Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Euthanasie bij psychische aandoeningen: ‘Vooral emotionele hobbels’
Psychiaters Kit Vanmechelen en Menno Oosterhoff hebben veel ervaring met het behandelen van euthanasieverzoeken. Ze stellen dat euthanasie bij een psychische aandoening veel minder goed bespreekbaar is dan bij een fysieke aandoening. Daarom schreven ze het boek Laat me gaan, dat ingaat op de worstelingen waarmee een psychiater of huisarts te maken kan krijgen bij een euthanasieverzoek.
Nu worden euthanasieverzoeken door huisartsen en ook GGZ-psychiaters vaak doorgezet naar het Expertisecentrum Euthanasie, maar daar is een lange wachtlijst. Dat wachten duurt voor sommige patiënten te lang, waardoor ze zelfdoding soms als enige uitweg zien. Kit Vanmechelen en Menno Oosterhoff pleiten er in hun boek Laat me gaan daarom voor dat huisartsen en met name GGZ-psychiaters vaker zelf de ‘ja’ (of ‘nee’) uitspreken op het euthanasieverzoek (binnen de kaders van de wet) in plaats van door te verwijzen naar het Expertisecentrum.
“Ik vind dat niets doen eigenlijk ook iets doen is”
Psychiater Menno Oosterhoff
Laat me gaan
Het boek gaat in op de afwegingen die gemaakt worden en de twijfels die er vaak zijn bij artsen, zoals wanneer is het psychisch lijden – zeker bij jongeren met nog een heel leven voor zich – nou echt uitzichtloos? “We hebben onze ervaringen van praktische aard gebundeld”, vertelt Vanmechelen. “We hopen dat psychiaters en huisartsen er daardoor een beter beeld van krijgen.” Het bevat tevens dagboekfragmenten van een patiënte die eind 2021 is overleden. “Het doel van het boek is vooral om meer begrip te vragen en te krijgen voor euthanasie bij psychische aandoeningen”, zegt Oosterhoff. “Er is weinig over bekend. Er is een neiging om psychische problemen te onderschatten. Als je praat met mensen die het meemaken, of hun verhalen leest, verandert je blik.”
Door de ervaringen die met hem gedeeld zijn, is Oosterhoff zich gaan realiseren dat het uitvoeren van euthanasie ingrijpend is, maar dat de toestemming niet geven ook verregaande gevolgen heeft. “Toch lijkt dat meer geaccepteerd. Ik vind dat niets doen eigenlijk ook iets doen is.”
“Er zijn vooral emotionele hobbels, geen praktische”
Psychiater Kit Vanmechelen
Eed
Meer bekendheid over euthanasie bij psychische aandoeningen geeft meer begrip, stelt Vanmechelen. “Nu is er een grote terughoudendheid doordat er een taboe op rust en door koudwatervrees. Sommige artsen denken dat ze het niet mogen doen, maar dat klopt niet. Om het taboe te doorbreken is het nodig dat artsen er niet meer bang voor zijn.”
“Het is een zegen dat we de euthanasiewet hebben”, meent Oosterhoff. “Maar sommige artsen vinden dat het uitvoeren van euthanasie ingaat tegen hun artseneed. Daarin staat echter: ‘Ik zal lijden verlichten en de grenzen van mijn mogelijkheden erkennen’. Van huisartsen begrijp ik de terughoudendheid wel, maar ik vind dat de GGZ de specialist is, daar ligt de verantwoordelijkheid. Er is een prachtig implementatieplan van de euthanasierichtlijn, waar bijvoorbeeld in staat dat elke GGZ-instelling in elk geval één persoon heeft die euthanasie kan en wil uitvoeren. Maar dat plan is nog lang niet overal uitgevoerd.”
Zijn co-auteur beaamt dat dit plan in de praktijk nog niet uit de verf komt. “Bereidheid, angst, kennis en ook ondersteuning door de instelling zijn allemaal factoren die meespelen. Vragen om uitvoering van de richtlijn is een goede stap, maar helpt niet op de korte termijn. De bereidheid om te zoeken naar informatie en steun is er wel bij psychiaters in de GGZ. Er zijn nascholingen en plekken om te sparren over casussen. Menno en ik willen graag nog een steunpunt of intervisiegroep beginnen.” Oosterhoff: “De vraagstukken zelf zijn ingrijpend, maar het proces hoeft dat niet te zijn. Ik zou die drempel willen verlagen. Dat de afwegingen maken rond euthanasie meer een soort vaardigheid is die je moet leren beheersen, daar adviseer ik graag bij. Ik ben beschikbaar voor overleg met anderen bij een euthanasieverzoek.” Overleg met vakgenoten kan wat van de angst wegnemen. Er zijn echter te weinig psychiaters binnen het Expertisecentrum Euthanasie om ook nog consulent te zijn, zegt Vanmechelen. Het sparren met collega’s kost extra tijd, wat veel psychiaters niet hebben. “Toch zijn er vooral emotionele hobbels, geen praktische.”
“De verandering moet plaatsvinden binnen de GGZ”
Psychiater Menno Oosterhoff
Maatschap
Om huisartsen te ontlasten en een aanvulling te bieden op het werk van het Expertisecentrum Euthanasie en Netwerk Euthanasiezorg (een kleine groep zelfstandig werkende artsen die adviseren of de euthanasie uitvoeren), wil een groep artsen de Maatschap Euthanasie Zorg oprichten. Het initiatief is bedoeld om de zzp-euthanasiezorg ‘te institutionaliseren’.
“Ik heb gezegd dat ik wel adviseur wil zijn, ik vind het een goed initiatief. Het is jammer dat een kortere wachtlijst bij het Expertisecentrum vooralsnog niet lukt, dus dan is het goed om zoiets te bieden”, zegt Vanmechelen. Oosterhoff: “Ik ben nog aan het uitzoeken of dit iets voor mij is, want dan kan ik voor hen geen second-opinonarts meer zijn. Het initiatief zie ik wel als ‘second best’, want het gaat buiten de GGZ om en dáár moet de verandering plaatsvinden. De verhalen in ons boek willen we gebruiken om die verandering in gang te zetten.”
Meer informatie? Het boek Laat me gaan is op 7 september verschenen bij Uitgeverij Lucht.