Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Diagnose en behandeling diepveneuze trombose vaker bij de huisarts
De ruim 500 artsen die zijn aangesloten bij NEO Huisartsenzorg, kunnen zich sinds maart bij twijfel over diepveneuze trombose laten ondersteunen door internisten uit Canisius Wilhelmina Ziekenhuis. “We streven naar een dialoog tussen huisarts en medisch specialist om, als het verantwoord is, de patiënt in de eerste lijn te houden”, zegt huisarts Guido Adriaansens. Internist en vasculair geneeskundige Anne Esselink vult aan: “Deze formule past in de zorg van de toekomst.”
Donderdagmiddag vier uur. Een vrouw van 94 jaar wordt binnengebracht op de SEH van Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ). Eerder die middag had mevrouw zich bij de huisarts gemeld met een dik onderbeen. Daarvan had ze al twee dagen last. De huisarts had aan een trombosebeen gedacht, maar twijfelde over de diagnose en behandeling en had haar naar de SEH verwezen.

“Te vaak komen mensen zonder bewezen diepveneuze trombose naar het ziekenhuis of mensen met bewezen DVT waarbij we de zorg optimaler hadden kunnen organiseren”
Internist en vasculair geneeskundige Anne Esselink
Prettiger
“Dit is heel belastend voor de patiënt”, vertelt internist en vasculair geneeskundige Anne Esselink uit CWZ. “Eerst vervoer naar het ziekenhuis en diagnose op de SEH. Daarna behandeling op de polikliniek. En vervolgens overleg tussen zorgverleners en mantelzorgers over de begeleiding van mevrouw in de komende periode. Het kan uren duren voordat zij het ziekenhuis verlaat. Het zou prettiger zijn geweest als de huisarts haar meteen had kunnen helpen.”
Meer regie huisarts
Dit is precies wat CWZ en NEO Huisartsenzorg, de huisartsenorganisatie voor Nijmegen en omgeving, nastreven met een in maart begonnen samenwerking. Esselink: “Te vaak komen mensen zonder bewezen diepveneuze trombose (DVT) naar het ziekenhuis of mensen met bewezen DVT voor wie we de zorg optimaler hadden kunnen organiseren. Dat moet patiëntvriendelijker kunnen en dat is mogelijk als de huisarts meer regie krijgt over deze zorg.”
“In het ziekenhuis blijkt vaak dat de klacht het gevolg is van een zweepslag of verrekking van de kuit”
Huisarts Guido Adriaansens
Zonde
Esselink nam het initiatief samen met Guido Adriaansens. Hij is praktijkhoudend huisarts in Beuningen en coördinator Juiste Zorg Juiste Plek bij NEO Huisartsenzorg. Adriaansens: “Slechts twintig procent van de gevallen van een pijnlijk been in de huisartsenpraktijk hangt samen met DVT. Na verwijzing naar internist of SEH-arts blijkt vaak dat bijvoorbeeld een zweepslag of verrekking van de kuit de oorzaak is. Dat is zonde van de tijd van de medisch specialist en zonde van de zorgkosten, die in het ziekenhuis nu eenmaal hoger zijn dan bij de huisarts.”
Angst voor longembolie
Adriaansens noemt de belangrijkste oorzaak van het huidige verwijsgedrag. “Traditioneel zien veel huisartsen een trombosebeen als een ingewikkeld ziektebeeld met een spoedkarakter. Een trombosebeen verhoogt het risico op een longembolie, en dus vinden huisartsen – terecht – dat haast is geboden met de diagnostiek. Maar de in 2021 aangepaste NHG-standaard Diepveneuze trombose en longembolie meldt dat directe verwijzing naar internist of SEH-arts vaak niet nodig is. De huisarts kan de patiënt met een hoge verdenking op een DVT-been alvast antistolling geven, waarna de radioloog in het ziekenhuis de volgende dag de echo kan doen.” Adriaansens benadrukt: “Niet zozeer de inhoud van ons samenwerkingsproject is dus nieuw, maar wel de implementatie ervan.”
Radioloog
Het project voorziet in een protocol: wie doet wat bij welke patiënt? Niet alleen de rollen van huisarts en internist staan beschreven, maar ook die van de radioloog in het ziekenhuis. De radioloog komt in actie als de huisarts denkt dat er een hoog risico is op DVT, het laboratorium doet een bloedtest wanneer het risico lager lijkt te zijn. Esselink: “In het protocol staat bijvoorbeeld dat de huisarts hoog-risicopatiënten wél onmiddellijk naar het ziekenhuis moet sturen, zoals zwangere vrouwen of mensen met een verdenking op longembolie. En de radioloog weet dat de patiënt na een echo met een bewezen trombosebeen kan worden teruggestuurd naar de huisarts. Voorheen ging die automatisch naar de SEH.”
Telefonisch consult
In de nieuwe manier van samenwerking ondersteunt de internist de huisarts via een telefonisch consult of teleconsult via ZorgDomein. Adriaansens: “Laten we teruggaan naar de casus van de 94-jarige vrouw. In de oude situatie zou de SEH-arts of internist al gauw tegen de huisarts hebben gezegd: Laat de patiënt maar naar het ziekenhuis komen. Nu ontstaat juist een dialoog om de patiënt in de eerste lijn te houden. Denk ook aan de huisarts die van de medisch specialist het advies krijgt eerst een D-dimeer te prikken.”

“Het is leuk en interessant om als huisarts deze somatische aandoening erbij te nemen”
Huisarts Guido Adriaansens
Weerstand
Na een voorlichtend webinar over de samenwerking op het vlak van diepveneuze trombosezorg stuitte Adriaansens bij sommige huisartsen op weerstand: Er komt nu nóg meer op ons bordje terecht. “Toch lijkt het me voor de huisarts leuk en interessant dit onderwerp erbij te nemen. Tijd en zorg hebben voor somatische aandoeningen kan betekenen dat andere taken van ons bordje moeten verdwijnen. Ik denk hierbij aan tweedelijns psychiatrische zorg en nuldelijns psychosociale problemen. De tekortschietende ggz en onvoldoende doorstroming naar de zorg- en welzijnsvoorzieningen van de gemeente dragen bij aan overbelasting van de huisarts. Hier valt nog een wereld te winnen.”