Checkpoint-remming mogelijk bij pre-existente autoimmuunziekte
Redactioneel
22 april 2020
Ondanks een risico op immuun-gerelateerde bijwerkingen zijn checkpoint-remmers een veelbelovende strategie tegen kanker. Deze geneesmiddelen moeten dan niet noodzakelijk vermeden worden bij patiënten met een solide orgaantransplantatie of pre-existente autoimmuunziekte, zo stellen enkele internationale experts in Annals of Oncology, met prof. John Haanen als eerste auteur.
CTLA-4,
met als ligand CD80/CD86, en PD-1, met als liganden PD-L1 en PD-L2, zijn
fysiologische remmers van geactiveerde T-lymfocyten, die een rol spelen bij het
handhaven van de immunologische homeostase en het voorkómen dat in gezond
weefsel schade ontstaat. Deze immunologische checkpoints kunnen ontregeld raken
door tumorcellen, met name door de expressie van PD-L1. Dit vormt een van de
mechanismen waardoor tumorcellen kunnen ontsnappen aan het immuunsysteem.
bron: istock
Immuun-gerelateerde
bijwerkingen
Checkpoint-remmers
zijn de standaardbehandeling geworden bij verschillende vormen van kanker. Het blokkeren
van deze checkpoints resulteert weliswaar in een beter antitumor immuunrespons,
maar kan tegelijkertijd de tolerantie voor lichaamseigen cellen doorbreken. Dat
laatste kan leiden tot immuun-gerelateerde bijwerkingen.
Deze
inflammatoire en/of auto-immunologische manifestaties ontstaan bij maximaal 70%
van de patiënten die een PD-1-remmer krijgen en maximaal 90% van de patiënten
die een CTLA-4-remmer krijgen. Deze bijwerkingen zijn soms ernstig: bij ≤ 10% van
de patiënten die een PD-1-remeer krijgen, en bij 20% van degenen die een CTLA-4-remmer
krijgen. Vrijwel alle organen
Aanmelden
Meld u gratis aan om toegang te krijgen tot DOQ,
waar zorgprofessionals kennis en visie delen.
Ik heb al een DOQ account
Lees meer over: