met een verhoogd risico: doorverwijzing naar de gynaecoloog voor counseling. Daar worden de mogelijkheden voor fertiliteitspreservatie besproken
  5. Van der Perk wijst erop dat andere centra dit plan eventueel naar volwassen vrouwen met kanker in de vruchtbare leeftijdsfase kunnen vertalen.

“We weten dat ouders en kinderen later beter kunnen omgaan met de gevolgen als ze betrokken zijn in de besluitvorming”

Betrokken in besluitvorming

Ook als er een laag risico is om vervroegd in de overgang te komen, maken ze dit in het Prinses Máxima Centrum bespreekbaar. “Omdat veel ouders zich hier al bij de diagnose zorgen over maken,” zegt Van der Perk. “We weten dat ouders en kinderen later beter kunnen omgaan met de gevolgen als ze betrokken zijn in de besluitvorming, ongeacht welke keuze ze hebben gemaakt.” In haar onderzoek evalueert Van der Perk of dit zorgplan effectief en haalbaar is in de praktijk en wat de ervaringen van ouders en kinderen zijn. “Dan zal ook blijken wat voor hen belangrijk is en welke motieven ouders en kinderen hebben om al dan niet te kiezen voor het invriezen van eierstokweefsel.”

Veiligheid procedure

Van der Perk onderzoekt ook de veiligheid van de laparoscopische procedure. “We weten uit de literatuur dat het veilig lijkt, maar het is nog nooit in een nationaal cohort onderzocht. We willen ook onderzoeken of er nog kankercellen in het eierstokweefsel aanwezig zijn. Dat kan namelijk het geval zijn als je het weefsel invriest voordat je de behandeling tegen kanker start. Met in vitro maturatie (IVM) worden belangrijke stappen gezet om dat te kunnen omzeilen, maar we zijn er nog niet.” In Europees verband wordt ook nog gekeken naar genetische factoren die mogelijk een rol spelen in het risico dat een meisje loopt op onvruchtbaarheid. Van der Perk: “Er zit namelijk variatie in hoe meisjes van dezelfde leeftijd die dezelfde behandeling krijgen daarop reageren. We denken dat een genetische component daar misschien een rol in speelt.”

Referentie: De evaluatie van het eerste jaar ervaring met het fertiliteitszorgplan is te vinden op PubMed.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?